Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Betwist Schriftgezag (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Betwist Schriftgezag (3)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gehoorzaamheid óf vertolking
In hoofdstuk V van zijn bundel bespreekt dr. Trimp enige grondgedachten van prof. Kuitert's theologie, met name diens beschouwing van de H. Schrift. De Schrift speelt in Kuitert's denken in zoverre een centrale rol dat men heel zijn theologie een poging kan noemen om de Schrift haar plaats te geven in het leven van de moderne mens. Of bij hem de Schrift als Woord Gods wezenlijk tot haar recht komt, is een andere zaak. Hij vraagt zich met ernst af wat de boodschap van de Schrift kan zijn voor de mens van vandaag.
Herhaaldelijk spreekt Kuitert in zijn geschriften er van dat de Schrift „vertolkt" moet worden. Haar boodschap moet verstaanbaar gemaakt en toegepast worden voor de mens van vandaag.
In zijn boekje Verstaat gij wat gij leest? wijst hij op Hand. 8, waaraan ook de titel van zijn boekje is ontleend. Het is de vraag van Filippus aan de kamerling (vs. 30). En op het ontkennend antwoord van de kamerling gaat Filippus hem de Schrift uitleggen. En deze doet dat gezonden door de Heilige Geest. Het is de Heilige Geest, die voor de vertolker zorgt.
Daaruit trekt Kuitert de konklusie, dat de Schriften niet alleen moeten worden verstaan, maar ook vertolkt, of liever gezegd: omdat ze verstaan moeten worden, is er vertolking nodig. En voor deze vertolking dient in Hand. 8 een mens. God neemt bij het verstaan van de Schriften mensen in dienst als vertolkers.
Tot zover kan men het met Kuitert volkomen eens zijn. Maar hoe hij dit vertolken van de Schrift verstaat wordt duidelijk, wanneer hij niet alleen uitleggers en predikers van de bijbel, maar ook de schrijvers in de bijbel vertolkers van de heilsboodschap noemt. En zij hebben dat gedaan als kinderen van hun tijd (blz. 44) en zo moeten wij dat doen als kinderen van onze tijd. Bijbelschrijvers en latere Schriftuitleggers komen op één lijn te staan.
Dit is een gedachte die men in alle geschriften van Kuitert kan tegenkomen.
Dr. Trimp behandelt haar naar aanleiding van een bijdrage van Kuitert in de bundel Uit tweeën één (1966), waarin deze schreef met de R.K. prof. Fiolet, en zet zelfs tegenover elkaar: gehoorzaamheid aan óf vertolking van de waarheid? De vertolking van de waarheid geschiedt op menselijke wijze en is altijd gebrekkig. Hiervan zegt Kuitert: „Waren er geen mensen nodig om te vertolken en uit te leggen, of anders gezegd: was de waarheid, „die boven alles gaat" niet van die aard dat zij om vertolkende en uitleggende mensen vraagt, dan zou er geen vuiltje aan de lucht te zien geweest zijn. Maar waar mensen zijn, is verantwoordelijkheid, en waar verantwoordelijkheid is, bestaan vergissingen, tekorten, zonden, vergeeflijke en onvergeeflijke. Waar mensen zijn is óók betrekkelijkheid, zoals we zagen, historische gebondenheid, die bij het doorgeven van het Evangelie om telkens nieuwe uitleg en vertolking roept in nieuwe generaties en nieuwe cultuurperioden" (33).
Maar is er dan alleen maar gebrekkige en zelfs zondige vertolking? Is er dan geen enkele waarheid? Is het de kerk in haar strijd en in haar confessies, hoe gebrekkig ook geformuleerd, dan niet om de waarheid gegaan? Het ging om de vertolking van de waarheid. Bij Kuitert worden waarheid en vertolking tegenstellingen.
Trimp merkt op: „De geschiedenis der kerk wordt niet beoordeeld vanuit het criterium: gehoorzaamheid aan of tegenstand tegen de duidelijk verkondigde waarheid. De grote kwestie is, dat élke uitleg als zodanig historisch bepaald is en daarom ook elke uitleg tot zonde kan worden, namelijk wanneer wij haar voor een eeuwige en onveranderlijke uitleg uitgeven!
De waarheid zélf, zeg maar: de naakte waarheid, is in de geschiedenis der kerk nergens present; vandaar, dat er zo véél vuiltjes aan de lucht zijn.
En niet alleen is de naakte waarheid niet in de geschiedenis der kerk present, ook in de Bijbel zal men haar niet vinden, Want ook die Bijbel is een tijdgebonden geschrift, waarin de waarheid op een bepaalde wijze is vertolkt".
In het O.T. bezitten we slechts „geloofs. uitspraken, die de neerslag zijn van de ervaren werkelijkheid van Gods Verbonds-handelen". En het N.T. is „het geloofsgetuigenis over de menselijke daden van Jezus Christus, in wie de „volheid" van de Godsontmoeting ten bate van alle mensen zich voltrekt".
Dat wil niet zeggen, dat de bijbel elke normativiteit ontzegd moet worden. De „getuigen", die daarin aan het woord zijn, stonden immers het dichtst bij de bron; zij zijn de ooggetuigen en hebben als zodanig gezag.
Het verschil tussen de bijbelschrijvers en de latere vertolkers is een kwestie van afstand, geen wezenlijk verschil.
Het is daarom ook niet zo, dat in de bijbel de waarheid Gods voor altoos geformuleerd voor ons ligt. „Samengeroepen rond dit Woord van God zal de in Christus gelovige gemeenschap zijn eigentijdse levensantwoord moeten geven op het heilsgebeuren van de Godsontmoeting in Christus, hier en nu".
De bijbel geeft dus „antwoord" — het antwoord van Israël — en wij moeten „antwoord" geven. Trimp merkt op: „Het zwaartepunt is van „Gods Woord" verplaatst naar het niveau van het „menselijk antwoorden". Het gaat om de „beleving" van het Woord, niet om de rechtstreekse onderwerping aan het geboekstaafde Woord".
Hier ligt voor Kuitert ook de weg tussen Rome en de Reformatie. „Niet bij de Bijbel en niet bij de Paus, maar bij de geloofsbeleving der vromen zullen Rome en Reformatie elkaar weer vinden". En terecht merkt Trimp op: „In plaats van ons te brengen bij de bronnen van de Reformatie voert hij ons naar de uitgangspunten van het spiritualisme. Want het gaat dan toch maar om de Geest. En die Geest van God presenteert zich via de geest van ons. En dat alles is mogelijk binnen het roomse denken, maar strijdt fundamenteel met de gevangenschap onder het Woord van God, waarin de Reformatie haar zonen en dochteren heeft willen terugleiden".

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Betwist Schriftgezag (3)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1971

De Wekker | 8 Pagina's