Prediking, bijbelkennis en geestelijk leven
Het is de moeite waard eens na te denken over het feit, dat er in de kerk zoveel geklaagd wordt. Ik bedoel nu de kerk in de ruimere zin van het woord. Het zal niet nodig zijn dit toe te lichten. In geschriften en referaten wordt het uitgesproken en ieder kerkmens weet er wel van.
Nu komt dit ook op ander levensterreinen — helaas — veelvuldig voor, maar in de kerk zou men veeleer gejuich dan geklaag mogen verwachten!
Ik heb het nu niet over allerlei persoonlijke wrijvingen en botsingen, die — precies als in de wereld — een bron van wederzijdse gekanker zijn. Niet dat dit niet erg is, maar het is tenslotte een onderdeel van een groter geheel: het wijst op een ernstige geestelijke misstand.
En daarmee kom ik in de buurt van mijn eigenlijke onderwerp: er wordt geklaagd over de stand van het geestelijke leven der gemeente. In de Geref. Kerken is daar voor enige jaren zelfs een speciaal rapport over verschenen. Maar wanneer men ambtsdragers uit andere kerken ontmoet, hoort men, globaal genomen, dezelfde klacht. —
Het kerkvolk op zijn beurt klaagt óók, en wel over de prediking. Ik laat nu maar in het midden in hoeverre die klacht billijk is. Iemand zou terecht kunnen opmerken dat wie geen persoonlijk geestelijk leven kent, niet tot oordelen bevoegd is, en dat er in het geestelijke kinderen zijn, die de vaste spijze niet kunnen verdragen en waarderen. (Hebr. 5:12 en 13.)
In elk geval: de klacht over de gemeente in die over de prediking hangen met elkaar samen. Wij zullen het er wel over eens zijn, dat alleen de Heilige Geest hier uitkomst kan geven en er mag wel een voortdurend gebed opgaan om Zijn vernieuwende werking.
Maar de Geest gebruikt het Woord — en hier raken wij aan een andere klacht, die met de beide vorige nauw verband houdt: er is zo weinig gefundeerde bijbelkennis! Over de oorzaken daarvan zou veel te zeggen zijn, maar die kan iedere lezer zelf wel opsporen.
Ik zou hier liever willen wijzen op het onderlinge verband tussen prediking, bijbelkennis en geestelijk leven.
Iedere prediker en iedere aandachtige kerkganger kan gemakkelijk constateren dat bepaalde „stoffen” en teksten telkens weer in de prediking terugkeren. Ik preekte eens in een vacante kerk en kreeg na afloop te horen, dat ik over een periode van enkele maanden de vijfde was, die over dezelfde stof had gepreekt! Maar er zijn vele Schriftgedeelten, die nooit aan de orde komen, en die in het persoonlijk leven van voorganger en gemeente nauwelijks meespreken. De prediker en de kerkganger, die bij het ouder worden de balans eens opmaken, zullen het gemis daarvan voelen.
Vroeger werd dit ten dele opgevangen door de wekelijkse bijbellezingen, waarin bepaalde bijbelboeken in hun verband werden behandeld. Maar dat is — helaas — verleden tijd.
M.i. is er aan de beperkte tekstkeuze een ernstig bezwaar verbonden. Iedere kerk, richting, stroming, of hoe men het noemen wil, heeft de neiging een bepaalde theologie of beschouwing te accentueren. En nu gebeurt het heel licht — te goeder trouw en in volle ernst — dat een tekst wordt gelezen en behandeld uit die gezichtshoek, zodat onbedoeld zo'n beschouwing aan de tekst wordt opgedrongen en er over gaat heersen. Het gevolg is, dat de gemeente in de cirkelgang van zo'n stelsel wordt rondgeleid, terwijl het verband van de tekst soms zaken aanwijst, die van de grootste betekenis zijn voor de geestelijke bearbeiding der gemeente, maar die in de prediking eenvoudig niet aan de beurt komen.
Misschien zal iemand opmerken, dat je toch niet over iedere tekst kunt preken, o.a. omdat je over sommige Schriftwoorden niet zoveel te zeggen hebt, dat je er een preek mee kunt „vullen”, zonder er van alles bij te slepen. En dat is de bedoeling juist niet! Wat God in Zijn Woord zegt, is immers veel belangrijker dan dat wat wij er aan toevoegen.
Maar juist daarom meen ik, dat de prediking aan inhoud zou winnen, als zij zich in het algemeen niet zou beperken tot een enkel vers, waarbij dan het verband slechts vluchtig wordt aangewezen, maar als zij een praktisch-geestelijke uitlegging zou zijn van de gedachte-eenheid, die meestal een groter aantal verzen omvat. Alleen op die wijze komen ook die trekjes tot hun recht, die zo gemakkelijk vergeten worden als de preek zich strikt beperkt tot dat ene vers. Hopelijk is de tijd voorbij, dat de dominee een klein gedeelte van een vers tot tekst kiest en de gemeente tot verwondering brengt, „dat hij er zoveel uithaalt”!
Op gevaar af, dat ik mij schuldig maak aan het „onbevoegd uitoefenen van de predikkunde”, merk ik, dat ik bezig ben een lans te breken voor wat de Engelsen noemen „expository preaching” — uitleggende prediking. Hoe men het ook noemen moge, ik ben er van overtuigd, dat prediker en gemeente er wel bij zullen varen, omdat de majesteit van Gods Woord alléén, onder de beloofde leiding des Geestes, vele geestelijke nevels zal doen opklaren.
Bloemendaal, J.C. M.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1968
De Wekker | 8 Pagina's