Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De synode van Groningen 1872 (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De synode van Groningen 1872 (2)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie er waren
In dit artikel willen wij iets zeggen over de samenstelling van de synode. Sinds 1851 telde de Christelijk Afgescheiden Gereformeerde Kerk tien provinciaal-synodale ressorten; elke provincie, behalve Limburg, had haar eigen provinciale synode. De vereniging met de Kruisgemeenten in 1869 bracht hierin geen verandering. Volgens de regel van artikel 50 van de Dordtse Kerkorde van 1618-1619 moest elke provinciale synode vier afgevaardigden naar de generale synode zenden, twee predikanten en twee ouderlingen, en zo kwam het dat de synode van Groningen veertig leden telde. Hierbij kwamen dan nog de hoogleraren van de Theologische School te Kampen als prae-adviseurs - het waren A. Brummelkamp. Hel. de Cock en S. van Velzen.
Wie een klein beetje met de geschiedenis van de kerken der Afscheiding op de hoogte is, ontdekt in de lijst van afgevaardigden vele bekende namen. Wij willen in alfabetische volgorde een paar noemen.
Daar is de 32-jarige ds. J. van Andel, die na gymnasiale studie te Tiel en theologische studie te Kampen op 22-jarige leeftijd predikant werd in Zutphen. Hij was een oorspronkelijke geest, een kenner en liefhebber van mineralogie en volkenkunde, waarover hij echter nooit iets publiceerde, maar hij was bovenal door diepgaand Schriftonderzoek een Schriftgeleerde bij uitnemendheid. In talrijke geschriften, waaronder vele commentaren, opende hij op wonderschone, ja op literair-artistieke wijze de Schriften. Zijn hoofdwerk was Handboek ter beoefening van de gewijde Geschiedenis, dat vele herdrukken beleefde maar, helaas, in onze tijd naar de achtergrond is gedrongen. Van Andels werken staan overigens nog altoos hoog genoteerd, en ze verdienen dit.
Vervolgens noemen wij ds. J. Bavinck die in 1836 in de graafschap Bentheim was geboren. Hij ontving zijn opleiding bij de bekende ds. W.A. Kok, eerst te Ruinerwold, later te Hoogeveen. In 1848 werd hij eerst rondreizend prediker om later verschillende gemeenten te dienen. In 1854 bij de stichting van de Theologische School te Kampen werd hij tot hoogleraar benoemd, maar hij had geen vrijmoedigheid de benoeming te aanvaarden. Bavinck was een uitnemend kenner van Gods Woord en van de gereformeerde dogmatiek. De latere hoogleraar ds. H. Bavinck was zijn beroemde zoon.
Dan is daar ds. H. Beuker, evenals Bavinck in de graafschap Bentheim geboren en wel in het jaar der Afscheiding 1834. Hij ontving zijn opleiding te Kampen en wordt beschreven als een populair redenaar, een wijs raadsman en een aantrekkelijk christen. Beuker was een geharnast strijder voor de Afscheiding. In 1893 ging hij naar Amerika waar hij een jaar later hoogleraar in de dogmatiek werd aan de Theologische School van de Christelijke Gereformeerde Kerk aldaar. Van het Westminster College van de Verenigde Presbyteriaanse Kerk ontving hij een ere-doctoraat.
Dan noemen wij ds. J.F. Bulens, die in 1820 te Dordrecht werd geboren, eerst schoenmaker was, daarna aan de Arnhemse opleidingsschool bij Brummelkamp studeerde om in 1854 predikant te Varsseveld te worden, waar hij altoos gebleven is. Bulens was een voorvechter voor de christelijke school.
We zouden nog vele andere namen kunnen noemen, zoals bijv. van ds. N.H. Dosker, ds. J. Hessels, ds. W.A. Kok, ds. A. Littooy, ds. M. Noordtzij, ds. D.K. Wielenga en anderen, en ook vele namen van ouderlingen, allen mannen met een degelijke kennis en met een zeer goede naam in en buiten de Christelijke Gereformeerde Kerk, maar wij zouden dan veel te breedvoerig worden. Alleen willen wij nog iets zeggen van de leden van het moderamen der synode.

Het moderamen
De synode koos tot haar voorzitter ds. W.H. Gipsen, die toen 38 jaar oud was. Gipsen was een man van werkelijk singuliere gaven. Hij was nog geen 23 jaren toen hij in De Lier bevestigd werd als predikant bij de Kruisgemeente aldaar. In 1860 werd hij met de predikanten Klinkert en Plug door de synode der Kruisgemeenten afgevaardigd naar de synode der Afgescheidenen te Hoogeveen om over vereniging der beide kerkgemeenschappen te onderhandelen. Er kwam toen van vereniging evenwel niets. In datzelfde jaar ging Gipsen met zijn gemeente over naar de Chr. Afgesch. Geref. Kerk, waar hij al spoedig een grote plaats innam. De synode van Middelburg, 1869, diende hij als tweede voorzitter. Gipsen was een man van grote kennis en tere godsvrucht, die de kerken der Afscheiding vele jaren met grote zegen gediend heeft.
Tot scriba benoemde de synode de 27- jarige ds. L. Lindeboom, die in 1866 door docent Hel. de Cock tot predikant in 's-Hertogenbosch werd bevestigd. Lindeboom werd in 1882 tot hoogleraar aan de Theologische School te Kampen benoemd, waaraan hij vele jaren met grote trouw heeft mogen arbeiden. Hij was een vurig bestrijder van de modernistische aanvallen op het Schriftgezag en tevens van de Kuyperiaanse ideeën in de theologie. Lindeboom was ook de man die gereformeerd Nederland met kracht de roeping tot evangelisatie op het hart bond en de stoot gaf tot de oprichting van vele inrichtingen van barmhartigheid. Hij wordt getekend als Man van conflict - tóch van eenheid.
Als tweede voorzitter fungeerde op de synode ds. J.H. Donner, die in 1824 was geboren en na de opleiding van
Brummelkamp te Arnhem gevolgd te hebben, in 1848 predikant werd te Ommeren-Tiel, vanwaar hij in 1851 naar Leiden vertrok waar hij tot zijn dood toe is blijven wonen. Donner was een man van zeldzame bekwaamheden, die als zendingsdirector, waartoe hij benoemd werd, onschatbare diensten aan de zending heeft bewezen. Hij schreef o.m. een verklaring van de Psalmen en gaf catechisatieboekjes uit, die talloze malen werden herdrukt. In 1880 werd hij lid van de Tweede Kamer. Donner was de stamvader van een bekend theologen- en juristen-geslacht.
Tenslotte vermelden wij dat de 51-jarige ds. A.S. Entingh tot adjunct-scriba werd gekozen. Ds. Entingh, die o.m. in Amsterdam en Rotterdam als predikant arbeidde, wordt beschreven als een boeiende prediker, die altoos grote scharen trok en tot rijke zegen werkzaam was. Ziehier het viertal dat het moderamen vormde; het waren allen mannen die vóór en na die tijd in allerlei belangrijke functies de kerken der Afscheiding mochten dienen.

A.[Apeldoorn], H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1972

De Wekker | 8 Pagina's

De synode van Groningen 1872 (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1972

De Wekker | 8 Pagina's