Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Thomas à Kempis 1471 - 1971

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Thomas à Kempis 1471 - 1971

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op 25 juli j.l. was het vijfhonderd jaar geleden dat Thomas à Kempis overleed.
Wereldbekend is zijn naam door het boekje over de 'Navolging van Christus', dat hij heeft geschreven.
Dr. W. v. 't Spijker schreef over deze Zwolse monnik een artikel in het Kerkblad van de Classis Utrecht. We zijn zo vrij het hier over te nemen.

In 1379 of '80 werd hij geboren te Kempen in het bisdom Keulen (Rijnland). Zijn vader was zilversmid van beroep. Naar het daarbij door hem gebruikte werktuig werd Thomas wel hamerken genoemd. Zijn moeder was een heel vrome vrouw.
Toen Thomas 12 of 13 jaar was vertrok hij naar Deventer, waar een school gevestigd was van de broeders des gemeenen levens. Een vooraanstaande plaats werd bij hen ingenomen door Florens Radewijns. Hij was de stichter van de Windesheimer congregatie, de beroemde kloosternederzetting te Windesheim, onder Zwolle, van waaruit een enorme invloed is uitgegaan over geheel West-Europa, een invloed die zich in de grote beweging van de Reformatie heeft laten gelden. Florens Radewijns was de plaatsvervanger van Geert Grote, die als geestelijk leider veel invloed heeft gehad in de beweging van de moderne devotie. Aanvankelijk werd Thomas opgenomen in het huis van een aanzienlijke weduwe te Deventer. In het bekende fraterhuis te Deventer kreeg Thomas al spoedig een plaats aangeboden. Zeven jaar vertoefde hij in Deventer. Daar ontving hij zijn geestelijke vorming.
Maar aan het einde van deze periode drong Florens Radewijns bij hem op een beslissing aan: Mijn liefste zoon, Thomas, gij zijt nu een tijdperk ingetreden, waarin gij een besluit moet nemen omtrent een beroep waaraan gij uw leven zult toewijden". Florens schilderde hem in eenvoudige woorden de betekenis van een leven in de wereld terwijl hij daartegenover plaatste een leven in beschouwende vroomheid zoals dat in veel kloosters gestalte kreeg. Met name kon hij daarbij wijzen op een tweetal stichtingen van Geert Grote. En kwam Thomas à Kempis terecht in het klooster dat op de Mons Agnetis, de Agnietenberg in de naaste omgeving van Zwolle was gesticht. In 1399 betrad Thomas het klooster en hij verbleef er tot zijn dood in 1471. Zijn broer Johannes was de prior van dit klooster. In 1414 werd hij tot priester gewijd. Zijn gebeente werd bijgezet in een schrijn die in de St.- Michaëlskerk te Zwolle werd bewaard. Toen deze kerk werd afgebroken in verband met stadssanering werd het gebeente van Thomas overgebracht naar een nieuwe gelijknamige kerk.
Dr. B. Wielenga scheef over Thomas' pennevruchten: „De geheime bekoring van Thomas' taal bestaat daarin, dat zij overal de indruk maakt te zijn opgeweld uit loutere bronnen, peilloos diep. Het is een edel genot naar deze man Gods te luisteren. Het is vrome muziek in veelvoudige schakering".
De grote betekenis van Thomas moeten wij vooral hierin zoeken dat hij in een tijd van groot geestelijk verval een woordvoerder is geweest van hen die een waarlijk vroom leven voorstonden. Zo bewijst hij dat er altijd mensen zijn geweest, die temidden wan de diepste vervlakking geweten hebben van de altijd verse bronnen van het geloofsleven. Weldadig doet het aan om zijn geschriften te lezen.

Wat is het geheim daarvan? Zou het niet allereerst en allermeest zijn het feit dat Thomas een groot kenner is van de geheimen van de mensenziel? Hij weet van de hoogmoed en van de bekommernis die in een mensenhart met elkander kunnen strijden. Hij is op de hoogte van de verborgen drijfveren die leiding geven aan de gedachten en aan de begeerten. Hij is een groot psycholoog zonder meer.
Toch is het dat niet alleen wat aan zijn bekende geschrift over de Navolging van Christus een blijvende betekenis heeft verleend. Het is vooral de gelovige en beminnende kennis van het leven van Jezus. Thomas heeft in zijn meditatie zich in dat leven ingeleefd. Hij heeft het zich eigen gemaakt. En in het begrip navolging heeft hij het wezen gezien van heel het christelijke leven, hetzij dat in het woelige leven van de stad zich afspeelde, hetzij het zich moest voltrekken binnen de muren van het klooster. Mediteren, zich inlevend in de liefde van Christus heeft Thomas doorgegeven wat hij in deze meditatie heeft ontvangen.
Voor velen is daarmee de vroomheid van Thomas afgeschreven. Velen zoeken vandaag een vroomheid, die afgesneden is van de bronnen van de innerlijkheid. Een actief christelijk leven moet dikwijls de camouflage zijn van innerlijke leegheid en armoede. Activiteitsneurose is daarvan het gevolg. Verschraling van de zielevragen gaat daarmee gepaard. Het eind van een presentatie van een rekening kan niemand meer betalen. Voor zulke mensen zou het een winstpunt zijn zich eens terug te trekken met dit boekske in een hoekske.
Geen wonder dat Thomas blijft boeien. Sommigen hebben hem willen rekenen tot de voorlopers van de hervorming. In zoverre de beweging van de moderne devotie als geheel een belangrijke schakel is geweest in de ontwikkeling van de grote reformatorische beweging, is dit terecht. Maar ook niet verder. Thomas miste de reformatorische kracht, die tekenend zou zijn voor de arbeid van mannen als Luther en Calvijn. Toch is er in zijn levenswerk iets dat onmiddellijk blijft aanspreken.
Het is overbekend dat de mannen van de nadere Reformatie ,(de z.g. oude schrijvers) grote waardering hebben gehad voor Thomas à Kempis. Wanneer ik één voorbeeld mag aanhalen wil ik wijzen op Wilhelmus à Brakel, die in zijn Redelijke Godsdienst de Navolging van Christus een „uitnemend tractaat" noemt. Weliswaar ontkent Brakel het auteurschap van Thomas voor wat betreft het vierde boek van de Imitatio. Maar hij spreekt toch zeer lovend over Thomas' pennevrucht.
Tegelijk echter wijst hij op de zwakheid van het geschrift, doordat hij wijst op een gebrek in het aanwijzen van Christus als het rantsoen tot betaling van de zonde. Ook — aldus Brakel — weet Thomas niet aan te geven hoe men Christus moet gebruiken tot rechtvaardigmaking, toenadering tot God, om in zijn aangezicht God te aanschouwen, en uit Hem en in de ware vereniging met Hem de ware heiligheid te betrachten. Maar houdt men dit in het oog, aldus vader Brakel, dan kan men bij het lezen van Thomas' werk er profijt uit trekken.
Met deze opmerking zouden wij bij het herdenken van het vijfhonderdjarig verscheiden van Thomas à Kempis de lezing van zijn geschriften willen aanbevelen. Ik weet dat vooral in de vorige eeuw de z.g. Groninger-richting zich heeft geworpen op Thomas als één van de voorlopers van haar streven. Zo is hij geannexeerd. Dat bedoelen wij nu juist niet. Maar zijn grootheid blijkt niettemin uit het feit dat men in het verleden, en ook in het heden zulks heeft getracht. Laten onze lezers zelf onderzoeken of dit terecht geschied is.
Op de Agnietenberg bij Zwolle herinnert een plaquette aan het verblijf van Thomas in het klooster aldaar. Vandaag is er op de Agnietenberg een camping.
Camping of klooster. Dat scheelt nogal wat.
In beide kan men niet zonder dat wat Thomas à Kempis aanwees als wezenlijke vroomheid. Gepaste terugtrekking op het innerlijke leven — is er betere re-creatie denkbaar?

Tevens volgt hier nog een citaat uit het boekje van Thomas à Kempis.

Neem uw kruis op en volg Mij (Matth. 16: 24).
Velen schijnt dit een hard woord; Verloochen uzelf, neem uw kruis op en volg Jezus. Maar veel harder zal het zijn, wanneer dit het laatste woord is, dat wij vernemen: Ga weg van Mij, gij vervloekten in het eeuwige vuur.
Want zij, die nu willig luisteren naar het woord des kruises en dit gehoorzamen, zullen later niet vrezen wanneer het Laatste Oordeel uitgesproken wordt.
Dit kruisteken zal aan de hemel staan, wanneer de Here zal komen om te oordelen. En dan zullen alle dienaren des kruises, die in hun leven aan de Gekruisigde gelijkvormig zijn geworden, met het volste vertrouwen naderen tot Christus, de Rechter.
Waarom zouden wij vrezen, het kruis op ons te nemen, waardoor wij toegang hebben tot Zijn rijk.
In het kruis is zaligheid.
In het kruis is het leven.
In het kruis genieten wij bescherming tegen hen die ons belagen.
In het kruis smaken wij de zoetheid der hemelse genade.
In het kruis ontvangen wij de kracht van onze geest.
In het kruis hebben wij de bron van onze innerlijke vreugde.
In het kruis komt onze godvruchtige levenswandel tot zijn volheid.
In het kruis vindt ons geloof zijn voleinding.
Er is geen heil voor onze ziel noch hoop op het eeuwige leven dan in het kruis. Neem daarom uw kruis op u en volg Jezus en gij gaat de weg ten eeuwigen leven.
Hij is ons voorgegaan. Zijn kruis dragend. En Hij is voor ons aan het kruis gestorven, opdat ook wij ons kruis op zouden nemen en bereid zouden zijn aan het kruis te sterven. Want indien wij met Christus gestorven zijn, zo zullen wij ook met Hem leven (Rom. 6: 8). En zo wij in het lijden zijn deelgenoten waren, zo zullen wij het ook zijn in zijn heerlijkheid.
Ziet alles berust op het kruis en hangt af van het sterven. Er is geen andere weg ten leven en tot een waarachtige innerlijke vrede dan de weg van het heilige kruis en van de dagelijkse versterving van ons vlees.
Ga waarheen gij wilt, zoek overal waar gij kunt, en gij zult geen verhevener weg vinden, die u naar omhoog leidt, en geen veiliger weg die door dit leven voert, dan de weg van het heilige kruis.
Tracht gerust alles te regelen naar eigen wil en inzicht: gij zult tot de ontdekking komen dat wij, of wij het willen of niet, het lijden niet kunnen ontgaan en zo zullen wij steeds het kruis op onze weg vinden.
Want óf wij zullen pijn gevoelen in ons lichaam óf wij zullen in ons binnenste allerlei moeilijkheden hebben te doorstaan.
Nu eens zullen wij het gevoel hebben van God verlaten te zijn, dan weer zullen wij onaangenaamheden ondervinden van hen die onze naasten zijn, en wat nog erger is: dikwijls zullen wij onszelf tot een last zijn.
En daartegen is geen enkel kruid gewassen en er bestaat geen troostmiddel, dat ons daar van bevrijden kan of verlichting schenken, maar wij zullen het moeten dragen, zolang het God behaagt . . .
Want onze verdienste en de wasdom van ons geestelijk leven bestaat niet in een veelheid van troostrijke genietingen, maar veeleer in het verduren van grote moeilijkheden en beproevingen.
Wanneer er voor het heil van de mens iets beters en nuttigers was geweest dan het lijden zou Christus het ons zeker door Zijn woord en Zijn voorbeeld hebben getoond.
Want zowel Zijn discipelen die Hem volgden, als allen die Hem begeren te volgen, spoort Hij duidelijk aan tot het dragen van het kruis, wanneer Hij zegt: indien iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelve en neme zijn kruis op en volge Mij.
Na alles te hebben doorgelezen en onderzocht, moge dit dan ook de slotsom van onze overwegingen zijn: Wij moeten door vele verdrukkingen ingaan in het Koninkrijk Gods. (Hand. 14: 22).

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1971

De Wekker | 8 Pagina's

Thomas à Kempis 1471 - 1971

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 augustus 1971

De Wekker | 8 Pagina's