Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. de Boer, De verzegeling met de Heilige Geest volgens de opvatting van de Nadere Reformatie, Bronderoffset, Rotterdam, 204 blz.
Om meer dan één reden is dit een opmerkelijk boek. Het is de dissertatie van een theoloog die op de dag van zijn promotie reeds 68 jaar was. Hij heeft zijn studie aan de Theologische Academie te Kampen met dit proefschrift bekroond.
De schrijver is emeritus-predikant van een Gereformeerde kerk. Terwijl de belangstelling voor de Nadere Reformatie in de Gereformeerde Kerken in Nederland niet groot is, wordt in dit boek de aandacht gevraagd voor de „oude schrijvers". In het woord vooraf zegt de auteur, dat deze schrijvers in zijn ouderlijk huis in ere waren, vooral Brakel en Comrie. Dat verklaart zijn interesse voor dit onderwerp nog maar voor een deel. Hij is ook overtuigd, dat het voor de kerkelijke verhoudingen in ons land van belang is, dat er meer klaarheid komt op het punt dat hij uitdrukkelijk aan de orde stelt: de overeenkomst en het verschil tussen Calvijn en de schrijvers van de Nadere Reformatie inzake de verzegeling met de Heilige Geest. Hij pleit voor toenadering tussen de deerlijk uiteengevallen delen van de bij elkaar behorende gereformeerde gezindte in ons land. Dat doet sympathiek aan.
Het is wel waar dat de spiritualiteit van de Nadere Reformatie de geestelijke ligging van bepaalde delen van de gereformeerde gezindte verklaart, maar het gaat m.i. te ver om te zeggen dat hierdoor de oorzaken bekend worden van de bestaande afstand tussen de leden van de Geref. Kerken (synodaal of vrijgemaakt) en de andere gereformeerden. Er zijn meer oorzaken!
Het boek is te karakteriseren met de woorden van de schrijver zelf: „Wij hebben als doel gesteld om op grond van een dogma-historisch onderzoek het geestesmerk van de Nadere Reformatie te beschrijven en haar overeenkomst en verschil met de Reformatie van Calvijn gedocumenteerd in het licht te stellen. Als toetssteen daarvoor kozen we de opvatting van de Nadere Reformatie aangaande het verzegelend werk van de Heilige Geest" (blz. 176, 177).
Uit de gegevens blijkt dat wij bij de Nadere Reformatie in een ander klimaat zijn dan bij Calvijn. Maar brengt de typering, dat bij Calvijn de geloofszakelijkheid, bij de Nadere Reformatie het ingekeerde leven heerst, wel veel verder? Onder „geloofszakelijkheid" — een term van Haitjema — wordt verstaan, dat voor Calvijn de belofte van God, waar de gelovigen in rusten, steeds fundamenteel is.
Als academisch werkstuk vertoont het boek wel een aantal onvolkomenheden. Het bevat registers, maar de literatuurlijst staat op een verkeerde plaats. De verwijzingen zijn lang niet altijd voldoende, de citaten soms onnauwkeurig. Bij Witsius, die als theoloog van de Nadere Reformatie ook wel wat meer regels verdiend had, moest het boek „Twist des Heeren met syn Wijngaert" zeker vermeld zijn. Het is niet duidelijk, waarom Willem Sluiter wordt behandeld. De compositie Van het boek is niet sterk, de lijn niet strak genoeg.
Ernstiger vind ik, dat het verschil tussen de theologen van de Nadere Reformatie — met uitzondering wellicht van Koelman — en Calvijn ten aanzien van de verzegeling door de sacramenten niet opgemerkt is.
Dr. De Boer is van mening, dat het begrip „exhibitie" bij Calvijn een inwendige of subjectieve verzegeling aanduidt. Hij beroept zich op zijn promotor, prof. dr. A.D.R. Polman. Tegen diens interpretatie is echter heel wat in te brengen en daar had toch op zijn minst rekening mee moeten worden gehouden. Er is juist wel eea belangrijk verschil tussen de sacramentsleer van Calvijn en de „subjectieve" sacramentsleer van de meeste mannen van de Nadere Reformatie.
Met de passage over de Dordtse Leerregels ben ik ook niet gelukkig. Maar men behoeft het niet met alles eens te zijn om een studie te kunnen waarderen.
Dit proefschrift is te beschouwen als een bijdrage tot de kennis van de inzichten van de Nadere Reformatie. Er wordt vrij veel informatie in gegeven over de opvattingen van Willem en Johannes Teellinck, Theodorus en Wilhelmus à Brakel, Voetius, Koelman en Comrie. Hun namen hebben onder ons misschien een bekende klank, maar worden hun geschriften nog wel gelezen?
Men kan dank zij dit boek nagaan, hoe er in die tijd gedacht werd over de heilszekerheid, de verzekering des geloofs en de verzekering des gevoels, de kenmerken der genade, de geestelijke sluitrede (het syllogisme) en het getuigenis van de Heilige Geest.
Het is een dissertatie, maar het is geen moeilijk boek. Ter lezing en bestudering aanbevolen!

Van Genderen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 februari 1970

De Wekker | 8 Pagina's