Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een verklaring aangaande christelijk onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een verklaring aangaande christelijk onderwijs

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onlangs heeft de Executive Committee van de Northwest Kowa afdeling van de Reformed Fellowship in Amerika een getuigenis gepubliceerd aangaande christelijk onderwijs. Dit getuigenis is opgenomen in het twee-wekelijks blad van de Christian Reformed Church in Amerika en daaruit blijkt van hoe grote betekenis de opstellers ervan terecht de christelijke school achten, maar ook hoe het telkens weer nodig is om ouders hierop te wijzen en tot hun verantwoordelijkheid op te roepen. Daar wat in het getuigenis gezegd wordt niet alleen van belang is voor Amerika, maar ook voor ons en het tevens goed is dat we weten dat ook elders in de wereld christenen strijden voor het christelijk onderwijs aan hun kinderen nemen we er hier enige gedeelten uit over.
Christelijk onderwijs is een geloofszaak. Het getuigenis spreekt aldus:
„Alle Christenen, geloven wij, behoren Jezus Christus ootmoedig te erkennen en vreugdevol te dienen overeenkomstig de Schriften als de enige Zaligmaker en Heer van het gehele leven. Tot dat einde zijn scholen op alle onderwijsniveaus onmisbaar. Zulke inrichtingen, zullen ze de verhevene bedoelingen van de genadige God van het verbond dienen, moeten Bijbel-geleid, Christo-centrisch en God-verheerlijkend zijn. Iedere generatie moet, onder God, komen tot een verstaan van en toewijding aan de onderwijs-imperatieven waarmee de Bijbel uitdaagt allen die de Here Jezus in oprechtheid en waarheid belijden."
De verontrusting dat zovelen hun verantwoordelijkheid niet kennen blijkt uit het volgende:
„Het verontrust ons daarom ten diepste en het smart ons een blijkbare daling van belangstelling voor, toewijding aan en steun voor zulke onderwijs-ondernemingen te zien onder leiders en leden van de belijdende christelijke gemeenschap. Dit kan slechts de achteruitgang van een gezond geestelijk leven en dienst verergeren en de fundamenten van gezin, kerk, samenleving en staat nog verder verzwakken. In dagen van kansen en welvaart zoals wij thans meemaken, komt de oproep met onmiskenbare duidelijkheid om onze verbondenheid te vernieuwen aan de mandaten die onze genadige verbonds-God openbaart in Zijn Woord".
Vervolgens wordt God op de volgende wijze gedankt voor de erfenis, die onze voorouders in het christelijk onderwijs hebben nagelaten: „Wij prijzen Hem voor de visie die onze vaders bezielde tot stichting van scholen voor hun kinderen en kindskinderen waar de God van het verbond gedurig en konsekwent geëerd zou worden. Wij prijzen Hem voor de toewijding waarmede een grote schare van onderwijzers, administrateurs en bestuursleden - dikwijls ten koste van grote persoonlijke opoffering - gediend hebben om deze scholen al de jaren door krachtig te maken. Wij prijzen Hem voor ouders die getrouw geweest zijn aan hun roeping en voor begunstigers wier gebeden en giften geholpen hebben om deze scholen bestaan te doen blijven. Wij prijzen Hem voor de zegeningen die Hij geschonken heeft door deze scholen om kinderen en jongelui op te voeden in godvrezendheid tot koninkrijkdienst.
In dankbaarheid voor al deze gunsten wordt daarom met de hulp van God het volgende besloten:
(1) er op aan te dringen bij alle ouders waarmee wij omgaan hun verbondsvoorrechten en verplichtingen te erkennen door gebruik te maken van christelijke scholen op alle niveau's voor de opvoeding van hun kinderen in de vreze des Heren.
(2) alle jongelui, inzonderheid hen die de voorrechten van zulk christelijk onderwijs hebben mogen genieten, uit te dagen Jezus Christus te dienen als Zaligmaker en Heer in hun dagelijks leven en zodoende deze scholen ook te steunen met hun gebeden en giften.
(3) predikanten aan te moedigen om van de kansel en in onderrichtslokaal de schatten van Gods waarheid te verkondigen, ook wat betreft toepassing op christelijk onderwijs. Insgelijks er bij ouderlingen en diakenen op aan te dringen in hun respektievelijke roepingen zulke prediking te steunen en te bewerkstelligen in hun arbeid binnen en buiten de gemeente,
(4) en in 't bijzonder hen die rechtstreeks bezig zijn als onderwijzers in de scholen te herinneren aan het urgente van distinctief christelijk onderwijs, zodat verstaan van en toewijding aan de beginselen, die deze scholen dragen, verdiept mogen worden onder ouders, kinderen en de ganse christelijke gemeenschap. Oud evenzeer als jong zullen benut worden door duidelijke, konsekwente en moedige getuigenissen aangaande het alomvattende van het gezag en de boodschap der Schrift voor het gehele leven, de schatten van Gods verbondsweldaden aan hen die wandelen in Zijn wegen, de noodzakelijkheid van persoonlijke vernieuwing door het werk van de Heilige Geest en de souvereine Heerschappij van Jezus Christus. Tenzij de scholen werkelijk distinctief zijn verdienen ze geen plaats in de samenleving en geen steun van Gods volk.
Dat een getuigenis als dit wel noodzakelijk is blijkt uit de slotopmerkingen, die „De Wachter" er aan toevoegt. Er hapert iets aan de houding van sommige (vele?) mensen wat de noodzakelijkheid van christelijk onderwijs betreft. „Helaas krijgt men soms van mensen, die in de voorste gelederen moesten staan wat betreft overtuiging van de noodzakelijkheid van het christelijk onderwijs, te horen dat het te betwijfelen is of we al dit geld mogen besteden aan het christelijk onderwijs van onze kinderen. „Zou het niet beter zijn", zo redeneren ze dan, „om dit geld te besteden voor evangelisatie, zending en noodleniging?" Dat bij zulke leiders het besef van de alomvattendheid van het koningschap van Christus Jezus zoek is, is duidelijk te zien. Ook ziet men dat christelijke ouders al te gemakkelijk vanwege de hoge kosten van christelijk onderwijs hun kinderen niet naar de christelijke school sturen, of hen er af nemen om ze naar de openbare school te sturen. Aan bereidheid tot offer ter wille van de eer van Koning Jezus en het geestelijk welzijn van hun kinderen, ontbreekt het maar al te veel. Praat maar eens met bestuursleden van christelijke Schoolverenigingen, dan zult u horen dat er zijn die zich allerlei luxe dingen, zoals boten, reiscaravans en snowmobiles veroorloven, maar de verantwoordelijkheid voor bekostiging van het christelijk onderwijs willen afwentelen op anderen. Ook zijn er die terwille van deze luxe dingen hun kinderen maar niet naar de christelijke school sturen."
Niet alleen in Amerika, ook bij ons moet voortdurend worden gewezen op onze verantwoordelijkheid t.o.v. de opvoeding van onze kinderen. Die verantwoordelijkheid ligt allereerst bij de ouders. Maar we hebben ook christen-onderwijzers en -onderwijzeressen nodig, die hun verantwoordelijkheid verstaan. Uiteindelijk staat en valt daarmee de christelijke school. Maar laten we niet alleen kritiek hebben. Hebben wij als ouders wel altijd onze verantwoordelijkheid verstaan en hebben we vaak niet al te gemakkelijk de taak van de christelijke opvoeding overgelaten aan de school? We moeten samen staan voor de taak van de opvoeding en laten we het onderwijzend personeel in ons gebed niet vergeten.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Een verklaring aangaande christelijk onderwijs

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 januari 1973

De Wekker | 8 Pagina's