Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Is het geloof vrijblijvend? (Vragen over het geloof 3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Is het geloof vrijblijvend? (Vragen over het geloof 3)

6 minuten leestijd

Nog een derde vraag wil ik stellen na de twee vorige. Is het geloof vrijblijvend?
Voor sommige mensen is het geloof zo iets als een kwestie van smaak. Je voelt er voor of je voelt er niet voor. En als je ergens niet voor voelt, dan laat je dat rusten. Je gaat er aan voorbij. De een houdt van muziek en de ander voelt er niets voor. De een is een echte sportliefhebber en de ander moet daar niets van hebben. Zo zou het ook met het geloof zijn.
Iemand zei eens tegen mij: U gaat 's zondags naar de kerk en ik naar het voetbalveld. Het is maar net waar je idee voor hebt. Je moet elkaar daarin vrijlaten. En dan even goede vrienden.
Is het waar dat geloof een vrijblijvende zaak is, waar je op gelijke wijze voor voelen en niet voor voelen kunt?
Er zijn ook ouders die menen dat in de zaak van de godsdienst en het geloof de kinderen moeten worden vrijgelaten. Daarin zouden dezen later als ze groot geworden zijn zelfstandig moeten kunnen kiezen. De ouders laten de kinderen volkomen vrij. Tenminste in de zaken van het geloof.
In andere dingen geldt dat natuurlijk niet. Je kunt de kinderen niet vrijlaten om elk uur van de dag en van de nacht thuis te komen. Er moet orde zijn. Het kind moet wat dat betreft discipline leren.
Het kind kan natuurlijk evenmin vrijgelaten of het naar school wil of niet. Dat is een zaak van plicht. Het kind moet naar school en zelfs als het kan naar een school voor voortgezet onderwijs. Wat zou er van het kind terechtkomen als je het vrijliet? De school hoort bij de vorming en de opvoeding van het kind. Het zal later een behoorlijke plaats in de maatschappij moeten kunnen innemen. En hoe zal dat kunnen als het niet of ongeregeld naar de school gaat?
Het kind moet ook gehoorzamen. Het zou een vreemde janboel worden als het kind vrij was om de wil van vader te gehoorzamen of niet te gehoorzamen.
Maar alleen het geloof is vrijblijvend! Wat dat betreft is er geen orde of discipline. Zo redeneren en denken velen.
Is het waar dat het geloof een zaak van vrijblijvendheid is? Geen sprake van.
Het geloof is, om het eens eenvoudig te zeggen, ons ja-woord op Gods Woord.
Wanneer in zondag 7 van onze catechismus wordt gevraagd, wat een christen nodig is te geloven, dan luidt het antwoord: al wat ons in het evangelie beloofd wordt.
In dat evangelie komt God tot ons met Zijn Woord, met Zijn rijke beloften van eeuwige verlossing.
Daartoe gaf Hij ons Zijn eigen Zoon Jezus Christus. Deze heeft in de weg van Zijn lijden en sterven het heil voor zondaren verworven. Hij die geen zonde gekend heeft is door God tot zonde gemaakt opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem (2 Cor. 5:21).
En nu wordt ons in het Woord Gods alle heil en zaligheid in Jezus Christus aangeboden.
Buiten Christus is geen heil. De behoudenis is in niemand anders, want er is ook onder de hemel geen andere naam de mensen gegeven, waardoor wij moeten behouden worden (Hand. 4:12).
En voorts is de belofte des evangelies, dat een iegelijk die in de gekruisigde Christus gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Dordtse Leerregels II,5).
We worden geroepen tot het geloof. Dat is geen zaak van vrijblijvendheid. Het is roeping van Godswege tot ons.
De Dordtse Leerregels vervolgen omtrent de belofte des evangelie dat deze alle volkeren en mensen, tot wie God naar Zijn welbehagen Zijn evangelie zendt, zonder onderscheid moet verkondigd en voorgesteld worden met bevel van geloof en bekering. Let wel: met bevel van geloof. Dat is iets anders dan dat de mens in deze wordt vrijgelaten.
God komt tot ons in het evangelie met het welmenend aanbod van Zijn genade en verlossing. Want zovelen als er door het evangelie geroepen worden, die worden ernstig geroepen (D.L. III,IV,8).
Daarom is een ongelovig voorbijgaan aan het evangelie, waarmee God tot ons komt, een belediging voor God.
Een kind kan maar niet een vrijblijvende houding aannemen tegenover de liefde van zijn ouders. Het is zonder meer tot wederliefde verplicht. Een getrouwde man kan maar niet zich vrijblijvend gedragen tegenover zijn vrouw, die hem haar liefde geschonken heeft.
Zo kunnen wij ook geen vrijblijvende houding aannemen tegenover God, die ons Christus heeft gegeven en in Hem zaligheid belooft. Reeds in onze prille jeugd heeft God die belofte ons gedaan en in de doop bekrachtigd. Daarom heeft ook het kind met het evangelie en de beloften Gods te maken en niet pas de volwassene.
We worden allen tot het geloof geroepen. Ongeloof is een ongeoorloofde houding van de mens tegenover God. Wie die mens ook is! God vraagt ons ja-woord op Zijn Woord.
Misschien zal iemand vragen; Maar kan de mens dan geloven?
Dat is een tweede zaak. Eerst moet die andere voor ons vaststaan, dat het geloof geen zaak is van vrijblijvendheid, maar dat wij daartoe van Godswege worden geroepen.
Het is waar. De mens kan uit zichzelf niet geloven. Het geloof is een gave Gods.
Dat tekent intussen onze verdorvenheid en vijandschap. Er zijn mensen die hun onmacht tot een bolwerk maken om er zich achter te verschuilen. Men denkt daarin nog een argument te hebben om zich tegenover God en Zijn evangelie te verontschuldigen. Ten onrechte!
De onmacht om te geloven accentueert des te meer onze vijandschap. Onze onmacht is tegelijk onwil.
Het moeten en niet te kunnen moet ons uitdrijven naar Hem, die het beloofd heeft. Ook het geloof behoort tot de beloften van Zijn evangelie. En Hij wil het geloof in onze harten werken door Zijn Woord en Geest.
God werkt middellijk. En daartoe behoort ook het onderwijs der ouders. We hebben als ouders van Godswege een taak om onze kinderen te roepen tot het geloof. We moeten hen wijzen op de noodzakelijkheid van geloof en bekering.
Ik weet wel, dat wij als ouders onze kinderen niet tot het geloof kunnen brengen. Wij kunnen hen niet bekeren.
Maar we hebben de taak en de opdracht om hen op te roepen tot het geloof en de dienst des Heeren. En dat biddend, pleitend op Gods rijke en onwankelbare beloften.
Hoe dikwijls wordt in de Schrift niet op die taak der ouders gewezen!
Is het geloof vrijblijvend? Volstrekt niet.
Bekeert u en gelooft het evangelie (Mark. 1:15).
Maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden (Mark. 16:16).
Heere, geef Gij ons het geloof!
En daarin wordt God verheerlijkt.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1964

De Wekker | 8 Pagina's

Is het geloof vrijblijvend? (Vragen over het geloof 3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 april 1964

De Wekker | 8 Pagina's