Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Johannes' grootste blijdschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Johannes' grootste blijdschap

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ik heb geen meerdere blijdschap dan hierin, dat ik hoor, dat mijn kinderen in de Waarheid wandelen. 3 Joh. :4.

De Apostel Johannes heeft tot op hoge leeftijd mogen arbeiden in Christus' Kerk. In zijn Evangelie en in zijn Brieven hebben wij de laatste fundamentstenen van de leer der Apostelen. Johannes heeft het sluitstuk van de leer der Apostelen mogen leggen. In zijn Evangelie en Brieven heeft de Kerk een sterke grondslag tegen de vloedgolf van de geest van de anti-christ. Hij waarschuwt de gelovigen daartegen en deze vloedgolf wordt nu bij de dag sterker.
In de korte derde Brief worden fundamentele dingen gezegd. De tekst die wij boven afschreven bevat fundamentele zaken. De Brief is aan Gajus geadresseerd. In vers 4 schrijft de oude Apostel: „Ik heb geen meerdere blijdschap dan hierin, dat ik hoor, dat mijn kinderen in de Waarheid wandelen". Groter blijdschap, intenser vreugde kent de oud geworden Apostel in Christus' dienst niet dan deze, wanneer hij vernemen mag, dat brs. en zrs. in de Waarheid wandelen. Immers, dat staat lijnrecht tegenover de anti-christelijke levensopenbaring.
Van Gajus, aan wie de Brief geschreven is, weten wij niet zoveel. In de Brief geeft Johannes echter een goed getuigenis van hem. In vs. 3 zegt de Apostel van Gajus: „Want ik ben zeer verblijd geweest, als de broeders kwamen en getuigden van uw waarheid, gelijk gij in de Waarheid wandelt".
Gajus was een oprecht Christen. Hij verstond en beleefde de geestelijke cultuur-taak in Christus' dienst. Hij beoefende het ambt der gelovigen op een bijzondere wijze in het midden der gemeente. De tekst wijst er naar het grondwoord op, dat er een voortdurend wandelen in de Waarheid was. Een voortdurende betoning van het waarachtige geloofsleven. Dit mag iets fundamenteels genoemd worden. Het ontlokt Johannes de juichkreet: „Groter blijdschap ken ik niet dan dat ik dit hoor..."
Wat was het dan toch wel wat Gajus deed? Was het iets bijzonders? De Apostel zegt er iets van in de brief. Hij ontving de broeders. Gajus zette zijn huis gastvrij open voor de rondreizende Evangelieverkondigers. Niets was hem te veel. Hij verzorgde de broeders met liefde. Hij betoonde daarin zijn liefde tot Christus, tot hen die in Zijn dienst arbeiden. Hij werkte mee aan de bevordering van het Evangelie. Gajus had het welzijn van de gemeente op het oog. Haar geestelijk welzijn had de liefde van zijn hart. Hij handelde getrouw in alles wat hij deed. Hij stond met de brs. en zrs. als een rots te midden van de vloedgolf van een anti-christelijke wereld, en bevorderde de voortgang van het Evangelie. Geestelijke natuurkrachten in Christus' dienst. Een fundamentele zaak. Een goed getuigenis ging er van hen uit.
Is Johannes' blijdschap niet te begrijpen? Hij heeft mogen zien, dat Gajus en die hij zijn kinderen noemt goed geluisterd hebben naar het Evangelie. Wie goed luistert, is werkzaam tot opbouw van de gemeente. Het is tevens een zich stellen tegen de geesten die niet uit God zijn. Het is wandelen in de Waarheid.
Dat is meer dan christelijk heten. Het is ook meer dan rechtzinnig zijn. Dat kan er in ons leven zijn. Maar dat is opzich zelf nog geen wandelen in de Waarheid. De Apostel wist daarvan. Hij zag, hoorde, en vernam zoveel dingen, die nu bepaald niet tot blijdschap stemden.
Hoe gans anders dan Gajus was het met Diotrefes, die hij in zijn brief noemt. Diotrefes was waarschijnlijk ambtsdrager in de gemeente waarvan Gajus lid was. Maar Diotrefes stelde zich tegen Johannes. Hij snaterde tegen de Apostel met boze woorden. Diotrefes ontving de broeders niet. Hij verhinderde zelfs hen, die het wilden doen. Hij wierp hen uit de gemeente. Hij hield een brief achter, die Johannes aan de gemeente gezonden had. Hij zaaide tweedracht. Hij zocht in hoogmoed zich zelf. Een vreeslijk kwaad in de Kerk. Het echte luisteren is er dan niet. De liefde is dan zoek. Waarachtige bekering is dan nodig.
Nu nog even over blijdschap gesproken. Ja, die heeft Johannes gekend. Toen hij voor het eerst met Christus in aanraking kwam, was dat blijdschap voor hem. Hij heeft het nooit vergeten. Als hij oud geworden is, schrijft hij: het was de tiende ure. Blijdschap was het ook, toen hij met de andere discipelen uitgezonden werd, om het Evangelie te verkondigen en zieken te genezen. Bij het terugkeren tot Christus zeggen ze tot Hem: zelfs de duivelen zijn ons onderworpen. Zij mochten voortgaan in Christus' dienst. Maar Christus heeft toen ook een woord gesproken, dat nooit vergeten mag worden. Dit woord: „Doch verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen zijn, maar verblijdt u veel meer, dan uw namen geschreven zijn in de hemel."
Dat is het hoogste, zegt Christus. Daar ligt de verkiezing Gods achter.
Nu dat mag de oude Apostel zien in het leven van Gajus en van de brs. en zrs., die hij noemt: mijn kinderen. Wandelen in de Waarheid is vrucht van verkiezing. Bewijs er van.
Van Christus staat in Mattheus 11 ook, dat hij zich daarover verblijd heeft. De Schriftgeleerden stelden zich tegen Hem. Maar eenvoudige vissers leerden wandelen in de Waarheid. Het ontroerde Jezus. Hij breekt uit in dankbaarheid als Hij zegt: „Ik dank U Vader, Here des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen hebt en ze aan de kinderkens hebt geopenbaard. Ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U". Zelfverliezers leren wandelen in de Waarheid. Verkiezing Gods, die in geloofswandel openbaar wordt.
Het mag tot blijdschap stemmen, wanneer het in de gemeenten goed gaat. Wanneer er geen tweedracht is. Geen financiële zorgen er zijn. Het is om dankbaar er voor te zijn. Zeer zeker. Maar het hoogste is het niet. Het hoogste is: wandelen in de Waarheid.
Kan het van ons getuigd worden? Zijn wij jong en oud geestelijke cultuur-krachten in Christus' Kerk? Zalig die wandelen in de Waarheid. Zij onderkennen de geest van de antichrist.
De oude Apostel eindigt de brief met het: „Vrede zij u. De vrienden groeten u. Groet de vrienden met name." De groeten aan die in de Waarheid wandelen.

M. [Midwolda], H.U. Westerterp

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1972

De Wekker | 8 Pagina's

Johannes' grootste blijdschap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1972

De Wekker | 8 Pagina's