Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Schriftuurlijke Oecumeniciteit (XV, slotartikel)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Schriftuurlijke Oecumeniciteit (XV, slotartikel)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

De oecumene en onze roeping
In het hogepriesterlijk gebed heeft de Heiland nooit gezegd: heilig ze in de eenheid, maar heilig ze in Uw Waarheid, Uw Woord is DE Waarheid. In deze woorden is de taak en de roeping der Kerk duidelijk aanwijsbaar. Duidelijk is hier, dat de oecumeniciteit der Kerken haar grens vindt in de Waarheid, bezegeld door het Woord van God.
Laat de rol der historie spreken en al de eeuwen door hebben Gods trouwe knechten, gegord met de Waarheid, de strijd gestreden tot het meest bittere einde. Al kostte het bloed en tranen, al knetterden de vlammen van de brandstapel, al werd hoon en vuil het deel van allen, die Gods Waarheid hooghielden, het was deze allen een eer de smaadheid van Christus te dragen.
Daarom moeten Kerken van Christus, die kinderlijk naar de Bijbel als Gods Woord willen luisteren en die smadend „fundamentalisten" en „biblicisten" worden genoemd, elkander vinden om haar roeping in wereldverband te vervullen: Staat dan, uwe lendenen omgord hebbende met de Waarheid.
Ik weet niet, of het U al eens getroffen heeft, als Paulus in Ef. 6:14 over de wapenrusting spreekt, dat de apostel niet als eerste noemt het schild des geloofs, noch ook de helm der zaligheid of het zwaard des Geestes maar hij benadrukt allereerst de gordel der Waarheid.
Zonder de gordel zou geen krijgsman het oorlogspad opgaan.
De lendenen omgorden is in de Schriftuitdrukking om aan te tonen de zetel van kracht. Wij lezen bijv. van Belsazar, dat de banden zijner lenden los werden (Dan. 5:6) d.w.z. zijn kracht begaf hem. In psalm 69:24 lezen wij „doe hun lenden waggelen, d.w.z. Heere, maak al Uw vijanden zwak.
Hieruit blijkt al duidelijker, dat de uitdrukking „Uw lendenen omgord met de Waarheid" niet anders ons wil inprenten, dan dat de Waarheid en de Waarheid alleen de kracht in onze strijd zal moeten zijn. Wij mogen moed scheppen, als we denken aan de wolke van getuigen, die wij rondom ons hebben en die ons herinneren aan het woord van onze Koning: wees getrouw tot de dood en Ik zal U geven de kroon des levens.
Trouw!
Dit woord is thans meer dan een leuze, meer dan een boodschap, meer dan een goede raad. Het is veeleer de eis van brandende noodzakelijkheid in een tijd als deze.
Het heeft misschien wel eens uw aandacht gehad, dat de Koning der Kerk onderscheid maakt, wat betreft de gaven van Zijn dienaren. Er zijn er met tien talenten, en met vijf, en met twee, en met één. Maar hoe ook onderscheiden, er is één ding, dat voor allen geldt en waaromtrent geen onderscheid kan noch mag gemaakt. Immers voor alle dienaren van Christus bestaat er slechts één eis, en die is „trouw".
Paulus schrijft aan de gemeente van Corinthe (1 Cor. 4:1-2) „alzo houde ons een ieder mens als dienaars van Christus en uitdelers der verborgenheden Gods." En voorts wordt in de uitdelers vereist, dat elk getrouw bevonden worde.
Trouw blijkt dus te zijn de enige ambtsplicht voor alle dienaren, al is men overigens in gaven en krachten van elkander onderscheiden.
Geen wonder, dat straks Christus Zijn dienaren tegemoet treedt, niet in het glanspunt van hun gaven en talenten, maar met de welkomstgroet: wel, gij goede en getrouwe dienstknecht.
Deze dienstknechten hebben hun voorbeeld in Christus zelf ontdekt.
Wij lezen in Hebr. 3:5-6 „Mozes is getrouw geweest in geheel zijn huis als een dienaar, maar Christus is getrouw geweest in geheel Zijn huis als Zoon. De Zoon des Vaders, die hier verre boven Mozes uitklimt, is getrouw geweest in het werk, dat de Vader Hem gegeven heeft om te doen.
Kunt U nu te beter verstaan, dat Christus van zijn dienaren niets anders vraagt dan trouw, waarvan Hij Zelf ons ten voorbeeld is geweest?
Wanneer trouw aan Gods Waarheid schuil gaat, wanneer de Waarheid wordt verkwanseld, en de mens in de waanwijsheid van zijn wetenschap de scepter in handen neemt, is het verklaarbaar, dat vele jonge mensen tegenwoordig niet meer weten, waaraan zij zich in de strijd om de Waarheid hebben te houden.
Het is zo verleidelijk voor ons jonge volk, ook voor onze studiosi, wanneer alom gehoord wordt: Geloof is ruim en breed, zo ruim als de wereld. Het geloof is niet zo eng, maar het ademt liefst in de koele luchten van de levende Heer, en van de Geest, die niet verengt, maar verruimt.
Wie nog vasthoudt aan de letter der Schrift, alsof God Zich zou binden aan boek, zit nog in de cel van het benauwende antieke Schriftgeloof. Ik las zelfs vóór enige tijd in een Christelijk Gereformeerd blad; „doordat de Bijbel de hervorming te voorschijn bracht, bracht de hervorming de Bijbel weer naar voren! Dit betekent geen biblicisme. Dan doet men net alsof er voor God in de wereld niets belangrijker is, dan alleen de Bijbel. Dan ziet men het rijk van God niet meer. Dan verliest men het zicht op de Geest en de Kerk, die het heil mag prediken en belijden." Toen ik deze woorden had gelezen heb ik wel wat grote ogen opgezet. Het kan misschien goed bedoeld zijn, maar het lijkt mij toch zeer gewaagd om zulk een Bartiaanse schaal te kiezen, waarop de Bijbel wordt afgewogen. Hier gaat alle zekerheid te loor. Wie niet door Gods Geest vastgezet wordt op de Rotssteen van Gods Woord, wie niet in de Bijbel God Zelf heeft ontmoet, waar zal zulk een mens vinden vreugdeolie voor treurigheid, en een gewaad des lofs voor de benauwde geest?
Drinken uit de volle Gods rivier van Gods Waarheid is het deel van allen, die als vreemdelingen het pelgrimspad gaan.
Aan de boorden van deze rivier wordt gezongen:
Uw Woord, ofschoon ik alles mis.
Is mij genoeg om 't donker op te klaren. God heeft zich aan Zijn Woord verpand.
De Bijbel geeft ons het werkprogram Gods, en dat werkprogram heeft God aan twee doorboorde handen toevertrouwd.
Ook hier geldt: de openbaring van Jezus Christus, die God Hem gegeven heeft.
Het is in de toekomst de vraag niet, wat mensen zeggen, wat theologen beweren, wat de meerderheid roemt, noch ook wat de „doorbraak" ons voorspiegelt. Het is alleen de vraag, wat de God der Waarheid, en het Woord der Waarheid — want die zijn één — van U en van mij en van elk belijder van Gods Waarheid eist.
Wie deze vraag diep op zich laat inwerken kan niet terecht komen in de Una Babylonica (de Wereldraad van Kerken) maar zoekt het in de Una Sancta-Katholica Apostolica Ecclesia (in de éne, heilige, algemene, apostolische Kerk), die haar continuïteit in niets anders vindt dan in Gods Waarheid.
Hier is Schriftuurlijke oecumeniciteit, die de grenzen wat verder heeft dan onze gereformeerde confessie.

S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1965

De Wekker | 8 Pagina's

Schriftuurlijke Oecumeniciteit (XV, slotartikel)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 december 1965

De Wekker | 8 Pagina's