Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goede Vrijdag - Pasen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goede Vrijdag - Pasen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor ons besef ligt er tussen de beide bovengenoemde gedenkdagen een grote kloof, die wij voor ons besef beleven als een sterke tegenstelling. Op Goede Vrijdag is er de bittere ernst van de kruisiging en het sterven van Jezus Christus, op de Paasdagen daarentegen is er het jubelend halleluja over het feit, dat het juk af is van de dood en van het graf. En nu de Heer is opgestaan, vangt het nieuwe leven aan. De stemming op de Goede Vrijdag en op de Paaszondag is voor ons besef dan ook grotelijks verschillend. Nu zijn „stemmingen" nog wel eens misleidend en bedriegelijk. Ook hier is dit zo.
Het sterven en de opstanding van Christus zijn op het allernauwst op elkaar betrokken. Het sterven van Christus is daarom van zo bijzondere heilshistorische betekenis omdat het een ingaan in de dood is om deze dood totaal en radicaal te overwinnen. In het graf zet Christus, om zo te spreken, zijn werk voort en de paasmorgen is bewijs dat Hij het voltooid heeft en dat God de Vader dit werk volkomen bevindt en daaraan het zegel hecht in de opwekking van Jezus uit de doden. En de opstanding is daarom nu van zo bijzondere waarde, omdat zij de opstanding juist uit déze dood der verzoening en der overwinning is. De grote betekenis van sterven en opstanding wordt dan ook wederkerig door elkaar bepaald en gestempeld.
Zo wil het trouwens ook de hemelse prediking op de Paasmorgen. De engelen die de mensen voorlichten op het paaspad spreken van beide: zij noemen Christus de gekruisigde en tegelijk de levende. Zó is Hij de Zaligmaker der Zijnen en de heerlijkheid van zijn kerk.
Oudtijds kende men dan ook de sterke tegenstelling tussen goede vrijdag en pasen niet. Men zag het veel meer als een éénheid. En daarin stond men dicht bij de Schriften. In de brieven van het N.T. wordt dan ook herhaaldelijk van het sterven en de opstanding gesproken juist in het nauwste verband met elkaar.
Wie wel eens een paaspreek van Augustinus gelezen heeft zal bemerkt hebben, dat hij daarin minstens zoveel over de betekenis van de dood van Christus gewaagt als van zijn opstanding. Hij gaat dan herhaaldelijk van deze gedachte uit: De opstanding uit de doden bewijst dat Christus waarlijk in de dood geweest is. God heeft de grote Herder der schapen uit de dooden — letterlijk: van tussen de lijken — wedergebracht. Daarom is zijn opstanding van zo grote betekenis. In zijn sterven heeft de vleeswording zich verdiept tot ingaan in de dood zelfs en nu Hij vandaar weerkeert zegent Hij met de verlossing van de dood in al zijn vormen.
Wie goede vrijdag en pasen te veel scheidt verliest de karakteristieke eenheid, die ze saambindt uit het oog.
Het komt mij voor dat dit besef een rem geweest is voor een sterk beklemtoonde viering van de Goede Vrijdag. Bijzonder grote aandacht heeft de kerk daaraan dan ook nimmer gegeven. Wie de kerkelijke viering van de Goede Vrijdag vergelijkt met die van de Kerstdag en de Hemelvaartsdag stuit op een zekere miskenning van de Goede Vrijdag.
Er wordt wel aandacht aan geschonken maar niet als aan de andere dagen. Oudtijds stond het dan ook op de liturgische kalender als een halve feestdag. D.w.z. er mocht wel gewerkt worden. Dit heeft tot op de dag van heden doorgewerkt zodat de Goede Vrijdag het nog niet tot een algemeen erkende christelijke feestdag heeft kunnen brengen. Uw spoorboekje kan u dit zelfs vertellen.
Wel zijn er pogingen aangewend om aan deze waardering van de Goede Vrijdag een sterker accent te geven. Op voorbeeld van de Lutherse kerken in ons land heeft de Herv. Synode in 1853 opgewekt tot een bijzondere viering van de goede vrijdag. En in navolging van de Luthersen werd ook aanbevolen op die dag de avondmaalsviering te doen plaats hebben. Veel invloed heeft deze synodale opwekking echter niet gehad. Wel houden de Hervormden veelal twee kerkdiensten, waarvan de avonddienst dan tegelijk avondmaalsdienst is.
De gereformeerden hebben hier echter nimmer veel voor gevoeld. Zij waren over het algemeen bevreesd voor vermeerdering van bijzondere dagen. Zij bevalen in vroeger tijden de viering van het avondmaal op pasen aan.
Wel krijgt de Goede Vrijdag thans meer aandacht. Voor velen wordt zij, nu de vijfdaagse werkweek er is, bij het vrije „weekend" getrokken. Er komt zo meer maatschappelijke ruimte voor de Goede Vrijdag. En ook kerkelijk ontvangt deze dag meer aandacht. De herziene kerkorde van de Herv. Kerk gaf haar een plaats onder de feestdagen en art. 75 van de herziene kerkorde der Geref. Kerken geeft haar ook een plaats.
In de kerk in het Oosten in de eerste eeuwen zag men de Goede Vrijdag van het pascha uit. Het paaslam werd geslacht en hiermede werd de bevrijding ingeluid. Op Goede Vrijdag en Pasen was het op deze wijze één gedachte die de harten bezig hield. Het sterven hoort bij de bevrijding en bewerkt deze. Het is deze gedachte die ook Paulus bij de kerk heeft willen levendig houden als hij zegt, dat ons paaslam geslacht is. Pasen en Goede Vrijdag liggen in dit woord op het nauwst verbonden.
Wie op één van deze twee bijzondere nadruk legt doet tekort aan de eenheid van het heilswerk Gods dat op deze beide gedenkdagen onze aandacht vraagt.
Zoals de komst in de kribbe zijn perspectief heeft in de gang naar kruis en graf, zo heeft het sterven en de graflegging van Jezus Christus zijn perspectief in de Paasmorgen. De enigheid en de éénheid van dit heilswerk dient naar alle zijden in zijn vastheid en volkomenheid te leven voor de kerk van deze tijd.
De Goede Vrijdag is dan geen zwarte rouwdag, waarop men een houding aanneemt als was er een dode in huis. Het is maar niet de sterfdag van Jezus en een rouwdag voor de Christenen, het is veeleer de grote werkdag van de Christus Gods, waarop onze ziel verheugd mag luisteren naar zijn: „Het is volbracht!"
En Pasen bevestigt de onuitsprekelijk rijke betekenis van dit werk, omdat het de openbaring verzekert van het leven, dat nooit meer door de dood verwonnen zal worden.
Overgeleverd om onze zonden opgewekt om onze rechtvaardiging. Daarom zien wij Goede Vrijdag en Pasen in-één.
En het is de rijkdom voor het geloof als het dit mag verstaan en daar uit mag leven.

Kremer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1964

De Wekker | 8 Pagina's

Goede Vrijdag - Pasen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1964

De Wekker | 8 Pagina's