Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dalend kerkbezoek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dalend kerkbezoek

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onder deze titel nemen we uit 'Opbouw' een artikel over van ds. O. Mooiweer, vrijgemaakt predikant buiten verband) te Enschede.

Men roept ons vandaag de dag van alle kanten toe, dat het konventionele christendom op z'n retour is. We bevinden ons in een tijdsfase van hartgrondige en volkomen gedaanteverandering.
Michel van der Plas schrijft daarover in een gedicht:
Waar de wet werd voorgeschreven
met de strenge stem van gelijk
van de hoge troon, vast en zeker
woonden wij allang niet meer.
In een boek, dat „Kerk in uitvoering" heet, wordt ergens een typering vermeld, die een Duitse en een Amerikaanse dominee van „hun" kerk geven. Die Duitse dominee uit West-Berlijn zegt: Wij hebben een kerk, die wel groot is, maar waarin 85% geen aktieve rol speelt. Zij vormen een soort twee klas amateurchristenen zonder verantwoordelijkheid. Volgens zijn zeggen is hij jaloers op de Amerikaanse kerken met hun aktieve kerkleden.
Maar de Amerikaanse predikant zegt: „Ik zou me er maar niet te veel op verkijken! Bij ons is geloof helemaal gelijkgesteld met de Amerikaanse kultuur. Het godsdienstige leven bestaat uit het verkrijgen van vrede voor de ziel, zich laten inspireren tot het leven bij de goede Amerikaanse idealen, die de mensen er toe brengen goed te doen en daardoor sukses te behalen."
Het is goed om hieruit een les te trekken. Alle kerkelijke verbeelding moet worden geruïneerd. Dat is weliswaar een pijnlijke aangelegenheid, die overigens voor de christenmens zeer heilzaam moet worden genoemd.
Enige maanden geleden verscheen er, uitgaande van het instituut voor praktische theologie aan de V.U. een rapport, getiteld: „Kerkbezoek". Het is het resultaat van een onderzoek naar de ontwikkeling in het kerkbezoek en de deelname aan het Avondmaal in de Gereformeerde Kerken (syn.). In een „Woord vooraf" wordt gesteld, dat er ingrijpende veranderingen in de frekwentie van het kerkbezoek en de deelname aan het Avondmaal plaatsvinden. Er is de laatste 10 jaar over de gehele linie een sterke daling in het kerkbezoek te konstateren. Het bezoek aan de middagdienst daalt sterker dan dat aan de morgendienst. Bij een onderzoek in een Amsterdamse gemeente blijkt, dat daar het tweemaal — naar — de kerk — gaan tot de grote uitzonderingen behoort; een groot gedeelte der gemeente gaat minder dan eenmaal per zondag. De helft van de opgegeven redenen voor het geringe kerkbezoek heeft betrekking op: geen behoefte en geen instemming. Een deel van de mensen heeft — althans in hun eigen belevingswereld — een (beter) alternatief voor de kerkdienst, (pag. 2). Men heeft een moment-opname gemaakt van de gegevens van het jaar 1969. Anderzijds was het te doen om de ontwikkeling in de loop van de tijd, waardoor de gegevens uit de jaren 1954, 1959, 1964 en 1969 ten dienste stonden. Wat is nu gebleken? Dat de frekwentie van het kerkbezoek van 1954 tot 1969 wat de morgendienst betrekt een daling van 13% te zien geelt (nl. van 54 naar 47) terwijl bij de middagdienst een daling van niet minder dan 31% (nl. van 48 naar 33!) moest worden gekonstateerd.
Bovendien is het, aldus het rapport, opmerkenswaard, dat de daling gedurende de laatste vijf jaar niet geringer, ja zelfs nog iets sterker is dan die gedurende de daarvoor liggende vijf jaren; we hebben dus beslist niet met een afnemend of aflopend proces te maken. (pag. 4).
Het kerkbezoek is in de stedelijke gebieden geringer dan op het platteland.
Als men verdiskonteert, dat een deel van de bezoekers van de middagdienst de morgendienst niet heeft bezocht, dan moet men wel konkluderen, dat het tweemaal-naar-de-kerk-gaan als patroon in de Gereformeerde kerken (syn.) snel aan het verdwijnen is. Daarbij komt, dat de deelname aan het Avondmaal zich met een vertraging van ongeveer vijf jaar op dezelfde wijze ontwikkelt als het kerkbezoek. „Het is met andere woorden niet waar, dat er een „probleem van de tweede kerkdienst" is; er is het „probleem van de kerkdienst". Bovendien wijst nog niets op een afnemen of een tot stilstand komen van dit proces", (pag. 13).
Men heeft dus ook apart enige gegevens verzameld rondom de kerkgang in een Amsterdamse gemeente. Men kwam tot de konklusie, dat de traditionele norm met betrekking tot de kerkgang niet (meer) algemeen nagevolgd wordt: slechts ruim de helft van de leden gaat iedere zondag naar de kerk en slechts een klein deel (niet meer dan 1/7 van het totaal) gaat tweemaal per zondag. Een kwart van de leden gaat dus minder dan eenmaal per maand naar de kerk.
Het is absoluut geen verheffend beeld, dat ons in genoemd rapport getekend wordt.
En het ziet er voor de toekomst slecht uit. Want het geldt als een belangrijke notitie, dat de jongste leeftijdskategorie het laagste kerkbezoek heeft. Een verdergaande daling van het kerkbezoek ligt dus in het verschiet. Is het niet een trieste balans?
De aktualiteit van dit onderwerp werd de vorige maand onderstreept tijdens de Hogeschooldag van de syn. Gereformeerde kerken in Kampen, waar dit thema door twee sprekers werd aangesneden.
Ds. C.M. Boerma uit Huizen merkte op, dat de afbrokkeling onmiskenbaar is. Als de teruggang in dit tempo doorgaat, dan is er bij de gereformeerden over drie jaar geen middag- en over acht jaar geen morgendienst meer! (aldus het verslag in „Trouw" d.d. 14 mei 1971).
De vraag rijst in dit kader of de traditionele kerkdienst blijvend als de kern van het kerkelijk leven moet worden beschouwd. Zijn naast en eventueel in plaats van de kerkdienst andere vormen van gemeente-zijn gewenst? Is er dan nog de kans, dat een groot aantal leden de band met het kerkelijk instituut behoudt?
Men zoekt naar alternatieven, die dan mogelijk een kerkelijk onderdak bieden. Tevens zoekt men de oorzaak van de ontstellende vermindering van de kerkgang in het afgestemd zijn van de kerk op de individuele mens en het geen raad weten met de strukturen. De kerk koncentreert zich, zo heet het „op de vrije tijd van de mensen en niet op hun maatschappelijk funktioneren. Daarom pleit men voor kategoriale gemeentevorming! De massale kerkdienst met de monoloog van de man op de kansel moet er uit of althans worden gereserveerd voor de eenvoudige zielen, die er nog steeds ouderwetse behoefte aan hebben. Maar voor de anderen moeten er mogelijkheden geschapen worden per kategorie maatschappelijk en sociaal en gezien de al of niet akademische opleiding op een andere manier de zondagmorgen en -middag eventueel in diskussiegroepen door te brengen. Daarom nemen mensen als Dr. G. Dekker en Eimert Pruim de geijkte kerkdienstvorm op de korrel. Men is bang de mensen te verliezen. We moeten dit echter signaleren als een misvatting van de kerkdienst. Die kerkdienst is niet een geïsoleerd geheel. De kerkdiensten op de eerste dag der week roepen om de beleving van de vernomen boodschap op de volgende dagen van de week. Die kerkdiensten vragen om een verlengstuk!
Via de monoloog komt het, als het goed is, tot de dialoog!
Het zou een verzanding van de zondagse alleenspraak betekenen, als er geen voortgaand gesprek plaats had van de gemeenteleden onderling en met anderen buiten de kerk. De gemeente heeft een duidelijke missionaire en evangelisatorische roeping in deze wereld! Daartoe instrueert en stimuleert de bediening van het Woord. O Nee, dan kan uiteraard niet in elke preek aan alle gelijksoortige vragen en noden van de individuele gemeenteleden aandacht worden geschonken. Als de werkelijke boodschap maar doorklinkt! Dan zal de gemeente zich steeds weer laten saneren door Gods genade, zoals die via het hoorbare en zichtbare Woord naar haar wordt toegedragen. Daar wordt de komst van het Koninkrijk Gods bevorderd, omdat de mensen leren buigen voor de grondwet van dat Koninkrijk! Daar wordt het heil gevierd, waar het lied ter ere van God opklinkt.
„Voorts: zal de verkondiging in de kleine gemeenschap niet verschralen tot een discussie, waarin men in het kringetje van altijd weer dezelfde vragen en antwoorden ronddraait, zonder dat de bevrijdende overmacht van het evangelie ons overspoelt, zoals bij de Woordverkondiging in de kerkdienst gebeurt? En zal in diezelfde gemeenschap de lofprijzing dat bovenpersoonlijk karakter krijgen, dat ons iets doet ervaren van het tronen van de Heer op de lofzangen van Israël? Ik weet het, ook de kerkdienst kan bloedarm worden, wanneer er niet goed gepreekt wordt, wanneer de predikant niet vanuit een zich telkens vernieuwende kennis van de Schrift en van het denken van de eigen tijd worstelt om het volle evangelie te vertalen voor de gemeente, en wanneer de eredienst niet wordt tot een feest van lofprijzing en gebed, uitlopend op de viering van het sacrament, dat met zijn woordeloze taal misschien juist in onze tijd weer in zijn fundamentele betekenis kan worden ervaren. Maar toch: bijna twintig eeuwen heeft de kerk zichzelf in de kerkdienst teruggevonden als de gemeenschap, die leeft uit de ontmoeting met de Heer. (Prof. Dr. J. v.d. Berg in: „Gereformeerd Theologisch Tijdschrift" 71ste Jaargang, no. 1, Februari 1971, pag. 44)
De gemeenschap met de Heer en met de broeders en zusters der gemeente wordt bezegeld en versterkt aan de Avondmaalstafel.
Beide elementen moeten worden gehonoreerd. Als het Avondmaal alleen maar het oefenen van gemeenschap met elkaar is, kan je net zo goed aanzitten aan een Brabantse koffietafel, heeft wijlen Prof. Dr. A.A. van Ruler eens gezegd. Maar waar anderzijds de gemeenschap wordt verengd tot een individualistische kontaktoefening met de Heer moet dat gesignaleerd worden als een aanslag op het gemeente-zijn. En Christen-zijn is volgens het Nieuwe Testament eigenlijk niet denkbaar zonder het gemeente-zijn! Het blijft een ontroerende zaak, dat ter gelegenheid van een avondmaalsviering mensen van allerlei staat en kwaliteit aan de ene tafel aanschuiven. Allemaal onderdanen van de eeuwige Koning, Die hen op bizondere wijze komt verkwikken met Zijn presentie.
En het stemt tot dankbaarheid, als er steeds weer in het midden van de gemeente tijdens de zondagse kerkdiensten iets van een groeiende verwachting merkbaar wordt, die zich uit in het openstaan voor de kommunikatie met Christus en met elkaar!
Een kerkdienst vraagt heel wat van voorganger en gemeente!
Maar men doet, Gode zij dank, steeds weer de verootmoedigende en bemoedigende ervaring op, dat de Geest niet teleurstelt, al blijft onze prestatie stukwerk! Want waar het Woord van de Geest zuiver bediend wordt, wordt het lichaam van Christus gebouwd.
Dan leert men Gods liefdesbrief, de Bijbel, te lezen en hem helemaal op zichzelf toe te passen.
„Zo merken we, dat God ons mensen liefheeft. Of om een ander beeld te gebruiken: een man gaat voor hij naar bed gaat nog even naar zijn kinderen kijken, hij trekt de dekens van zijn achtjarige dochtertje recht, strijkt haar over het haar en zegt: „Dag, mijn lieve ding." Het kind wordt wakker en zegt: „Toe Vader, zeg dat nog eens weer." Zo'n kind hoort dat zo graag, omdat het bloeit in de liefde van zijn ouders. Zo leeft de gemeente van Gods liefde" (Ds. A.A. Spijkerboer in: „Tussen anargie en establishment" (als hij schrijft over: De zondagmorgendienst"), Amsterdam, pag. 91).
God geve zijn dienstknechten de kracht om aan te tonen, dat de bijbelse boodschap te vergelijken valt met een diamant met veel stralen! Als de gemeente daardoor wordt geïmponeerd, is de weg geopend om te sleutelen aan het slinkend kerkbezoek, dat verwant is aan een tanende belangstelling voor de preek. Want het Woord van God overwint!

We onder schrijven: er is geen probleem van de tweede kerkdienst, er is het probleem van de kerkdienst.
De boodschap van Gods Woord moet gezien, gehoord en verkondigd worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Dalend kerkbezoek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 juli 1971

De Wekker | 8 Pagina's