Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgische bezinning (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgische bezinning (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Orden voor de Eredienst van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Met toelichting. Uitgave J.H. Kok, Kampen, prijs ƒ 3,25; bij meer exemplaren korting.

Nu bovengenoemd geschrift aan ons blad is toegezonden ter bespreking lijkt het mij, vooral voor hen, die hiervoor belangstelling hebben gewenst om enigszins breder dan in een gewone recensie aan dit werkje de aandacht te wijden.
Er is dan tegelijk gelegenheid om de aandacht te vestigen op wat er in de Gereformeerde Kerken ten aanzien de liturgische bezinning gaande is.
Voornoemd geschrift geeft de orden voor de eredienst, zoals die door de laatste synode van de Gereformeerde kerken, wel niet is vastgesteld, maar goedgekeurd, om in de kerken ter beproeving gegeven te worden, opdat de kerken zich in hun vergaderingen daarop kunnen bezinnen en er over uitspreken, waaruit dan t.z.t. kan volgen dat de Synode deze orden, min of meer gewijzigd, aanvaardt. Het lijkt mij, gezien de nogal ingrijpende veranderingen in het bekende liturgisch patroon, nog niet dadelijk rond te zullen zijn met een beslissing hierover. Het is volkomen waar wat in bovengenoemd geschrift staat ,,als er één ding is waarop wij in de kerk gevoelig reageren, dan is dat een verandering in de liturgie".
Het genoemde geschrift geeft nu deze nieuwe orden met daarbij een brede toelichting bij elk deel, die bedoelt voor de gemeente deze nieuwe liturgische vormen doorzichtig te maken.
Het moderamen van de Synode verzocht Deputaten, die zich met deze zaken bezig hebben gehouden deze toelichting te schrijven.
Ik kan niet anders zeggen dan dat zij zich voortreffelijk van hun taak gekweten hebben. Het geheel is helder als glas.
In de binnenzijde van de achteromslag vindt de belangstellende lezer (of gebruiker) in dundruk uitgave al de wijzigingen bij elkaar.
Met de beslissing van de synode, waaruit deze uitgave voortkwam is een nieuwe fase ingeluid van de bezinning op de liturgie en al wat daarmede samenhangt.
Al meer dan veertig jaar zijn er in de Gereformeerde kerken pogingen geweest om tot wijziging in de liturgie te komen. En er zijn ook heel wat wijzigingen tot stand gekomen. Er kwam een andere orde voor de eredienst, er kwamen gewijzigde formulieren, er kwamen nieuwe berijmingen van de psalmen, er kwamen gezangen, eerst enige, later nog weer meer.
Maar deze bezinning is grondiger dan één van de vorige geweest is. Voorheen bleef het grondpatroon van de liturgische orde zich aansluiten bij de lijn zoals die getrokken werd in de latere periode van de Reformatie. Dit is de lijn waarbij het geheel van de liturgie uiterst sober was en het alleen ging om de preek. De sacramentsbediening, met name de bediening van het H. Avondmaal werd iets afzonderlijks en geschiedde slechts vier maal per jaar. Uitgebreide formulieren werden geschreven om de gemeente te onderwijzen in de betekenis van het sacrament en de andere kerkelijke handelingen in de dienst.
Zich tot nu toe houdend aan dit grondpatroon, hebben de Gereformeerde Kerken wel enige toevoegingen gegeven in de voorgaande veertig jaar, maar b.v. ook aan de oorspronkelijke betekenis van de formulieren vastgehouden en deze wel gewijzigd wat taal en stijl betreft maar meer ook niet.
In de nu voorgestelde en toegelichte wijzigingen is een ander grondpatroon als uitgangspunt gekozen. Men is, in zeker opzicht, achter de Reformatie terug gegaan en heeft verschillende elementen uit de oud-christelijke kerk ingevoegd in het geheel.
Het kan niet ontkend - hoe men overigens ook over deze wijzigingen wil denken - dat op deze manier een logisch sluitende orde verkregen is.
Uiteraard is het hier gegeven voorstel aan de kerken niet uit de lucht komen vallen. Er is een zeer brede bezinning, neergelegd in een zeer instructief rapport, van niet minder dan 79 getypte folio-vellen, aan voorafgegaan. (Ook voor belangstellenden tegen kostprijs verkrijgbaar bij het Algemeen Kerkelijk Bureau v.d. Geref. Kerken te Utrecht).
Men wil bij deze nieuwe lijn vier grondtrekken in het oog houden voor de liturgie van de gemeente. Zij moet schriftuurlijk verantwoord zijn, historisch-oecumenische verbondenheid tonen met de kerken in het verleden, confessioneel gezien in overeenstemming zijn met het belijden der kerk en tenslotte voor de mens, de christen van heden, verstaanbaar zijn.
Er wordt onderscheid gemaakt, ook in liturgische orde tussen de morgen- en de middag/avonddienst. De morgendienst is de hoofddienst, de tweede is de leerdienst en kan ook als avondgebed worden opgezet. Verder gaat men uit van de gedachte dat in de morgendienst gelegenheid moet zijn, zo men dat wenst het Avondmaal te bedienen op een wijze die aansluit bij de Woorddienst.
Men gaat uit van de gedachte dat de samenkomst der gemeente om God te ontmoeten twee vaste punten heeft, waarom het andere gegroepeerd is.
Deze twee punten zijn de dienst des Woords en de viering van het Avondmaal. In Woord en teken komt de Heere tot zijn gemeente.
Naar goede gereformeerde orde gaat de dienst des Woords voorop, het Avondmaal komt aan het einde van de dienst.
Aan de dienst des Woords vooraf gaan twee bijzondere gedeelten n.l. de Intocht en de Verootmoediging. Op de dienst des Woords volgt de Dienst der offeranden. Wordt het Avondmaal niet bediend dan volgt de zegen, is dit wel het geval dan sluit de viering er van aan bij de offeranden.
Voor de doop is geen aparte plaats gegeven. De kinderdoop werd n.l. in de oude kerk niet in de dienst bediend maar elke dag en op elk gewenst uur óf in het portaal van de kerk óf in een afzonderlijke doopkapel zoals dat in de Roomse kerk nu nog het geval is.
Wat de doop betreft sluit het voorstel zich aan bij de onder ons bestaande gewoonte deze in de aanvang van de dienst te bedienen.
In een volgend artikel ga ik nog wat nader op deze voorgestelde wijzigingen in en hoop dan te laten zien welke zin men daaraan geeft.

Kremer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1966

De Wekker | 8 Pagina's

Liturgische bezinning (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 september 1966

De Wekker | 8 Pagina's