Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Getallensymboliek (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Getallensymboliek (2)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bijzondere vorm van getallensymboliek, die vooral bij de Grieken en Romeinen oudtijds zeer geliefd was, is de zgn. gematria. Daaronder verstaat men dat een woord of naam in plaats van met letters in cijfers wordt geschreven. Die cijfers stellen dan het getal voor, dat men verkrijgt wanneer men de getalswaarden der letters bij elkaar optelt.
De Grieken kenden namelijk evenals de Israëlieten geen cijfers zoals wij die hebben. Zoals bekend is danken wij onze cijfers aan de Arabieren. De Grieken, evenals de Israëlieten, gebruikten de letters ook als cijfers. Elke letter had zijn eigen getalswaarde.
De eerste negen letters van het alphabeth dienden voor de cijfers 1 tot 9. Van de tiende letter van het alphabeth af telde men dan 20,30, 40,50, enz. tot 90. Had men 90 bereikt dan gebruikte men de daarop volgende letters voor 100, 200, 300 enz. tot 900. Na 900 nam men opnieuw de eerste negen letters met een puntje op het einde van de letter om de duizenden uit te beelden. Zo kon men komen tot 9.999.
Om nog hogere getallen te kunnen schrijven schreven de Grieken een grote M en in een hoek van deze M herhaalde men de eerste tekens. Men kon op deze wijze komen tot 99.999.999. Verder kon men de getallen niet schrijven.
De schare der verlosten die Johannes in zijn visioen op Patmos aanschouwde was een schare die niemand tellen kon. Het getal was namelijk zo groot dat het door een Griek niet kon geschreven worden. De letters schoten hier te kort.
Daar dus elke letter zijn eigen getalswaarde bezat was het mogelijk om een woord of naam in plaats van in letters ook als getal te schrijven. Dat getal is dan de som van de getalswaarden van de onderscheiden letters waarmee het woord geschreven wordt. Nemen we als voorbeeld de naam Petrus. P=:80; E=5; T=300; R=100; U=70; S=200. Het totaal is 755. Het getal 755 stelt dus in dit geval de naam Petrus voor.
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat 755 altijd de naam Petrus aanduidt. Ook de som van de getalswaarden van letters van een ander woord of naam kan 755 zijn. Het getal dat een woord of naam voorstelt is dus altijd een raadsel, dat door de ingewijde wordt verstaan maar voor de nietingewijde vaak een geheim blijft.
Bij de opgravingen in Pompeji is o.a. het volgende opschrift op een muur aangetroffen, door een of andere verliefde jongeman daar neergeschreven. Het opschrift luidt: „Ik heb haar lief, van wier eerwaardige naam het getal is vijfhonderd zeven en veertig".
De geliefde heeft waarschijnlijk in dit cijfer toen ze het las direct haar naam gelezen en in het opschrift een liefdesverklaring van haar minnaar gezien. Maar een vreemde, die er aan voorbijging, wist toen hij het getal las bij lange na nog niet welke naam er in het geheimzinnige getal verborgen lag, daar meerdere Griekse namen aldus geschreven konden worden.
In een oud-christelijk geschrift wordt het getal 888 als symbolisch getal voor Jezus (Jèsous) gebruikt (J=10; E=8; S=200; 0=70; U=400; S=200). Dit getal wordt als bijzonder heilig beschouwd, want 8 is zelfs 1 meer dan het heilige getal 7.
Komt deze wijze van getallensymboliek ook in de bijbel voor? Kerkvaders hebben gewezen op Gen. 14 : 4, waar gezegd wordt dat Abraham 318 knechten had.
Dit zou het symbolische getal zijn voor Eliëzer, die elders als de knecht van Abraham wordt genoemd. De som van de Hebreeuwse letters van deze naam is inderdaad 318. In de brief van Barnabas is 318 het getal van Jezus' kruis. Maar hier hebben we te doen met een getallenspeculatie, die niet is naar de bedoeling van de Schrift.
Een interessante vraag is of we in Openb. 13 : 18 hebben te doen met deze gematrische getallensymboliek. Daar staat: ,,Hier is de wijsheid: wie verstand heeft berekene het getal van het beest, want het is het getal van een mens en zijn getal is zeshonderd zes en zestig".
Men heeft dit getal 666 inderdaad zo willen verklaren. Men heeft daarbij de volgende namen naar voren gebracht. De kerkvader Ireneüs las er het woord LA. TEINOS in (30 + 1+300-1-5+10+50+70+ 200), d.i. de Latijnse, het grote Romeinse Imperium. Anderen, zoals Hugo de Groot, dachten aan keizer Trajanus, Vele latere exegeten lazen er de naam van keizer Nero in. Stauffer stelt voor het getal 666 te verklaren als de getalswaarde van de meermalen in de inscripties voorkomende titel van de keizer Domitianus, onder wiens regering het boek der Openbaring gereed kwam, slechts met de beginletters der verschillende woorden geschreven (hier cursief): Autokrator Kaisar Domefianus Sebastos Germanikos (1+31+419 + 207+8).
Enige andere, jongere handschriften hebben in Openb. 13 : 18 in plaats van 666 het getal 616. Adolf Deissmann, een bekend Nieuwtestamenticus uit het begin van onze eeuw, meende dat deze lezing de juiste is en dacht het raadsel van het geheimzinnige getal het best te kunnen oplossen door aan te nemen dat 616 de som is van de getalswaarde van de letters van de Griekse woorden Kaisar Theos, hetgeen betekent: De keizer is God. Daar de Romeinse keizers als goddelijke wezens werden beschouwd en vereerd waren zij in de ogen der Christen, door wie Christus als God beleden werd, de antichrist in eigen persoon.
Het beest uit de Openbaring is dan niets anders dan de uitbeelding van de Romeinse keizer in zijn antichristelijke en antigoddelijke aspiraties. Anderen hebben het getal 616 betrokken op de Romeinse keizer Gajus Caesar, die gewoonlijk genoemd werd met de spotnaam Caligula (soldatenlaarsje, daar hij als knaap in de kleding van een gewoon-soldaat in het leger verkeerde).
Hij regeerde van 37—41 n. Chr. en was een wreed heerser, die de Christenen bijzonder slecht gezind was. De getalswaarde van zijn naam Gajus Caesar bedraagt eveneens 616.
Toch is stellig het getal 616 niet oorspronkelijk. De oudere handschriften hebben 666. We hebben waarschijnlijk te doen met een bewuste verandering van het getal om op deze wijze genoemde Caligula aan te duiden.
In een geheel andere richting ging G.A. van den Berg van Eysinga. Hij gaat uit van het zgn. driehoeksgetal. Daaronder verstaat men het getal dat men verkrijgt als de som van alle van 1 af in ononderbroken rij op elkaar volgende getallen. Zo is 10 het driehoeksgetal van 1 tot 4, want de som der getallen van 1 tot 4 is 10.
Volgens deze wijze van berekenen is 666 het driehoeksgetal van 36, omdat de som van de getallen van 1 tot 36 juist 666 is. 36 is op zijn beurt het driehoeksgetal van 8, In de symboliek der getallen heeft een driehoeksgetal dezelfde betekenis als het grondgetal. 666 is dus hetzelfde als 36 en dat weer hetzelfde als 8. De betekenis van 8 blijkt volgens van Eysinga uit Openb. 17 : 11. Daar is 8 het teken van het beest.
Daarom is 666 eveneens het teken van het beest.
Het is echter mogelijk dat we voor de verklaring van het getal 666 nog een geheel andere kant uit moeten. Het getal 6 is het getal van de menselijke arbeid. Zes dagen moet de mens arbeiden (Ex. 20 : 9). Slechts zes jaar mag een Hebreeuwse slaaf dienen (Ex. 21 : 2). Zes is het getal van de wereld zonder de goddelijke rust, van de mens in zijn arbeid en strijd.
In 2 Sam. 21 :20 lezen we van een reus, die zes vingers aan zijn handen en zes tenen aan zijn voeten had. Zo'n mens is voor de oosterling een monster, die treedt buiten de door God gestelde orde. Het getal zes heeft iets van het antigoddelijke.
Dat geldt ook van het getal 6 in Openbaring. Het getal van het beest is zelfs drie maal zes. Dat is de hoogste ontwikkeling van het menselijke en antigoddelijke.
666 is het getal van de mens die op het hoogtepunt staat van zijn menselijk kunnen en weten en de gehele schepping tot zijn beschikking stelt en in zijn dienst neemt, maar zich met alles keert tegen God en Zijn wil.
Maar altijd blijft de mens hoe hoog hij streeft onder God, zoals de 6 altijd net 1 blijft onder de 7, het getal van God en Zijn heiligheid. Dezelfde opvatting vindt men ook bij Prof. Schilder, Hij schrijft in ,,Woord en Kerk", deel I, blz. 257: ,,Is nu 7 het getal der goddelijke volmaaktheid, dan zou in 6 de gedachte uitgesproken zijn van het bijna goddelijke; en het getal 666 zou dan willen zeggen dat de antichrist in alle levensverhoudingen een macht ontplooien zal, die bijna het goddelijke nastreeft, doch vóór haar volle ontplooiing in zondige almacht wordt afgebroken".

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1963

De Wekker | 8 Pagina's

Getallensymboliek (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1963

De Wekker | 8 Pagina's