Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het adres van de preek (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het adres van de preek (3)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet generaliseren
In ons vorig artikel wezen wij er op dat de prediking geadresseerd is aan de gemeente op grond van het feit dat God de HERE het verbond gesteld heeft tussen Zich en Zijn gemeente. Wie nu op grond van dit feit van de gedachte zou uitgaan in de prediking, dat dit geadresseerd zijn van het Woord Gods aan de kinderen van het verbond, zonder meer inhoud dat elk in de gemeente, nu daarmede deelgenoot is van het in de belofte toegezegde heil, generaliseert en verliest verschillende accenten uit het oog, die de Heilige Schrift duidelijk legt.
Allereerst komt telkens in de Schrift naar voren dat er ook bij hen, die onder bet verbond en de prediking der belofte leven, geen plaats is voor het heil Gods.
De natuurlijke situatie van een mens is door het verkeren onder de belofte van het verbond en de prediking daarvan niet veranderd.
Herhaaldelijk legt de Schrift daarop de nadruk. Jeremia 13:23 klinkt het verwijt dat Israël, ondanks het feit dat het bijzondere voorrechten en weldaden ontvangen heeft, toch dezelfde gebleven is en ook verandert evenmin als een moorman zijn huid veranderen kan.
Het N.T. laat dezelfde toon horen. In het gesprek van Jezus met Nicodemus blijkt dat hij, de leraar in Israël, die veel had en veel wist, toch het geheim van Gods werk niet verstond. En in dit gesprek stelt Christus duidelijk, dat indien iemand niet wedergeboren is, hij het koninkrijk Gods niet kan zien noch ingaan.
Om nog een voorbeeld uit de vele te noemen: in de zeven brieven aan de zeven gemeenten van Klein-Azië, die de inzet van het boek Openbaring vormen, blijkt dat Christus telkens waarschuwt voor het gevaar veel te hebben en toch de ware levensband aan Hem en zijn heil te missen. Heel sterk komt dit uit in de laatste brief gericht aan de kerk van Laodicea, die bij alle voorrechten, die zij geniet niet beseft dat zij het ware leven uit de weldaden Gods niet kent.
Uit deze enkele voorbeelden blijkt duidelijk dat hij, die in de prediking vanuit het bezit van de verbondsbelofte concludeert tot het bezit van het heil, tekort doet aan een werkelijkheid die de Schrift ons doet zien.
In 1 Kor. 10 wordt nadrukkelijk gezegd, met een terugblik op Israël, dat uit Egypte geleid en onder leiding van Mozes een deel van de woestijn tocht meemaakte, toch niet in Kanaän kwam omdat het de levende band aan de God der belofte miste.
Een ander accent dat de Schrift legt, wanneer het gaat om het volle deelgenootschap van het beloofde heil is, dat van de noodzaak van het persoonlijk geloof. In het Evangelie van Johannes b.v. bomt de betekenis van dat persoonlijk geloof als een beslissende factor voor het deelgenootschap aan het heil heel duidelijk uit. Telkens wordt er gezegd dat een iegelijk, die in Hem gelooft het eeuwige leven heeft. Het gaat hier niet om een gezamenlijk geloof, maar om het individuele geloof, dat beslissend is voor het persoonlijk deelgenootschap aan het heil. De prediking, die haar adres in de gemeente heeft, wil als een persoonlijke adressering gehoord worden.
Daartoe moet het gesloten hart geopend worden en een persoonlijke geloofsrelatie tot stand gebracht worden.
Men zou hier de vraag kunnen stellen of de prediking dan eigenlijk alleen niet moet opgaan in het verkondigen van de noodzaak, daarvan aan de verbondsgemeente. Zo mag men de zaken niet stellen want dan berooft men de prediking van haar klemmende ernst. Van Godswege is er de verkondiging van de belofte des heils, de oproep tot bekering en de verzekering dat wie God zoekt, het wonder van het heil ervaren zal.

De Dordtse Leerregels in onze belijdenisgeschriften hebben ook met deze vragen rondom de prediking geworsteld.
Hoewel zij met zovele woonden de noodzaak van Gods rijke bearbeiding van de enkeling onder het evangelie stellen en vasthouden, gaat dit niet ten boste van de verkondiging van het heil. Want in art. 8 van hfst. 3/4 zeggen zij „Doch zovelen als er door het Evangelie geroepen worden, die Worden ernstiglijk geroepen. Want God betoont ernstiglijk en waarachtiglijk. in zijn Woord, wat Hem aangenaam is; namelijk dat de geroepenen tot Hem komen. Hij belooft ook met ernst allen, die tot Hem komen, en geloven, de rust der zielen en het eeuwige leven."
Men moet dus ook niet op een andere wijze generaliseren en zeggen dat de verkondiging van het evangelie maar een uiterlijke zaak is en dat de opening van het hart, het gelovig werkzaam worden, wil men: de wedergeboorte, de bekering, geheel andere zaken zijn, die los staan van de verkondiging van het evangelie. Wie dat doet berooft de verkondiging van het Woord Gods aan de gemeente van haar kracht, verleert de gemeente van jongs aan te luisteren naar Gods verkondiging en leert haar uitzien naar iets dat men hoopt dat dan wél eens een keer geschieden zal.
Men doet op deze wijze niet alleen tekort aan de betekenis van de verkondiging, maar verliest ook de verantwoordelijkheid van hen, die het evangelie horen uit het oog. Deze verantwoordelijkheid is ook een accent, dat de Schrift meermalen doet uitkomen in de verwijten die gemaakt worden aan hen, die niet horen en het oordeel waarmede dezen bedreigd worden en dat zij tegemoet gaan.
Het adres van de prediking blijft de gemeente, zoals de Here God ze in zijn wondere goedheid in deze wereld saambrengt. En omdat in de prediking de stem Gods doorklinkt is dit niet en nergens zonder invloed. Wij lezen in de Handelingen der Apostelen telkens de merkwaardige uitdrukking: „het Woord Gods wies" soms met de toevoeging: „en kreeg de overhand". Wij zouden het bekende beeld van de steen in de vijver kunnen gebruiken. Er ontstaan kringen van invloed door de prediking van het evangelie. Het is altijd hetzelfde evangelie maar er is verscheidenheid van invloed.
We kunnen hier denken aan de gelijkenis van de zaaier, waarin de verscheidenheid van het resultaat van het zaaien onder woorden (beelden) gebracht wordt.
Er is maar één Woord, maar verschil in effect.
Op hetzelfde wijzen ook de Leerregels in Hfst. 3/4, art. 9. Daar wordt b.v. onder meer gezegd dat God door het evangelie roept „en zelfs ook die Hij roept onderscheiden gaven mededeelt; maar in degenen, die geroepen worden, van dewelken sommigen zorgeloos zijnde, het woord des levens niet aannemen; anderen nemen het wel aan maar niet in het binnenste huns harten, en daarom is het, dat zij, na een kortstondige blijdschap van het tijdelijk geloof, wederom terugwijken; anderen verstikken het zaad des woords door de doornen en zorgvuldigheden en wellusten der wereld, en brengen geen vruchten voort..."
De adressering van de prediking had geen blijvende klem en invloed. Het ban veel doen in het leven van een mens, dat toch geen eeuwige vrucht draagt.
De prediking krijgt daar zijn volle invloed, waar onder hetzelfde Woord Gods het hart geraakt wordt en blijvend. Hier krijgt het Woord dat het zwaard des Geestes is zijn volle kracht, maar hier begint ook het geestelijk verstaan van het Woord Gods. Het Woord heeft ten volle zijn adres bereikt. Er komt antwoord vol van de verscheidenheid waaraan het leven dat God schenkt rijk is.
Dit werkt God zelf en wij vinden er onze vreugde in.
Omdat de overmacht van de waarheid Gods, mede door de prediking, beslag legt op onze harten.

Kremer

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1970

De Wekker | 8 Pagina's

Het adres van de preek (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 oktober 1970

De Wekker | 8 Pagina's