Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus aanvaardt zijn ambt (Jezus en zijn ambt 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus aanvaardt zijn ambt (Jezus en zijn ambt 1)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus echter antwoordde en zeide tot hem: Laat mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen. Matth. 3:15.

Jezus is de grote ambtsdrager.
Dat ligt ook in Zijn naam opgesloten. Zijn naam is Jezus Christus. Jezus wil zeggen dat Hij Verlosser is. De naam Christus betekent gezalfde. En gezalfde is ambtsdrager.
Onder het oude volk Israël werden ambtsdragers gezalfd. Die zalving was een teken van hun goddelijke roeping en aanstelling.
Christus is de Gezalfde van de Vader. Dat wil zeggen, dat Hij door de Vader is geroepen en aangesteld om Verlosser te zijn.
De naam Jezus spreekt van Zijn zaligmakend werk.
De naam Christus zegt, dat Hij dat zaligmakend werk als ambtsdrager verricht. Dat betekent, dat Hij dat doet in opdracht van de Vader.
Ambt wijst altijd op roeping en aanstelling en opdracht.
Die een ambt bekleedt heeft een roeping en een opdracht en een verantwoordelijkheid tegenover zijn opdrachtgever.
Zo is het met de kerkelijke ambten van predikant, ouderling en diaken. Daar wordt men toe geroepen en men heeft een roeping en een verantwoordelijkheid van Godswege.
En allen worden we geroepen tot het ambt der gelovigen om ons leven te stellen in Zijn dienst. Dan zijn we onze eigen baas niet, maar vragen: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?
Jezus is de grote ambtsdrager. Hij weet Zich door de Vader gezonden met een opdracht van de Vader.
Dat wist hij als jongen van twaalf jaar al. Toen sprak hij tot Jozef en Maria: Wist u niet, dat ik moest zijn in de dingen van Mijn Vader?
Zijn spijs is te doen de wil van de Vader, die Hem gezonden heeft.
En aan het eind van Zijn leven hier op aarde roept Hij uit: Het is volbracht.
Jezus is de Christus, de grote ambtsdrager.

Openlijk heeft Hij Zijn ambt aanvaard. Zoals alle ambtsdragers hun ambt altijd openlijk aanvaarden, zo heeft ook Jezus dat gedaan.
Hij heeft dat gedaan, toen Hij werd gedoopt in de Jordaan.
Het is best te begrijpen, dat Johannes bezwaar maakte, toen Jezus door hem gedoopt wilde worden.
De doop van Johannes sprak van tweeërlei: van zonde en vergeving.
Men stelt het wel eens voor alsof Johannes eenzijdig boeteprediker is geweest. Maar dat is niet waar.
Johannes was een ruim evangelieprediker. Hij predikte het rijk Gods. Dat is het rijk van Gods genade, waarin de mensen weer Gods kinderen mogen zijn en in Zijn gemeenschap mogen delen. Het is het rijk van eeuwige vrede en gerechtigheid.
Reeds de profeten hadden van dat rijk gesproken. Johannes echter mocht prediken, dat het rijk nabij gekomen is. Want de Christus is gekomen. En het rijk Gods bestaat met en in Hem. Buiten Hem is het rijk Gods ondenkbaar.
Maar Johannes zegt niet minder duidelijk, dat een mens aan dat rijk Gods alleen maar kan deel ontvangen in de weg van waarachtige bekering. Daarom roept Johannes tot die bekering op.
Doch als een mens zich bekeert, mag hij van Gods vergeving zeker zijn.
Daar is de doop in de Jordaan door Johannes het teken en zegel van.
Die doop door Johannes wast niet zelf de zonde af. Net zo min als dat tegenwoordig de doop zelf de afwassing van de zonde is. Maar zij is daarvan wel de garantie voor allen, die in Christus geloven en zich tot Hem bekeren.
Daarom is het begrijpelijk, dat Johannes bezwaar maakt tegen de doop van Jezus. Deze heeft immers geen vergeving nodig. Hij is zelf het Lam Gods, dat de zonde van de wereld wegneemt. Maar geen zonde behoeft van Hem te worden weggenomen.
Johannes kent zichzelf, wanneer hij zegt, dat dan eerder hij door Jezus dan Jezus door hem behoort gedoopt te wezen.
Maar Jezus houdt aan. Johannes mag Hem de doop niet weigeren. Want aldus moet Hij als Christus alle gerechtigheid Gods vervullen.

Jezus is Zich Zijn ambt en opdracht van de Vader goed bewust. En openlijk aanvaardt Hij aan de oever van de Jordaan Zijn ambt.
Hij moet de gerechtigheid Gods vervullen. Dat wil zeggen, dat Hij Gods wil volbrengen moet.
Gerechtigheid is de gehoorzaamheid van Gods wil. Dat is Zijn ambtsgehoorzaamheid. En daar hoort ook Zijn doop toe.
In die doop maakt Christus Zich één met Zijn volk. Eén in hun schuld en één in het oordeel, dat zij verdiend hebben.
Johannes mag de vergeving prediken en uitbeelden. Zij, die Zich in waarheid bekeren, mogen de vergeving ontvangen. Maar Christus moet in de weg van éénwording met Zijn volk in schuld en oordeel de vergeving voor hen verwerven.
Hij daalt in in hun nood, hun schuld, onder hun oordeel, opdat zij met Hem moge opstaan tot het eeuwige leven.
Daarom is Zijn doop uitzonderlijk. Onze doop is een teken en een zegel. Zijn doop is de volle werkelijkheid.
Later zegt Hij tot Zijn discipelen: Met de doop, waarmee Ik gedoopt word, kunt gij niet gedoopt worden.
Zijn doop is de weg van Zijn lijden en sterven.
Hij is bereid die weg te gaan.
Zo moet de gerechtigheid Gods vervuld worden.
Dat is Zijn ambtsopdracht.
En die opdracht aanvaardt Hij openlijk, door Zich te laten dopen.
Opdat Zijn volk eeuwig zou weten wat het aan Hem heeft.
Zijn doop is hun doop en Zijn opstanding hun opstanding.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 1968

De Wekker | 8 Pagina's

Jezus aanvaardt zijn ambt (Jezus en zijn ambt 1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 februari 1968

De Wekker | 8 Pagina's