Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Synopsis of overzicht van de zuiverste theologie, samengevat in 52 verhandelingen en beschreven door Johannes Polyander, Andreas Rivetus, Antonius Walaeus, Antonius Thysius. In de Nederlandse taal overgezet door D. van Dijk, v.d.m. te Hollum. Deel II, 464 blz., Drukkerij-Uitgeverij J. Boersma Enschede, 1966. Prijs ƒ 25,—.
Na het verschijnen van de vertaling van het eerste deel der Synopsis (1964) is er in „De Wekker" in een recensie en in een tweetal artikelen op gewezen, dat dit een waardevol werk is. Het tweede deel draagt hetzelfde karakter als het eerste.
In een inleiding geeft ds D. van Dijk, die zich in het eerste deel kritisch had uitgesproken over prof. dr. H. Bavinck, rekenschap van zijn gevoelen. Hij vertelt hoe Bavinck hem meer dan eens teleurstelde. Voldoende grond voor zijn oordeel over Bavinck is dat m.i. niet.
Toch is deze inleiding van belang, omdat ds Van Dijk nog eens duidelijk weet te maken dat het in de dogmatiek gaat om echte wetenschap en werkelijke zekerheid. Het heeft hem diep getroffen, dat er juist door theologen zoveel problematisch gesteld en gerelativeerd wordt. Maar het komt er op aan God te geloven op Zijn Woord.
Dit zuiver gereformeerd geluid horen wij in de Synopsis. Ds Van Dijk heeft er blijkens zijn uitgave van dit klassieke theologische leerboek heel veel voor over gehad om het te laten doorklinken. Wij mogen hem er wel dankbaar voor zijn.
Natuurlijk kunnen wij niet blijven staan bij een dogmatisch werk dat dateert van 1625. Het heeft zijn gebreken, die ik niet meer behoef te noemen, en het kon nog geen antwoord geven op vragen die pas later gesteld zijn. Maar het is gewenst om bij allerlei onderwerpen ook de Synopsis te raadplegen.
In dit tweede deel staan o.m. verhandelingen over de kerk, de sacramenten en de laatste dingen. Er komt veel polemiek met Rome in voor.
Wij missen in de Synopsis een afzonderlijk hoofdstuk over het genadeverbond. Uit de disputatie over het sacrament van de doop blijkt, dat Walaeus niet alleen de gelovigen maar ook hun kinderen voor bondelingen houdt. De verbondsgedachte komt echter nog niet tot haar recht en Walaeus neemt evenals andere theologen uit die tijd zijn toevlucht tot een veronderstelling: „In allen die te dopen zijn vereisen wij van tevoren geloof en bekering, tenminste naar het oordeel der liefde". Bij de volwassenen is dan daadwerkelijke belijdenis van geloof en bekering noodzakelijk, terwijl in de verbondskinderen krachtens de Goddelijke zegeningen en het evangelisch verbond het zaad en de Geest van geloof en bekering gesteld zou moeten worden.
De vertaling is ook nu weer heel nauwkeurig. Een bijzondere vermelding verdienen de uitvoerige registers, die Ds Van Dijk aan het werk heeft toegevoegd. Behalve een register van zaken is er een alfabetische lijst van Griekse woorden, termen en uitdrukkingen.
Het tweede deel heeft een mooiere letter dan het eerste en laat zich daardoor gemakkelijker lezen.
Hopelijk zal er ook in de twinstigste eeuw belangstelling bestaan voor deze oude gereformeerde theologie en zal de Synopsis in de vertaling van ds D. van Dijk aan velen goede diensten bewijzen.

Van Genderen


Ds. G.H. Kersten, De Gereformeerde Dogmatiek voor de gemeente toegelicht, tweede druk in twee delen, N.V. Uitgeverij De Banier, Utrecht, 1966. Prijs ƒ 40,—.
Het was in 1947, een jaar voor zijn dood, dat ds G.H. Kersten zijn dogmatiek publiceerde, waarin hij de voornaamste hoofdstukken van de gereformeerde leer op een eenvoudige manier trachtte te behandelen. Zijn uiteenzettingen zouden, naar hij hoopte, aanleiding geven tot voortdurend onderzoek „opdat zij weerstaan worden, die nieuwe, van de oude beproefde leer afwijkende gevoelens willen invoeren".
De dogmatiek van Kersten was jarenlang uitverkocht en verscheen nu in een onveranderde herdruk. Er. is alleen nog een uitvoerig tekstregister in opgenomen.
De titel zou de indruk kunnen wekken, dat de gereformeerde dogmatiek op de een of andere wijze vastgelegd is en alleen nog maar toegelicht moet worden. Maar zo is het niet. Er is meer dan één gereformeerde dogmatiek, en dit is de gereformeerde dogmatiek, zoals ds Kersten die aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten in Rotterdam heeft onderwezen.
Kersten was een man, die wist wat hij wilde. Hij was ook een strijdbare figuur. We herkennen hem in dit werk, waarin hij zich zeer beslist uitdrukt en zonder aarzeling knopen doorhakt. Een enkele keer wordt ruimte gelaten voor een andere opvatting, maar in de regel trekt de auteur er fel tegen van leer. Hij doet andersdenkenden niet altijd recht.
Een citaat ter illustratie: ,,Het Verbond der Genade losmakend van de uitverkiezing in dien zin, dat men het gesloten acht ook met niet-uitverkorenen, n.l. met Abrahams natuurlijk zaad en mitsdien met alle gedoopten, hebben de voorstanders van dit verbondsbegrip een verbondsleer voorgesteld, die het verbond geheel ontzenuwt. Prof. Heyns, ds Jongeleen en ds Woelderink hebben dit verderfelijk stelsel verbreid. Ook Prof. Schilder is van dit gevoelen" (I, blz. 311).
Hier zou veel over te zeggen zijn, maar het is in een recensie niet mogelijk om diep in te gaan op het verschil tussen ds Kersten en ons inzake het genadeverbond, de verbondsbelofte, de bondszegelen en wat er verder mee samenhangt. In vroeger jaren is er in ,,De Wekker" heel wat over te doen geweest!
In de leer van het genadeverbond en in vele andere opzichten sluit ds Kersten zich meer aan bij Comrie dan bij Calvijn, en dat is m.i. te betreuren.
Merkwaardig is de plaats die aan de leer van de kerk wordt gegeven. In het tweede deel bespreekt de schrijver de orde des heils. Terecht stelt hij roeping en wedergeboorte voorop. Dan volgt het hoofdstuk over de kerk, en daarna gaat het over geloof, rechtvaardigmaking, heiligmaking en volharding.
Er is mij geen andere gereformeerde theoloog bekend, die de kerk tussen de wedergeboorte en het geloof plaatst. De motivering op blz. 108 is allerminst voldoende.
Van de onderscheiding tussen zichtbare en onzichtbare kerk wil ook Kersten geen scheiding maken. Toch gaat het wel sterk in die richting wanneer hij de onzichtbare kerk als de vergadering der uitverkorenen beschrijft en de zichtbare kerk als een vereniging van gelovigen, vrijwillig aangegaan, ter onderlinge oefening van de gemeenschap der heiligen of ter onderlinge mededeling van die zaken, welke op de zaligheid betrekking hebben. Wij zien in deze leer van de kerk te weinig van het kerkvergaderend werk van Christus.
Kerstens beschouwingen over de belijdenis des geloofs staan met zijn voorstelling van de zichtbare kerk in verband. Ze bieden enige steun aan de gedachte, dat men ook wel belijdenis der waarheid mag doen, al is dat niet ideaal.
Zo lezen wij in deze dogmatiek wel meer, waartegen bezwaar te maken is. Dat neemt niet weg, dat er verscheidene passages in voorkomen waarmee wij ons ook als Christelijke Gereformeerden van harte kunnen verenigen. Kersten wilde de soevereiniteit van God onverminderd laten gelden en het volstrekte gezag van de Heilige Schrift handhaven.
Het is van belang, dat men nooit behoeft te raden naar zijn bedoeling. Ook meningen, die in ultra-gereformeerde en doperse kringen voorkomen worden in dit werk afgewezen.
Twee voorbeelden: het meer waarde toekennen aan gezelschappen dan aan het verkeren in Gods huis, en het ,,in dwaze hoogmoed" drijven, dat de zaligheid aan de bewuste verzekering des geloofs hangt, waarbij allen buiten de genade gesloten worden, die tot deze volle verzekering niet zijn gekomen (II, blz. 124 en 163).
Het boek is met zijn ongeveer 800 bladzijden niet al te uitvoerig, het is goed leesbaar, en „De Banier" heeft het royaal uitgegeven.

Van Genderen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1967

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1967

De Wekker | 8 Pagina's