Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Solidariteit

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Solidariteit

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Drie weken geleden schreven we een artikel onder de titel: Om het isolement? Naar aanleiding van dit artikel werd de wens uitgesproken dat in deze rubriek ook eens geschreven werd over solidariteit, die toch wel in tegenstelling staat met isolement. Is het niet veel juister de solidariteit te beklemtonen dan het isolement? Moeten we niet van de solidariteit uitgaan en moet het isolement langzamerhand niet worden opgeborgen?

Goede zaak
We zullen moeten beginnen met te erkennen dat solidariteit een goede, wenselijke, ja noodzakelijke zaak is in het menselijke leven. Van Dale omschrijft solidariteit in het bekende woordenboek als „bewustzijn van saamhorigheid en bereidheid om de consequenties daarvan te dragen".
In een schoolklas is solidariteit een bekend begrip. De leerlingen hebben gemeenschappelijke belangen, vormen een eenheid en treden als zodanig naar buiten op. Ze laten elkaar niet in de steek, verraden elkaar niet en doen zoveel mogelijk gemeenschappelijk.
Op kantoor en in fabriek, overal waar mensen samen zijn en samenwerken is solidariteit een goede zaak. Ontbreekt die solidariteit, dan treden allerlei spanningen op, wordt de kracht van de groep gebroken en zal men weinig invloed kunnen oefenen.
Solidariteit komt aan de orde overal, waar men als mensen met elkaar te maken heeft. Als men samen in een trein reist, met een reisgezelschap op stap is, met andere mensen bij een verkeersongeluk betrokken is — we noemen maar enkele willekeurige voorbeelden — is er weer een bepaalde vorm van solidariteit. We zijn op elkaar aangewezen. Het gaat er om elkaar te helpen, naastenliefde te betonen, ons menselijk te gedragen.
Het is duidelijk dat deze solidariteit van ieder mens, christen of niet-christen, wordt gevraagd.
We wonen b.v. naast een gezin, dat niet naar de kerk gaat. Maar als buren hebben we een bepaalde verantwoordelijkheid tegenover elkaar en ook wel met elkaar, als het gaat om bepaalde buurtbelangen. Het is een geruststellende gedachte, wanneer men in voorkomende gevallen zich tot de buren kan wenden om hulp. Het is duidelijk dat dit alles met solidariteit heeft te maken.
Maar hier komen tegelijk de vragen. Welke consequenties heeft het christen-zijn voor de beleving van de solidariteit? Kan er een conflict ontstaan tussen burenbelang en geloof? Kan een geloofsovertuiging de solidariteit op kantoor of fabriek ondermijnen? Welke houding moet een christen aannemen, als hem het verwijt wordt gedaan: jij doet natuurlijk weer niet mee; jij bent weer de spelbreker; jullie kunnen ook nooit eens solidair zijn.
Ieder weet dat deze vragen telkens weer aan de orde zijn.
Solidariteit is een goede zaak op zichzelf, maar er zitten haken en ogen aan in de praktijk. Dat merken onze kinderen al, als ze niet met alles meedoen, waar iedereen in de buurt mee meedoet.

Besmet begrip
Solidariteit heeft inzonderheid na de tweede wereldoorlog een bepaalde betekenis gekregen. Het woord is een rol gaan spelen in de theologie. En theologie is geen studeerkameraangelegenheid alleen, maar wordt omgezet in practisch handelen.
Het is vooral de theologie van Karl Barth, die een bepaalde plaats aan de solidariteit heeft toegewezen, die sindsdien doorwerkt in het Nederlandse geestesleven en ook ons in de praktijk confronteert met allerlei vragen.
Bij Barth wordt in zijn verkiezingsleer de solidariteit tussen kerk en wereld, tussen gelovigen en ongelovigen sterk geponeerd. Alle mensen zijn verkoren; alleen alle mensen weten het vandaag nog niet. Daarom moet dat hun verteld worden. Daar ligt de opdracht van de kerk. De inhoud van de prediking en de boodschap van de evangelisatie is: gij mensen zijt verkoren; gij zijt behouden. Aanvaard deze rijkdom. Wij kunnen met een glimlach uw verzet en uw onverschilligheid tegenover het Evangelie bekijken. We weten ons vanuit deze visie solidair met alle mensen. Het is duidelijk dat op deze wijze het onderscheid tussen gelovigen en ongelovigen wordt uitgewist. Deze solidariteitsleer heeft een grote rol gespeeld in de z.g.n. doorbraak, in het verzet tegen de chr. organisaties, in het verzwakken van de keuze voor de chr. school. Deze visie heeft invloed op de benadering van de buitenkerkelijke mens. Men begint met zich solidair met hem te verklaren: solidair als zondaar en solidair als verkorene.
Solidariteit wordt vandaag vertaald als medemenselijkheid. Het is dit begrip, dat met recht een besmet begrip kan worden genoemd. Immers wordt het in allerlei kringen vandaag zo gesteld dat het Evangelie er is om ons de medemenselijkheid te proclameren en te doen beleven. Dit is de spits van de boodschap: laat de medemenselijkheid uitkomen.
Dit is een gevaarlijke situatie.
Niet de scheidslijn, die door Gods vrije genade in het leven wordt getrokken, staat op de voorgrond, maar de samenleving als mensen, die niet persoonlijk hoofd voor hoofd radicaal veranderd zijn door wedergeboorte en bekering, doch allen zijn opgenomen buiten hun weten in de verkiezing in Christus.
Deze medemenselijkheid doet tekort aan de wezenlijke boodschap van het Evangelie. Zeker, liefde tot de naaste is het tweede gebod, gelijk aan het eerste. Misschien zit er in de propaganda voor de medemenselijkheid een reaktie op de houding, van die christenen, die tekort schoten in heiligmaking en in farizese hoogmoed zich van hun medemensen afscheidden en zich ver boven hen verheven waanden. Hoezeer we dat ook afkeuren — dit doet ons niet overgaan op deze lijn van de solidariteit. Het Evangelie van Gods genade wordt in feite hier vervaagd.

Practische keuze?
Moeten we in de praktijk nu een keuze doen tussen isolement en solidariteit? Is het juist dat de een alle nadruk legt op het isolement en de ander de solidariteit propageert? Moeten we kiezen voor het een tegen het ander?
Die keuze moet niet worden gedaan. Er is een verkeerd isolement en er is een goede solidariteit. Dat moet ons reeds voorzichtig maken om deze twee tegen elkaar uit te spelen.
Het is onjuist om zich bij voorbaat af te zetten tegen de ander en alle contact met hem te verbreken, omdat hij een ongelovige is of zelfs omdat hij lid is van een andere kerk.
Het is evenzeer onjuist om zich bij voorbaat solidair te verklaren met ieder, die wij maar ontmoeten.
Christenen zijn mensen, die leven uit het Evangelie. In hun leven is het geloof in het woord van Gods genade het alles beheersende.
Wie zo leeft wordt in het isolement gedrongen. De christen zoekt het isolement niet bij voorbaat. Hij komt in het isolement omdat hij het ernstig neemt met de eis van Gods Woord, Dat brengt hem tot een eigen levenshouding; tot een levenskeuze, die in de grote en kleine zaken van het leven doortrekt.
Maar in het hem opgedrongen isolement wil hij tegelijk solidair zijn, Hij is in zijn isolement naar de wereld gekeerd. Hij heeft een roeping en een taak. Hij kan noch mag zich onttrekken aan de plichten, die de menselijke samenleving stelt. Maar altijd vanuit het geloof; want al wat uit het geloof niet is, is zonde.
De christen gaat niet bij voorbaat zich afscheiden van iedereen. Maar het Evangelie zelf trekt scheidslijnen. Er is nu eenmaal een antithese tussen geloof en ongeloof, tussen God en Satan, tussen Christus en de Antichrist. Die antithese werkt door.
Maar het isolement, waarin God Zijn kerk plaatst, is een isolement dat bedoelt vruchtbaar te zijn. Als Abraham door Gods verkiezing uit zijn land en zijn maagschap wordt uitgeleid en bestemd voor het goddelijk heil, betekent dat geen verarming, maar uiteindelijk een verrijking voor de hem omringende wereld; dan worden in hem alle volken gezegend (Brillenburg Wurth in „Heroriëntering", pag. 59).
We besluiten met te zeggen: er kan geen waarachtige solidariteit zonder isolement zijn; maar er kan ook geen goed isolement zijn dat zich niet toespitst in solidariteit; niet in de besmette, maar in de diep christelijke zin van het woord.
Het is de Heiland Zelf, Die in het isolement, waarin het dragen van de straf der zonde Hem bracht, de rechte solidariteit heeft getoond. Afgescheiden van de zondaren heeft Hij voor zondaren geleden tot hun eeuwig heil en tot gemeenschap met de Drieënige God en met elkaar!

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1964

De Wekker | 8 Pagina's

Solidariteit

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 juli 1964

De Wekker | 8 Pagina's