Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als de avond daalt (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als de avond daalt (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Is oud worden een zegen?
Je zou dikwijls geneigd zijn hier een vraagteken achter te zetten!
Het is een weldaad te achten, dat de oudedagsvoorziening in onze huidige sociale omstandigheden van dien aard is, dat de figuur van het diakenhuismannetje zo goed als uit de tijd is. De tijd, dat voor velen ouderdom en armoede samenvielen, is gelukkig voorbij.
Bijzonder nu riante bejaardentehuizen en verzorgingsgebouwen en -flats huisvesting en noodzakelijke hulpverlening bieden, is voor velen de overgang van de zorg voor het zelfstandige huishouden naar de verzorging in het tehuis, niet in alle opzichten een achteruitgang, soms zelfs een vooruitgang.
Hoewel het feit blijft, dat het op moeten geven van zijn zelfstandigheid, het zèlf niet meer kunnen en zich moeten laten verzorgen een pijnlijke zaak is.
Hoeveel mogelijkheden er voor de verzorging van de ouder wordende mens ook zijn, wie wel eens door de ziekenafdelingen van de tehuizen voor bejaarden gaat, in de oudere verzorgings- of verpleegtehuizen komt, als pakhuizen van menselijke ellende, en niet het minst in de tehuizen voor demente bejaarden, kan niet ontkomen aan dat vraagteken: is ouder worden (altijd) een zegen?
De kinderen reserveren het meestal voor het rouwbericht en dan alleen als vader of moeder erg oud mochten worden dan gaan ze heen „in de gezegende leeftijd" van zoveel jaar.
Maar de vraag kan gesteld of de ouderen zèlf, bij het klimmen van de jaren, het als een zegen ervaren dat ze de zeventig, tachtig of negentig jarige leeftijd mogen bereiken.
Het blijkt in de praktijk, dat dit sterk afhankelijk is van de omstandigheden, en niet in het minst van de lichamelijke omstandigheden waarin men bij het ouder worden verkeert.
Als het lichaam al moeilijker en soms pijnlijker functioneert, als men jaar en dag aan bed, stoel of kamer gebonden is, als de eenzaamheid en het gemis van veel dat lief was drukt, dan is het vaak moeilijk het als een zegen te zien.
Dan is de klacht van een 98-jarige, die nu tien jaar kromgegroeid van de rheuma te bed ligt, en man en kinderen reeds heeft zien voorgaan, te begrijpen: waarom wacht de Here toch zo lang?
Maar als we geestelijk helder en scherp, genietend van een redelijke gezondheid en veel liefde die God ons gelaten heeft in man, vrouw of kinderen en kleinkinderen, ons zelf nog wat redden kunnen, dan achten we het veel meer een zegen.
De Bijbel spreekt over de ouderdom als een zegen van de Here, de God des Levens. Is het niet de belofte van Hem, dat Hij met langheid van dagen zal verzadigen en Zijn heil zal doen zien?
En is het eerste gebod met een belofte — volgens Paulus — niet het eert uw vader en uw moeder, opdat ge lang leeft op de aarde?
Het blijkt dat het begrip ouderdom of oud een zeer betrekkelijk begrip is, dat niet alleen bepaald wordt door het getal van onze jaren.
We kennen het gezegde wel, waarin een waarheid schuilt: een mens is net zo oud als hij zichzelf voelt.
Er zijn oude jongeren en jeugdige ouderen!
We spreken van mensen die vroeg oud zijn, als hun lichamelijke of geestelijke kracht op middelbare leeftijd al zichtbaar gaat afnemen.
Ook zijn er hoogbedaagden, soms invalide of aan bed gebonden, die toch allerminst oud zijn, maar met een sprankelende geest vol interesse het dagelijks gebeuren, lief en leed om hen heen en heel het wereldgebeuren volgen.
De ouderdom is zeker de last van een respectabel aantal jaren dragen, maar het oud en verouderd zijn of zich gevoelen is een zaak van onze geestelijke instelling. Je kunt in onze snel veranderende wereld mensen ontmoeten die nog maar een goede vijftig zijn en zeggen: ik geloof dat ik oud begin te worden, want ik kan het moderne levensgevoel, de jongere generatie niet meer begrijpen. Men beleeft daarin een stukje van het afstand nemen, van het vereenzamen in de wereld waarin men leeft, omdat men de denkwereld niet meer kan volgen en de leefpatronen niet meer kan waarderen of begrijpen, laat staan overnemen.
En is niet juist ook bij het ouder worden, dat afstand moeten doen van veel en het vervreemden van de wereld, waarin men leeft, omdat men niet meer mee kan een stukje van de vereenzaming, die de ouderdom zwaar kan maken?
Men ziet zijn leeftijdgenoten, die hetzelfde levensschema volgden, van dezelfde „principes" uitgingen en in dezelfde denkwereld leefden, zich ontvallen.
Het gesprek met de jonge generatie stokt, omdat men hen altijd „vroeger" voorhoudt. Men blijft in zijn eigen wereld leven en kan de geestkracht en de zin niet opbrengen om de ontwikkelingen, de wereld van vandaag, de problemen van heden, de levensidealen en de levensmoeheid, van vandaag te doorgronden.
Het is daarom een zegen als men oud mag worden en groen en fris blijven, door de omgang met de mens van vandaag, met kinderen en kleinkinderen om hun leven en levensproblemen te onderkennen.
Of is het geen zegen als men oud mag worden en niet alleen maar krampachtig moet vasthouden aan het verleden, dat toch ons uit de hand glipt, maar men een rijke toekomst heeft?
Is het geen zegen met de op Gods leerschool geleerde levenswijsheid vandaag anderen te mogen dienen? Raad te mogen geven en te mogen getuigen van Het Leven? Een jeugd zonder idealen en uitzicht en toekomstverwachting is oud!
Maar de ouderdom met een geadeld geloof en een blij verwachten op de vervulling van Gods beloften is jong en heeft uitzicht op de eeuwige jeugd!
Als we in de avond van het leven alleen maar kunnen terug zien op wat was, dan worden we al ouder en armer, want we zullen het hoe langer hoe meer ons zien ontvallen. Maar als we in de avond met hoopvolle verwachting uitzien naar de eeuwige morgen die komen zal als de nacht gevallen is en we door Gods genade geleerd hebben dat Christus ons leven is èn onze toekomst, dan blijft het licht ook ten tijde van de avond.
Ook in de avond laat Hij zich nog vinden — zeker. Zijn genade is overvloedig!
Maar het is een zegen als we in onze goede dagen Hem hebben mogen leren kennen en in de avond van Hem als de blijde inhoud van ons leven mogen getuigen.
Dan zijn we gezegend om vruchten te dragen tot Zijn eer!
Dan kunnen we ten zegen zijn!
Dan heeft het geloof uitzicht en vindt zijn houvast in Gods beloften: Jongelingen zullen moede en mat worden en jonge mannen gewisselijk vallen, maar die de Here verwachten zullen de kracht vernieuwen. Zij zullen opvaren met vleugelen gelijk de arenden; zij zullen lopen en niet moe worden, wandelen en niet mat worden.
Gezegende ouderdom!

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Als de avond daalt (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 januari 1971

De Wekker | 8 Pagina's