Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Israël en zijn land (10)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Israël en zijn land (10)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Stemmen van Israël
Bij het Israël-vraagstuk, wat het land aangaat, zijn drie groepen belangstellenden en belanghebbenden betrokken. Men heeft deze drie wel de erfgenamen van het Oude Testament genoemd. Het zijn de Joden, de christenen en de Islam (Mohammedanen of Moslims). Tot deze laatste groep behoort de meerderheid van de Arabieren, die voor een deel nog verre familie van de Israëli's zijn, via Ismaël, de zoon van Abraham en Hagar.
De Islam laten we hier nu verder maar rusten, zij komen in een ander verband nog wel ter sprake. Niet dat zij in verband met het land niet van betekenis zouden zijn; integendeel zij zijn één van de moeilijkste partners in deze aangelegenheid.
Nu is het zo dat in de drie genoemde groepen niet alleen verschillende maar ook totaal tegengestelde opvattingen leven wanneer het gaat over het recht op en het wonen in Palestina.
In dit art. wil ik in het kort iets zeggen over de opvattingen, die er bij Israël leven over deze zaak. Daarbij zal wel blijken, dat er ook bij hen geen eenstemmigheid is in de visie op het vraagstuk van het wonen in het land Kanaän en de betekenis van het wonen daarin. Wel heeft het vraagstuk van het wonen in het land alle eeuwen de aandacht van het Joodse volk gehad, vooral wanneer Israël er niet meer ongehinderd woonde. Het blijkt dan dat het gemis van het land zwaar aankwam.
Een duidelijk voorbeeld daarvan vinden wij reeds in het O. Testament, in de Klaagliederen van Jeremia. Het leed over het verbreken van de band tussen volk en land heeft in hem als het ware gestalte gekregen, als hij worstelt met het oordeel, de smart en de verwachting. De eigenlijke ontruiming van het land door de Joden valt in de tijd van de bezetting door de Romeinen van de oostkust van de Middellandse zee. In het jaar 70 n Chr. is Jeruzalem verwoest en lag de tempel in puin. Er zijn toen zeer veel Joden gedood, gedeporteerd en als slaven verkocht.
In 135 n. Chr. kwam de definitieve verdrijving van de Joden uit het beloofde land. Scherp kwam toen de vraag naar voren bij de Joden, die buiten het land vertoefden, hoe men het gemis van het land moest zien en verwerken.
Uit de tijd na de verwoesting van Jeruzalem is er een stem uit het jaar 90 bewaard. Deze zegt dat nu Jeruzalem verwoest is zelfs de hemel in rouw is - er is geen lach meer bij God, de hemelse hofstoet rouwt. Deze stem legt God zelf berouw in de mond over wat Hij Jeruzalem heeft aangedaan.
Er zijn ook tonen van berusting uit die tijd: Er is geen recht van Israël op het land. God gaf het, Hij kan het ook ontnemen. Wij moeten daaronder buigen maar Hij die het ontnam kan het ook weer geven.
De bekende Flavius Josephus vond het gemis van het land geen onoverkomenlijke zaak. Er zijn meer mogelijkheden. Daarbij het aantal Joden is zo groot dat toch niet allen er in kunnen wonen. Zij, die buiten Palestina geboren zijn, voelen zich daar ook wel thuis. Deze visie is hem door vele Joden niet in dank afgenomen evenals veel wat deze man zei en deed.
In de eeuwen voor Christus was er een grote groep Joden die, toen vele Israëlieten, onder Ezra en Nehemia naar Palestina terugkeerden, vrijwillig in Babel bleven en zich daar tot een afzonderlijke Joodse groep ontwikkeld hebben. Hier vormde zich zelfs een zodanig centrum dat er grote invloed van uitging op het Joodse denken. Zij zagen het wonen in Babel als het verblijven in een ander heilsland, waarvan zij de kwaliteiten roemen boven Palestina. Stemmen uit deze kring bevestigen dit op velerlei manier. Dat het daarbij niet aan fantasie ontbrak blijkt wel uit het verhaal dat in Babel de kool zo hoog groeide dat men een ladder gebruiken moest om deze te oogsten. Daarbij stond men de gedachte voor dat men voor de toekomst beter in Babel dan in Palestina kon wonen.
Uit later tijd zijn er weer andere stemmen, die meer positief klinken ten opzichte van het wonen in het eens toegezegde land. Men zag in het wonen in Palestina een gebod Gods. Dit gebod te betrachten is meer dan de vervulling van heel de wet Gods.
Uit 300 n. Chr. is er de stem die zegt: de echte Jood moet het land der vaderen gezien hebben of op zijn minst dit hebben begeerd. En wat de toekomst betreft: de opstanding der doden zal in Palestina plaats vinden. Het is zelfs de vraag of zij, die daar buiten blijven wel tot herleving zullen komen. De gedachte werd zelfs uitgesproken, dat zij die buiten Kanaän begraven waren, langs onderaardse wegen naar Palestina zullen komen op de dag der opstanding.
Anderen, die buiten het land der vaderen woonden troostten zich met de gedachte dat de Schechina overal is waar Joden zijn.
Er is geen onvervreemdbaar recht op het heilige land. Een stem zegt: Wanneer Mozes en Aäron er niet in mochten komen, waarom zou ik er dan recht op hebben?
Er zouden meer stemmen uit het verleden te noemen zijn. Zij alle variëren van verplichting er te wonen; heimwee daarnaar te hebben, zich te herinneren dat er voorwaarden zijn om er te mogen wonen; men kan ook ergens anders wonen en Gods gunst genieten.
Anderen betwijfelen sommige van deze opvattingen en wijzen op Elimelech en zijn zonen als afschrikwekkend voorbeeld van het moedwillig verlaten van het land der vaderen. Weer anderen zeggen: Wij kunnen het land alleen terug ontvangen uit de hand van de Messias wanneer deze komt.
Vanaf 634 n.Chr. vormen de Arabieren de bezettende en beheersende macht in Palestina, waarin een kleine groep Joden als minderheid woonde, zoals dat eeuwen aaneen het geval geweest is. Deze had het nu eens meer dan weer minder moeilijk. Een leeg land was het dus nimmer. Het vraagstuk van de bewoning van Kanaän is er sinds de overmacht van de Arabieren niet eenvoudiger op geworden. Hebben de Arabieren er rechten of de Joden? Moet een van beide er uit of moeten ze het eens worden over de bewoning van dit gebied? Zal Israël er alleen wonen? Hoe moet het in dit geval er een plaats krijgen? Door geweld, door koop, door overleg of als gave van de eindtijd?
Nu vanaf de tweede helft van de vorige eeuw weer een hernieuwde belangstelling voor de verhouding van Israël tot zijn land ontwaakt is is er weer een verscheidenheid van opvattingen, zij het gewijzigd door de nieuwe situatie en het moderne denken.
De beweging van het Zionisme - ontstaan in het laatst van de vorige eeuw - ziet het land en het wonen daarin voor Israël als het grote doel. Het heeft dan ook getracht dit doel te doen leven en aanvankelijk te realiseren. En niet zonder succes, zij het met grote moeilijkheden. Het was echter van mening dat om het gestelde doel geheel te realiseren een staat nodig was, die het onbetwistbaar recht van Israël op zijn land zou kunnen waarborgen. Zij die in het land woonden moesten zich daarvoor inzetten met alle beschikbare middelen en zij die er buiten woonden moesten dit streven steunen met alle hun ten dienste staande middelen. Zo zou tegelijk de eenheid van het Joodse volk tot uitdrukking gebracht worden. Het religieuze element gold daarbij niet als het voornaamste.
Welke houding men daarbij tegenover de Palestijnen moest aannemen, daarover werd niet gelijk gedacht.
Martin Buber b.v., eerst Zionist met zijn hele hart, pleitte later sterk voor een compromis tussen Israël en de Palestijnen wat het land betreft; gezien de geschiedenis hebben zij beide recht op dit gebied, meende hij.
In deze richting wees ook de verklaring van de Verenigde Naties in 1947. Dit compromis is tot heden niet bereikt. Wel heeft er een grote verschuiving plaats gehad. Veel Palestijnen raakten buiten het land en veel Joden werden verdreven uit de omringende Arabische staten en kwamen berooid in Palestina.
Bij de Joden buiten Palestina is altijd het heimwee sterk gebleven naar het land der vaderen. Een stroom van dichters heeft daaraan uiting gegeven en daardoor dit heimwee levendig gehouden. Prof. Boertien heeft eens gesproken van „een lied, dat nimmer stierf". „De liefde tot zijn land is Israël aangeboren" zo luidt de titel van een bundeltje van zes radiovoordrachten, die prof. Boertien gehouden heeft en waarin hij vooral aandacht schenkt aan de liefde tot Jeruzalem, die de eeuwen door bij de Joden leeft.
Onder de Joden zijn er ook die het gevaar hebben gezien van het eenzijdig nadruk leggen op het bezit van het land en het wonen aldaar. Zij zeggen dat daarmee het vraagstuk van Israël niet is opgelost. Zij vrezen zelfs dat de opbouw van het land Israël geestelijk tot een ruïne zal maken. Het zal zich aan de rest van de wereld assimileren, een staat als de anderen worden, zelfzuchtig, middelmatig en klein.
Anderen zien andere gevaren n.l. dat het geestelijk karakter van het Jodendom als gemeenschap, niet tot zijn recht zal komen. Het gaat immers niet alleen om lijfsbehoud en zelfstandigheid maar om wedergeboorte van de geest.
Een andere waarschuwende stem zegt: „Door naar Israël te gaan kunnen we ons lichaam redden, maar onze ziel verspelen. We grijpen op het werk en de komst van de Messias vooruit. Nu roept Hij ons toe: jullie zijn zonder mijn toestemming gekomen, doe alles nu ook alleen." Eenstemmigheid is er ten aanzien van de verhouding van Israël tot zijn land niet.

Kremer

P.S. Op een enkele uitzondering na, liet ik in dit art. namen van personen en geschriften weg. Het zou dit art. - dat toch al te lang werd - te weinig eenvoudig doen blijven.
K.

K.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1972

De Wekker | 12 Pagina's

Israël en zijn land (10)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1972

De Wekker | 12 Pagina's