Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huwelijk en echtscheiding (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huwelijk en echtscheiding (IV)

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de vorige artikelen heb ik al uiteengezet, dat de Overheid bij het voltrekken van een huwelijk een lijdelijke rol speelt. Zij beoordeelt enkele uitwendige ver-eisten, maar gaat niet na, of van een waarachtige liefdesband kan worden gesproken. Zij volstaat met registreren. Mag de Overheid nu ook volstaan met registreren, wanneer twee echtelieden haar komen vertellen, dat zij het huwelijk willen beëindigen? Of heeft zij dan na te gaan, in hoeverre het huwelijk werkelijk onherstelbaar is en moet zij dan treden in een beoordeling van de afwezigheid van een band, om welker aanwezigheid zij zich bij de huwelijksvoltrekking nooit heeft bekommerd?
De waarheid ligt hier in het midden.
Is een huwelijk — op welke losse gronden ook — eenmaal tot stand gekomen, dan is een burgerrechtelijke eenheid ontstaan, die terwille van een geordende samenleving op bescherming van overheidswege aanspraak moet kunnen maken. Van een gemakkelijke scheiding worden vrijwel altijd de kinderen, veelal ook de vrouw, de dupe. De Overheid zal dus dat belang zwaar moeten laten wegen. Met dat belang zou in strijd zijn een lijdelijk registrerende rol, zoals de Overheid die bij de huwelijksvoltrekking vervult. Anderzijds mag niet van de Overheid worden gevergd, dat zij als enige echtscheidingsgrond het met werkelijk feiten bewezen overspel aanvaardt. Als kwaadwillige verlating reeds lang in ons recht grond oplevert voor echtscheiding, dan valt niet in te zien waarom het samenwonen als hond en kat met voortdurend wederzijds gesar en met een tot de wortel gaande breuk tussen de echtgenoten niet eveneens reden voor echtscheiding kan opleveren, mits de stoffelijke belangen van de scheidende partijen en van eventuele kinderen volledig veilig worden gesteld en mits de procedure voldoende gelegenheid laat voor de mogelijkheid van verzoening. In dat geval kan de Overheid niet meer dan constateren, dat het huwelijk niet meer functioneert en dat de wederzijdse wil om samen te leven ontbreekt. Men kan dan van de Overheid niet vergen, dat zij formeel-juridisch laat voortbestaan wat in feite reeds lang niet meer bestaat.
In deze richting zoekt Von Meyenfeldt het in zijn bijdrage in het boekje „Op weg naar een nieuw echtscheidingsrecht" en ik meen, dat daar de weg tot een oplossing gegeven zou kunnen zijn. Hij wil enerzijds in het huwelijksrecht een allerdringendst appèl op waarheid, trouw en zelfverloochende liefde ingebouwd zien en anderzijds juist uit een oogpunt van naastenliefde trachten te verhinderen, dat „een mensenleven lang het geluk van een aantal mensen het strengst denkbare cellulair opgelegd krijgt". Hij voert dan ook een pleidooi voor een ruimere mogelijkheid van scheiding van tafel en bed en, zo nodig daarna, ontbinding van het huwelijk, óók door onderlinge overeenkomst en dat met inachtneming van termijnen die niet onnodig lang zijn en desondanks ruimschoots de gelegenheid voor kritische zelfbezinning geven. Hij voegt er de wijze raad aan toe, dat men ambtenaren nooit aan kapotte huwelijken moet laten sleutelen, maar dat hier een taak voor „vrienden, magen en pastores" ligt.
De Regering is echter in haar onlangs aangeboden wetsontwerp verder gegaan. In feite is hier de echtscheiding door onderlinge toestemming geïntroduceerd. Beide echtelieden zouden volgens dit voorstel een verzoek tot scheiding kunnen indienen, mits zij tenminste twee jaren getrouwd zijn geweest. De procedure zal als regel een jaar in beslag nemen om de rechter in staat te stellen beide partners nog te verzoenen. Wordt het verzoek door één der echtelieden ingediend en is de ontwrichting overwegend aan hemzelf te wijten of slaagt hij er niet in de ontwrichting te bewijzen, dan wordt het verzoek afgewezen, indien de andere echtgenoot zich niet bij een scheiding wil neerleggen. In dat geval kan alleen scheiding van tafel en bed uitkomst bieden. Na een vijfjarige scheiding van tafel en bed kan dan het huwelijk op gezamenlijk verzoek na één jaar en op eenzijdig verzoek pas na vijf jaar worden ontbonden.
Is men het dus samen over een scheiding eens, dan behoeft de rechter de duurzame ontwrichting slechts te constateren en behoeft hij de oorzaak daarvan niet op te sporen. De Overheid herneemt in deze gedachtengang de lijdelijke positie die zij ook bij het voltrekken van een huwelijk innam: zij volstaat met registreren.
Hoewel men begrip kan hebben voor de noodzaak, eens een einde te maken aan „de grote leugen", zoals die nu reeds 80 jaren heeft gefunctioneerd, is de vraag, of in de voorgestelde procedure de eigenlijke zin van het huwelijk niet is losgelaten en of in verband daarmee wel voldoende verzoeningspogingen zijn ingebouwd. Mijn vrees is nog niet eens zozeer, dat het aantal echtscheidingen zal toenemen, maar dat het aantal te lichtvaardig gesloten huwelijken zal stijgen nu de wet een gemakkelijke weg voor ontbinding gaat bieden. Het is daarom dat ik in het voorgaande aandrong op een sterkere huwelijkspreventie, die mij zinvoller lijkt dan een verlichte scheidingsrepressie.
De discussie is in ieder geval op gang gebracht.

Verplanke

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1969

De Wekker | 8 Pagina's

Huwelijk en echtscheiding (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1969

De Wekker | 8 Pagina's