Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gave der profetie (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gave der profetie (I)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Reeds geruime tijd ligt het boek van Mevr. E. C. van Petegem-Fey, getiteld Troost, troost mijn volk, op een bespreking te wachten. Het is uitgegeven door Hoenderloo's Uitgeverij en Drukkerij te Hoenderloo in samenwerking met de stichting „Vuur" als no. 4 van de Vuurpijlserie. Het boek ziet er keurig uit, telt 222 bladzijden en kost ƒ 5,—.
In dit boek wordt speciaal aandacht gevraagd voor wat samenhangt met Pinksteren en wel voornamelijk voor de gave van de profetie in de kerk.
In een uitvoerige inleiding schrijft ds. W.W. Verhoef te Hoenderloo over het „profetisch getuigenis". Hij verstaat daaronder „een evangelieverkondiging, die gericht is op de mensen en volken in de levensverbanden, waarin zij leven". Het evangelie van het Koninkrijk heeft te maken „met land en volk, met huwelijk en bewapening, met de haast van de tijd en de neurosen, met de oekumene en Israël, met de wereldzending en de rassenstrijd, met de politieke blokken en de topkonferenties, met Rood China en de internationale hulpverlening, met de versexualisering en de welvaart".
Het bijzondere van de profeten in de bijbel is ook, dat ze zich niet beperkten tot de persoonlijke godsdienstige zaken, maar het gehele leven in het oog hadden. „Hun profetie als de door God geopenbaarde boodschap is niet alleen op de godsdienstige houding van het volk, maar ook op de nationale en politieke verwikkelingen, op de zedelijke en maatschappelijke toestanden betrokken. Scherp en direkt gericht wordt er door hen gesproken. Het hele leven en samenleven heeft er mee te maken. De verhouding tot de volken rondom is in het geding. De politieke bedreiging door de grootmachten van die tijd heeft kennelijk Gods belangstelling". In de bijbelse profetie gaat het om „openbaringen, die van Godswege ontvangen worden, om bijzondere inspiraties door de Heilige Geest, om Godsspraken, gezichten, visioenen".
Ook de kerk is profetisch van oorsprong. En bij de funktionering van de kerk in de wereld gaat het om een profetisch getuigenis. Gewezen wordt naar het Pinkstergebeuren in Hand. 2. De uitstorting van de Heilige Geest staat in direkt verband met de profetie. De vervulling met de Heilige Geest brengt de profetie in de gemeente. Door het Pinksterfeest wordt het volk Gods weer een voluit profetisch volk. Gewezen wordt op de profetie uit Joel, die moet dienen om het Pinkstergebeuren voor de Joden te verklaren en het profeteren zo nadrukkelijk noemt. „Het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren en uw jongelingen zullen gezichten zien en uw ouden zullen dromen: ja, zelfs op mijn dienstknechten en mijn dienstmaagden zal Ik in die dagen van mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren (Hand. 2:17,18). De „openbaringen van de Geest" zijn: profeteren, gezichten zien, dromen dromen.
De Nieuwtestamentische gemeente is een gemeente met profeten (Hand. 11:17-28; 13:1-3; 19:16; 21:4,10-14). Profeten horen tot de ambtsdragers, die in de brieven van apostel Paulus genoemd worden. „Hij (God) heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars" (Ef. 4:11). En bijna gelijkluidend heet het in 1 Kor. 12:28: „God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars". De gelovigen worden opgeroepen te streven naar het profeteren. „Jaagt de liefde na en streeft naar de gaven des Geestes, doch vooral naar het profeteren" (1 Kor. 14:1). „Ik wilde wel, dat gij allen in tongen spraakt, maar liever nog, dat gij profeteerdet" (vs. 5). In dit hoofdstuk zijn vele uitspraken, waaruit blijkt, hoezeer de profetie een plaats had in de samenkomst der gemeente. Vergelijk verder: 1 Tim. 1:18; 4:14; 1 Thess. 5:21; Rom. 12:6.
Ds. Verhoef meent, dat profetie niet kan vereenzelvigd worden met de prediking. „Profeteren is een door de Geest geïnspireerd spreken". En dat was een gewoon verschijnsel in de gemeente van Christus. Dat profeteren was stichtend, vermanend en bemoedigend. En ds. Verhoef ziet geen reden om deze gave van de profetie in de gemeente als afgesloten te beschouwen. Wel roept hij op tot nuchterheid. Zo gemakkelijk kunnen persoonlijke gevoelens een rol gaan spelen en zelfs demonische invloeden tot de mogelijkheden behoren. Vooral in de Pinkstergroepen zegt ds. Verhoef, heeft onvoorzichtig en kritiekloos omspringen met profetieën tot droevige ontsporingen geleid. En uit de levens van grote heiligen is bekend, dat ze soms volkomen hebben gedwaald.
Het woord der profetie moet beoordeeld worden (1 Kor. 14:29). Men moet zich door de geestesuitingen niet van streek laten maken met het oog op de toekomstverwachting (2 Thess. 2:2). De apostel schrijft: „Veracht de profetieën niet, maar toetst alles en behoudt het goede" (1 Thess. 5:20,21).
Ds. Verhoef geeft verschillende richtlijnen voor de toetsing. Het is de liefde, waardoor de levenshouding van de profeet gestempeld dient te zijn. Christus waarschuwt voor de valse profeten, die van binnen roofgierige wolven zijn (Matth. 7:15). De vraag, die aan iedere profetie gesteld moet worden, is of het gaat om Jezus Christus en de God van de bijbel. Profetie moet aansluiten bij het geheel van de bijbelse visie en levenshouding. Hedendaagse profetie kan volgens ds. Verhoef in principe meer zeggen dan de bijbel zegt, maar dient zich geheel te bewegen in de lijn der Schrift. We moeten de profetie niet gaan toetsen aan eigen geloofs- of theologisch inzicht. Het kan zijn, dat profeten dingen zeggen, die we geneigd zijn te verwerpen, omdat ze niet met ons inzicht in de Schrift overeenkomen.
Met inachtneming van genoemde bijbelse nuchterheid en gestelde richtlijnen acht ds. Verhoef ook in onze tijd profetie mogelijk en zelfs opdracht.
Het boek van Mevr. Petegem-Fey wordt ons aangeboden als een specimen van profetische gave in onze tijd. Ds. Verhoef schrijft: „Het is geschreven door iemand, die in ruime mate in haar leven de gave der profetie ervaren heeft en die wat men wel noemt „een profetische bediening" heeft. Het boek dankt zijn ontstaan aan bijzondere inspiratie door Gods Geest, aan dromen, gezichten. Godsspraken".
Ds. Verhoef en anderen, die het boek van Mevr. van Petegem-Fey van harte aanbevelen, menen in haar boek met christelijke profetie van doen te hebben. Dat betekent niet, dat zij zich met de gehele inhoud kunnen verenigen. Vragen en in bepaalde opzichten voorzichtige kritiek blijven bestaan. Ik kom daar nog nader op terug.
Maar ondanks reserve is de positieve waardering groot. Ds. Verhoef schrijft: „Wat ons hier getoond wordt aan uitzicht voor de Kerk op aarde, in de verhouding der kerken onderling, in de toenadering tussen protestanten en katholieken, als dringende oproep tot boetedoening tegenover God en tegenover elkaar, als ontmaskering van ons gemeenschappelijke, schuldige verleden, hebben wij verstaan als een door en door bijbelse boodschap. En wat ons als visie gegeven wordt voor de oekumene, Gods kerk hersteld in eenheid en rijkdom, is een nadere uitwerking van wat in sommige groepen al geleerd werd over de „spade regen", de late uitstorting van Gods Geest, die de Kerk als bruid bereidt voor de bruiloft des Lams. Wat ons in deze visioenen getoond wordt aan goddelijke zorg voor de volken en ook voor ons volk, is van een bijbelse realiteit, die we voor ons geloof in deze stormachtige periode der geschiedenis maar al te zeer nodig hebben om als christen ook een goed burger in deze wereld en een goed vaderlander te zijn. Zo geven we dit geschrift als een stuk verkondiging aangaande de God van de bijbel. Zo wordt „de openbaring van de Geest gegeven tot welzijn van allen" (1 Kor. 12:7). Hedendaagse profetie kan ons iets uit de bijbel openbaren, wat we tot nu toe nog niet daarin ontdekt hadden. God gebruikt nieuwe profetie om ons de oude profetie weer te doen verstaan.
Profetie is verlichting met de Heilige Geest om vergeten schatten uit het woord van God weer voor de dag te halen".
Dat is nog al wat!
We willen de volgende maal zien wat Mevr. Petegem-Frey ons in haar boek te zeggen heeft.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1965

De Wekker | 8 Pagina's

De gave der profetie (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 december 1965

De Wekker | 8 Pagina's