Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondom 1892 (VI)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom 1892 (VI)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van Lingen is in het begin van 1891 uit volle overtuiging naar de Chr. Geref. overgegaan. In dit artikel willen wij horen, hoe hij dacht in 1891 over de vereniging, die op wederzijdse Synodi van 1888 en 1889 besproken was.
De Synode van Assen 1888 had sterke nadruk gelegd op het Afscheidings-beginsel, maar daarna kwamen er andere geluiden. Van Lingen heeft met een profetische drang de Chr. Geref. voor de vereniging met de Dol. gewaarschuwd. Niet, omdat hij geen vereniging begeerde, maar omdat de beginselen niet één waren. Hij zegt: gij zult later tot schade bemerken, dat de Heide en het vertrouwen er niet is. Dat was de werkelijkheid en men is het aan de weet gekomen.
Over de vereniging schrijvend zegt hij: Ik zie tot bereiken daarvan geen andere weg, dan dat de broeders op de onderscheidene plaatsen elkander leren kennen en liefhebben, terwijl een drijven der vereniging van boven af schade doet". In zijn artikel „De ware eenheid" mei 1891, wijst hij er op: niet samen te koppelen wat toch eigenlijk niet samen kan gaan. Er is te groot verschil tusschen Dolerenden en Afgescheidenen, om tot ééne Kerk samen te smelten. Hij wijst er op: „Laat men loven en bieden, marchanderen met beginselen, het zal zich wreken". Dit wat hij noemt was er. Dol. Deputaten hadden al met de Docenten van de Theol. School over de vereniging gesproken. De laatstgenoemden hadden daartoe geen enkele bevoegdheid. Het was een handige politiek van de Dol. Dep. en een onkerkelijk gedoe der Docenten.
Verder verzochten de Dol. Dep. de Chr. Geref. Dep. over de vereniging, m.n. over de voorbereiding der vereniging, te spreken. Er werd gezegd, dat onderhandelingen van Synode tot Synode gevaar inhield. Er zou vertraging kunnen komen. Er scheen haast te zijn. Zonder dat Dol. Dep. mandaat hadden van hun Synode (wat ook te kennen gegeven werd aan de Chr. Geref. Dep.) werd er over de vereniging door beide partijen gesproken. Het was een politiek, onkerkelijk spel van de Dol. Deputaten. De Chr. Geref. Dep. schenen er blind voor. Onder de bespreking haalde Kuyper de bewuste Concept-acte uit de zak en vroeg die voor te mogen lezen. Het ging aan. De Dolerende lijn liep door dit gehele stuk heen. ledere kerkengroep zou eigen standpunt handhaven. Tegenkerken mochten na de ineensmelting worden gesticht. De Theol. School zou naar Amsterdam overgeplaatst worden. Deze Concept-acta werd op een onofficiële vergadering door de Chr. Geref. Dep. aanvaard, als grondslag van hun advies aan de Synode. Twee Chr. Geref. Dep. hadden echter bezwaren tegen de stilzwijgende veroordeling van het bestaan der Chr. Geref. kerk. Eén had ook bezwaar tegen het art. rakende de Theol. School. De andere Chr. Geref. Dep. waren door de politiek der Dol. Dep. overgegaan tot verloochening van het Afscheidingsbeginsel. Op de Synode van Kampen werd de handelwijze van de Chr. Geref. Dep. wel niet geheel goed gevonden, maar de Acta zeggen, dat zij onder de omstandigheid waarin ze verkeerden, niet anders konden handelen.
De besluiten van Assen werden niet meer ernstig genomen. Op de Synode van Kampen kwam bij velen het ,,loven en bieden" sterk naar voren. De Acta laten het zien. Men leze de jaarboekjes van 1939—'42 er eens op na.
Van Lingen wist van het marchanderen met beginselen alles af en waarschuwt er tegen. Hij zegt: Men late toch ten spoedigste dat denkbeeld van „vereniging" los, in de zin, waarin het gezocht wordt. Hij wijst op het grote verschil tussen de Dol. en Afgescheidenen. Hij zegt: „Het juk afwerpen voor de gehele gemeente, het zich kerkeraad van alle gedoopten achten, het alle gedoopten voor wedergeboren houden, enz. enz. kan en mag nooit door ons worden aanvaard. Zolang de Dolerenden zich met die hersenschimmen, die dromerijen ophouden, kunnen wij, mannen van de werkelijkheid, nooit met hen samengaan". Wijzend op het geschrift „Seperatie en Doleantie" van Kuyper, zegt hij: „het is een hoogst aantrekkelijk lokaas, maar als eenmaal de Chr. Geref. zichzelf verloochend hebben, dan is er gevaar, dat de broederlijke beraadslagingen door de machtige invloed van enkele persoonlijkheden en lijdzaam volgen van de grote menigte bewonderaars geëindigd zullen zijn en plaats zullen gemaakt hebben voor een soort van kerkelijke oligarchie of pauselijke regering.
Hij wijst op een verstandig man, die zei: „die van twee Kerken één maken wil, maakt er drie". Van Lingen zegt: „Zolang niet in plaats van de politieke kerkrechterlijke beweging een geestelijke opwekking door de Heere gegeven wordt, kan samen' lijmen niet anders dan tot spoedig vaneenscheuren leiden, en de nieuwe klove zal groter zijn dan de eerste".
Als de Synode van Leeuwarden in het zicht komt, wijst hij erop, dat er alleen een vereniging kan komen als de Dolerenden hun onbijbels kerkbegrip loslaten. Hij zegt: „Een eerlijke stap voor de Ned. Geref. Dol. zoude alleen deze zijn: hun onrecht te erkennen, hun dwaling in te zien en zich geheel en al aan te sluiten aan de Gescheidenen, die na onderzoek naar Leer en leven der onderscheidene leden zich zeker na zulk een daad van moed zouden verheugen over hen, die in twee treden gekomen zijn, waar ze met eenen hadden moeten komen". Hij wijst op de Theol. School, die onder de vleugelen van de V.U. zal gebracht of zo dat niet gelukt, verpletterd zal worden, als de vereniging niet op goede gronden tot stand komt.
Heeft Van Lingen nu niet te hard geoordeeld? Heeft hij het in 1891 juist gezien? Van Lingen heeft terecht voor het onbijbelse Kerkbegrip en de leérconstructie der Doleantie in 1891 gewaarschuwd. Er kon zo geen echte eenheid zijn. De A-richting heeft het tot haar schande ondervonden.
„Lezenswaardig is het geschrift van Van Raalte: „Vijftig jaar strijd voor de beginselen der Afscheiding". Hij schrijft: „de vroegere A-kringen kregen hoe langer zo meer het onbehagelijke gevoel, dat de vereniging van beide Kerkgroepen A en B in 1892 had moeten dienen om de A-broeders te bekeren tot getrouwe volgelingen van dr Kuyper en zijn denkbeelden" (blz. 3). Hoe men aan de zijde van de V.U. over de Theol. School dacht, blijkt genoegzaam uit het feit, dat men aanvankelijk niet eens het candidaatsexamen van de Theol. School wilde erkennen (blz. 10). Omdat de Geref. Kerken sedert 1892 uit twee kerkengroepen bestaan en in de eenheid nog de tweeheid gevoeld werd, kwam wel het eigenaardige van '86 tot zijn recht, maar niet van '34 (blz. 32). Zonder hem (Wachterbond) waren de Geref. Kerken opgezogen door het „Neo-Calvinisme", de leerconstructie van dr Kuyper en door de richting van de Vrije Universiteit. Overdrijving? Men moet er maar eens op letten, hoeveel mensen van de Afscheiding in dat net reeds gevangen of halfgevangen waren in 1892 en hoe dat in de daaropvolgende jaren nog heeft doorgewerkt. Dan zegt men niet meer, dat het overdrijving is (blz. 41).
Vrijgem. scribenten geven ook toe, dat er verschil was tussen het beginsel der Afscheiding en der Doleantie. Ds van der Born zegt: Het beginsel der Afscheiding en het beginsel der Doleantie zijn niet met elkaar te verenigen. Tussen beide beginselen ligt inderdaad de belijdenis; Van Raalte schreef: „De Dolerenden knoeiden met de Belijdenis. Ze gaven er hoog van op, maar handelden er niet naar". Ds Bremmer schreef: „Ik geloof nu ook dat het ook hun te doen was om het beginsel der scheiding, om de trouw aan de confessie, om het bewaren van het pand hun toebetrouwd".
Van Lingen's waarschuwende woorden waren niet zonder grond in 1891.

M. (Midwolda) H. U. Westerterp.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1962

De Wekker | 8 Pagina's

Rondom 1892 (VI)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1962

De Wekker | 8 Pagina's