Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nadere Reformatie (IX)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nadere Reformatie (IX)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Brakels e.a.
Verder zijn bekend de beide Brakels. Theodorus à Brakel en Wilhelmus à Brakel. Theodorus à Brakel werd geboren in Enkhuizen (1608). Volgens sommigen heeft hij niet, volgens anderen wel een academische opleiding genoten. In 1653 aanvaardde hij de bediening des Woords te Makkum, waar hij op 14 februari 1669 gestorven is. Hij wordt genoemd als een vroom man, een gemoedelijk prediker, die zich geheel wijdde aan de belangen van zijn gemeente. Verschillende geschriften staan op zijn naam, zoals: „Het geestelijk leven eens gelovigen mens op aarde." Vooral bekend en geliefd was het werk: „De trappen des geestelijken levens". Herhaaldelijk zijn zijn boeken herdrukt. Op zijn zoon heeft hij een onuitwisbaar stempel gezet. Die zoon was: Wilhelmus à Brakel, die op 2 januari 1634 te Leeuwarden is geboren. Reeds als kind verkeerde hij onder tedere indrukken van God en was hij vol liefde tot de Heere Jezus.
Jong werd hij predikant en diende de kerken van Exmorra, Staveren en Harlingen (hier arbeidde hij met bijzonder veel vrucht). In 1673 kwam hij naar Leeuwarden en hield daar de zgn. conventikelen (gezelschappen). In 1682 werd hij voor vier weken geschorst, omdat hij beweerd had, dat geen overheid recht had om een predikant af te zetten. Hij beklom toch de kansel. Het bleek dat de overheid het recht der kerk niet wilde verkorten in discipline en censuur, maar alleen bezwaar had tegen de manier waarop het werd gezegd (afgekondigd). Zo verviel de reden tot schorsing, en kwam een verzoening tot stand in het voordeel van Brakel. In 1683 volgde het beroep naar Rotterdam; de eerste maal bedankte hij, maar later nam hij het aan. In Rotterdam kwam tijdens zijn aanwezigheid een grote geestelijke opbloei. Achtentwintig jaar heeft hij daar met grote zegen gewerkt.
Zijn collega's waren: Abraham Hellenbroek, Petrus Dinant, Fruitier en Franciscus Ridderus. Deze waren allen mannen van naam. In zijn prediking was Brakel eenvoudig. Zielen de weg des heils te wijzen was zijn doel; streng was hij op de zondagsviering. Het aantal avondmaalgangers nam zeer toe. Ook had hij een catechisatie, waar de vromen hun zielstoestanden met elkaar bespraken tot opscherping der godzaligheid. Hij raakte in strijd met de overheid die zich mengde in het beroepingswerk. Brakel hield toen een scherpe preek met als tekst Ps. 2:6, „Ik toch heb mijn koning gezalfd over Sion" en bestrafte daarin de overheid. Hem werd de kansel verboden en het traktement ingehouden. Later onderwierp hij zich. Brakel stierf 30 oktober 1711. Zijn beroemdste werk is: „Redelijke godsdienst". Het werd in 1700 uitgegeven en in tal van drukken verspreid. Dit is de populaire dogmatiek van de gereformeerden in Nederland geworden. Brakel bezat een scherp verstand, helder oordeel en was vlug van begrip. Hij was vooral een man van het gebed; hij bestreed de Labadisten en was een zeer gematigd chiliast. Dat hij op een eenvoudige manier onderwees, blijkt ons uit een citaat van hem over wedergeboorte en bekering:
a) „Sommigen worden schielijk in een korte tijd overgebracht, als in één ogenblik, gelijk Zacheus en de moordenaar. Anderen langzamer.
b) Sommigen worden overgebracht door en met grote verschrikkingen en ontsteltenissen der Wet, des doods en der verdoemenis, als op de Pinksterdag en de stokbewaarder (Hand. 16:27).
c) Sommigen op een zeer evangelische wijze. De zaligheden en de volheid van de Middelaar overstelpen de ziel en de zaligheden van de evangelische goederen vervullen zo hun zielen dat zij geen tijd hebben aan hun zonden met verschrikking te denken. Maar zij worden als verslonden door het evangelie en zij ontvangen Jezus met blijdschap als Zacheus (Luk. 19:3,10).
d) Sommigen brengt de Heere over in veel dankbaarheid door het gezicht van de waarheden. Zij hebben niet veel smartelijke droefheid, ook geen verrukkelijke blijdschap, maar een genoegen in en zoete goedkeuring van de waarheden. Dit zijn doorgaans de bestendigste en vaste christenen.
e) Sommigen worden bekeerd, allengskens, met vele wisselingen van droefheid, blijdschap, geloof, ongeloof, strijden, overwinningen, vallen, opstaan.
En dit is de gewone weg die God houdt in de-bekering van de meesten.
Maar dat zeggen wij dat niemand bekommerd moet zijn over de wijze van bekering, omdat hij niet is overgebracht op deze of gene wijze, die men zich zelve voorschrijft of op welke anderen bekeerd zijn. Zo de bekering daar is zo is het wel".
Onder de mannen der nadere reformatie kan ook nog gerekend worden Herman Witsius, die uitmuntte als geleerde en redenaar. Hij heeft de roem der universiteiten van Franeker en Leiden niet weinig verhoogd. Zijn stem was ernstig, zoals bleek uit zijn werk: „Twist des Heeren met Zijn wijngaard" en uit zijn praktikale godgeleerdheid. Wij verwijzen de lezer, wat Witsius betreft, gaarne naar de mooie dissertatie van Prof. Dr. J. v. Genderen.

Biezelinge, van Dijken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1964

De Wekker | 8 Pagina's

De nadere Reformatie (IX)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1964

De Wekker | 8 Pagina's