Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Houding tegenover vernieuwingen (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Houding tegenover vernieuwingen (I)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige nummer bespraken we het boekje van dr. C. Graafland „Verschuivingen in de gereformeerde bondsprediking". De in dit geschrift aan de orde gestelde zaken raken ook voor een groot deel ons kerkelijk leven. Op menige bladzijde herkennen we onze eigen problematiek. De inhoud van dit boekje plaatst ons opnieuw voor de vraag hoe onze houding tegenover allerlei veranderingen en vernieuwingen in het kerkelijke leven moet zijn.

Geoorloofd?
In het genoemde boekje wordt een apart hoofdstuk gewijd aan de vraag: Zijn verschuivingen geoorloofd? Het is niet onze bedoeling dit hoofdstuk in onderdelen te bespreken.
Het gaat ons om deze gedachte: verschuivingen en vernieuwingen zijn onmisbaar. „En dat niet allereerst, omdat de kerk met haar tijd moet meegaan, maar omdat de noodzaak tot vernieuwing als zodanig in het Woord Gods, nog dieper gegrepen, in de openbaring Gods geworteld is". De schrijver zegt dit nadat hij de vraag onder ogen heeft gezien of de verontrusting over allerlei verschuivingen in de prediking voortkomt uit een deugdelijke bron. „Niet de onderworpenheid aan het Woord, maar veeleer het ingekapseld zijn in een bepaalde traditie, die slechts ten dele in het Woord verankerd is, veroorzaakt een vrees voor elke verschuiving of vernieuwing." De algemene denktrant is: iedere verandering in prediking kan nooit een verbetering zijn, is altijd verslechtering.
Deze redenering wordt zeker gehoord, ook onder ons. Feit is evenzeer dat een andere wijze van zeggen, een andere aanpak van de tekst dan men tot dusver gewend was, velen verdacht voorkomt. Men vergeet intussen dat de meest behoudende dominee zijn preek niet meer opzet als de „oude schrijvers" deden. Anders gezegd: vergeleken met 200 jaar geleden zijn er overal verschuivingen en vernieuwingen. Er is niemand, die daar aan ontkomt. Ieder doet hier bewust of onbewust aan mee. Alleen: niet ieder verschuift in hetzelfde tempo. We zien tegelijk hoe sterk de traditie is en hoe groot het gevaar is dat men de gewoonte, de vorm van een bepaalde tijd geruisloos met Gods gebod gaat gelijk stellen. Gaat men van die gewoonte afwijken, dan menen sommigen of velen dat de waarheid Gods in het geding is. Hier zullen we nu op onze hoede moeten zijn. Enerzijds moeten we de traditie of wat dan ook niet gelijk stellen met Gods Woord en gebod. Anderzijds zullen we ook moeten weten waarom en uit welke motieven met een bepaalde vorm wordt gebroken èn welke andere vormen we hiervoor in de plaats stellen. Immers als we een bepaalde vorm verwerpen zonder er een andere vorm voor in de plaats te stellen, komen we terecht bij vormloosheid, die een uiting is van normloosheid.

De Waarheid
In de fundering van zijn mening dat verschuivingen geoorloofd zijn, zegt dr. Graafland o.a. ook: „Maar de waarheid is juist altijd nieuw, omdat zij geen statisch, maar dynamisch gegeven is". Een korte zin, waar heel wat in en heel wat achter zit. Gelukkig lezen we even verder dat het niet zijn bedoeling is een openbaringsbegrip voor te staan, waarin van de inhoud, de substantie der openbaring, waarvan de Schrift ons het getuigenis geeft, niet veel meer overblijft".
Toch blijven er vragen over; vragen die overal aan de orde zijn, zonder dat ze duidelijk worden geformuleerd.
Dr. Graafland zal bedoelen dat de waarheid Gods zo rijk is, dat geen enkele tijd en geen enkel mens die waarheid ooit volledig kan verstaan. Er zijn bepaalde tijden in de geschiedenis en in eigen leven, waarin we Gods Woord verstaan, zoals we dat Woord nog nooit hebben verstaan. Wie herinnert zich niet de oorlogstijd toen bepaalde bijbelgedeelten op een bijzondere wijze tot ons gingen spreken. Wie leest in een bepaalde periode van zijn leven bepaalde teksten niet als nieuw, hoewel hij ze al honderden keren heeft gelezen of gehoord? Welke dominee kent niet de ervaring dat hij een bepaalde tekst moest laten liggen en na verloop van jaren onvermoede diepten in diezelfde tekst ontdekt? Dat heeft niet alleen te maken met ons eigen hart en verstand; zelfs niet alleen met de omstandigheden, waarin we verkeren, maar toch ook met het karakter van Gods Woord, dat levend en krachtig is.
Maar tegelijk maken we bezwaar tegen de uitdrukking: de waarheid is geen statisch gegeven. Dat is in de huidige tijd in ieder geval onvoorzichtig gezegd. Zo heel gemakkelijk toch kan met deze uitdrukking het gezag van Gods Woord disputabel worden gesteld. Dit is zeker de bedoeling van dr. Graafland niet. Maar juist daarom dienen we goed te onderscheiden. Er wordt vandaag op nieuwe wijze weer bezwaar gemaakt tegen het feit dat de Godsopenbaring te boek is gesteld. Zit in het feit dat de Bijbel Gods Woord is toch niet een statisch element? Temeer als we duidelijk belijden dat het gezag van Gods Woord niet afhankelijk is van het getuigenis van de Heilige Geest in de harten der gelovigen. Wie dat belijdt ontkomt er niet aan om te wijzen op de vastheid van Gods Waarheid. We haasten ons er aan toe te voegen: wee de mens, die hier nu genoeg aan heeft; die strijdt voor het gezag van Gods Woord en ondertussen bezig is in zijn eigen leven het gezag van Gods Woord door zijn daden te ondermijnen door in strijd met Gods Woord te leven. Als dat gebeurt dan wordt heel gemakkelijk een vraagteken gezet achter de strijd voor het gezag van de Schrift. Dat gezag van de Schrift dient gelovig erkend en beleefd te worden. Maar al zou niemand buigen voor het gezag van de Schrift — de Schrift heeft in zichzelf gezag. Dat sluit niet uit, maar in dat we de waarheid Gods telkens weer nieuw kunnen verstaan. Hier ligt het eigen karakter van de Bijbel. We zijn op de Bijbel nooit uitgekeken, uitgelezen, uitgehoord. Juist omdat die Bijbel goddelijk gezag in zichzelf heeft.

Een paar vragen
Nu komen er, nadenkend over deze dingen, een paar vragen bij ons op, die van betekenis zijn voor heel het probleem van de veranderingen, waar we in allerlei verbanden mee te maken hebben.
Vast staat dat de Bijbel als levend en krachtig Woord Gods nooit veroudert en vergrijst; altijd nieuw is en ook steeds weer nieuw verstaan kan worden. Maar dat betekent niet dat de Bijbel in de ene tijd wezenlijk een andere boodschap heeft dan in de andere tijd. Elke tijd kan Gods boodschap wel op een bepaalde wijze horen. Maar de grondlijn van Gods boodschap is gelijk. We kunnen ons veel moeite geven om de Bijbel te „vertalen" voor deze tijd en de mens van deze tijd. Zo goed mogelijk gericht zal Gods boodschap moeten worden gebracht. Maar dat betekent tegelijk dat er aantal onvertaalbare woorden zullen overblijven. Anders gezegd: we kunnen nooit zoveel vernieuwen, veranderen en verschuiven dat het een Evangelie naar de mens wordt. Gebeurde dat, dan hadden we het Evangelie verkracht.
Het Evangelie van zonde en genade, dat geloofd wordt door de Heilige Geest, Die zondaren betrekt op de Zaligmaker, Gods Zoon, blijft in deze woorden onvertaalbaar. Hier kan en mag niet aan gewrikt worden.
Er wordt vandaag veel gesproken over verschillende taalvelden. De Amsterdamse dominee Barthold van Ginkel heeft hier grote nadruk op gelegd. Maar in de discussie met hem hebben zowel dr. H.J. Langman als prof. dr. G.C. van Niftrik, die nu niet bepaald Christelijk Gereformeerd is, op de ernstige consequenties gewezen. „De liefde maakt een doodgewoon meisje tot het mooiste ter wereld, maar mijn geloof maakt Jezus Christus niet tot Heiland. Hij is het, ook al zou er geen sterveling in Hem geloven".
Als dit zo is, wordt duidelijk dat we niet alles veranderen kunnen; dat het niet aangaat om allerlei woorden uit de Bijbel en de belijdenis der kerk overboord te gooien. We vragen dan ook: de verschuivingen in de prediking mogen toch ook alleen maar raken de vormgeving, de verpakking, de belichting, niet de wezenlijke inhoud, niet het grondpatroon van het Evangelie?
Alleen als we het daar over eens zijn, kunnen er vele verschuivingen plaats vinden, zonder bezwaar, zelfs dienst doen om het Evangelie nog beter, nog wezenlijker te verstaan.
Dezelfde vragen komen op als we denken aan de belijdenis. Geldt van onze gereformeerde belijdenis ook dat zij niet statisch, maar dynamisch is? Als ze niet dynamisch is, is ze daarmee veroordeeld en moet ze als niet terzake dienend daarom terzijde worden geschoven?
Als ze wel dynamisch is, betekent dat dan dat we niet gebonden zijn aan de woorden van de belijdenis, maar mogen we die oude woorden zelf een nieuwe moderne vulling geven?
Hopelijk begijpt de lezer wat we met deze vragen willen.
Dit: laten we voorzichtig zijn met te spreken over het dynamisch karakter van Gods Waarheid in tegenstelling met het statische. We komen het moderne denken in het gevlei en we gaan eigen positie nodeloos verzwakken.
Ook met betrekking tot het poneren van het geoorloofde van verschuivingen. Alleen als vast staat wat niet verschoven kan worden, kunnen we gaan spreken over verschuivingen. Maar als we gaan verschuiven zonder te weten waar we uitkomen en wat we bezig zijn te doen, zijn we zelf reeds in het verschuivingsproces opgenomen en schuiven we niet meer, maar worden we geschoven.
Dit gevaar is verre van denkbeeldig.
Een volgende keer willen we daarom nog even dieper ingaan op onze houding tegenover vernieuwingen.

J.H.V.

Dit artikel is opnieuw geplaatst omdat het zetsel (23-07) in de war gekomen was en het artikel daardoor vrijwel onleesbaar was geworden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1965

De Wekker | 8 Pagina's

Houding tegenover vernieuwingen (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 juli 1965

De Wekker | 8 Pagina's