Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hervormden en gereformeerden samen op weg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hervormden en gereformeerden samen op weg

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu de gemeenschappelijke vergadering van de hervormde en gereformeerde synode het grote kerknieuws is in ons land, willen we in dit artikel na deze synode er direct over schrijven en het tweede artikel over het boek van ds. Lindeboom een volgende keer geven.

Karakteristieke aanduiding
De titel boven dit artikel, ontleend aan een gelijknamig geschrift van de hervormde dr. C.P. van Andel, is een karakteristieke aanduiding voor de verhouding tussen de beide grootste uit de Reformatie voortgekomen kerken in ons land.
De Ned. Herv. en de Gereformeerde Kerken zijn inderdaad onderweg.
Na de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 hebben deze kerken vrij scherp tegenover elkaar gestaan. Daarna kwam er een periode dat de scherpe kanten er wat afgingen en men naast elkaar voortleefde zonder elkaar wezenlijk te raken.
Deze periode is met de tweede wereldoorlog wel beëindigd. Na de bevrijding werd geprobeerd dichter bij elkaar te komen. Er zijn vele gesprekken gehouden. De neerslag is nog altijd te vinden in de brochure: Hervormd-gereformeerd gesprek. Maar deze gesprekken leverden toch niet de gewenste resultaten op. De beweging van de achttien ontstond in de zestiger jaren. Maar ook deze beweging verzandde. De kerkelijke rotsblokken zaten te vast. Enkele jaren geleden sloegen jongeren uit beide kerken de handen ineen. Hun aktie ontving de goedkeuring van beide synoden. De werkgroep „Samen op weg" ontstond. En het is aan de arbeid van deze groep te danken dat op 15 en 16 juni 1973 een combi-synode werd gehouden - een gecombineerde synode van deze grote protestantse kerken.
Het is wel gebleken dat men nog goed aan elkaar wennen moet. Begrijpelijk: elke kerk heeft een eigen geschiedenis, een eigen achtergrond en een eigen klimaat. En als op een gezamenlijke synode een kerkrechtelijke „kei" als prof. Nauta met kerkordelijk geschut gaat werken, dan knippert men in hervormde kring met de ogen. Moet het zo? Heeft de kerkorde zoveel betekenis?
Inderdaad deze combi-synode had kerkrechtelijk gezien geen been om op te staan. Maar men heeft gepoogd dit been te maken en men hoopt over enige tijd dit been om op te staan - en dat betekent in de praktijk: gezamenlijke beslissingen nemen - wel te hebben.
Men is samen op weg gegaan.
Dat betekent dat men een soort federatie - waarbij iedere kerk zelfstandig blijft - maar ook fusie of hereniging heeft afgewezen. Dat laatste beoogt immers de eenheid van de beide kerkelijke (organisatorische) instituten en dat is het naaste doel beslist niet. Het gaat om een eenheid van belijden.
Daarom heeft men gekozen voor de vorm van geleidelijke integratie: een proces, waarbij beide kerkgemeenschappen in al hun geledingen worden betrokken.
Uiteraard vraagt dat de nodige tijd. Wie bezwaren heeft en gevaren ziet, heeft alle tijd om te wennen aan en te gaan leven met die bezwaren en gevaren.
Er wordt niets overhaast. Plaatselijk kan men naar elkaar toe groeien. Hier en daar heeft dat reeds vergaande vormen aangenomen en hebben twee plaatselijke kerken bv. één predikant. Men moet in de komende tijd proberen de grenzen van de classes en de provinciale vergaderingen gelijk te trekken. Als ook deze vergaderingen af en toe gecombineerd samenkomen, groeit langzaam maar zeker een kerkelijk leven waarbij de beide kerken in elkaar zijn opgegaan.
Men is dus inderdaad samen op weg. Niet een stelletje koplopers en heethoofden, maar een grote menigte van kerkvolk.

Centrale vragen
Het kan niet anders: als buitenstaander volgt men de ontwikkeling met grote belangstelling. En tegelijk kan men de vragen niet onderdrukken. Een paar vragen willen we hier stellen.
De eerste is: is deze toenadering vrucht van de samenbindende kracht van Gods Waarheid? Of moeten we heel deze ontwikkeling zien als een gevolg van nieuwe visies, die in beide kerken aan de orde zijn: niet de leer, maar het leven; niet de belijdenis, maar het handelen; niet het zijn, maar het doen van de kerk is beslissend.
Een tweede vraag is dan ook direct: op welke basis is men nu onderweg? Is het de weg van Schrift en belijdenis? Een commissie wordt ingesteld die opdracht krijgt kernen van het belijden opnieuw te formuleren. Wordt dat een belijdenis in geest en hoofdzaak? Een mini-belijdenis toegespitst op maxi-daden? Of wordt het een eigentijdse doch schriftuurlijke door en door gereformeerde belijdenis? We hopen het laatste, maar we vrezen het eerste. Nog twee belangrijke vragen laten zich niet onderdrukken.
Allereerst: hoe wordt nu de positie van die gereformeerden, die bezwaren hebben tegen deze integratie? Hun bezwaren zijn begrijpelijk; immers het probleem van de vrijzinnigheid - altijd het grote struikelblok tussen hervormd en gereformeerd - wordt geruisloos geëlimineerd; niet omdat er geen vrijzinnigen meer zijn, maar omdat men dit vandaag minder ernstig vindt. Men heeft voor de bezwaren van een aantal gereformeerden wel begrip. Dr. B. Wentsel heeft ter synode reeds opgemerkt dat een groot aantal gereformeerden de snelle integratie niet kan meemaken. Daarom pleitte hij voor het bewaren van eigen identiteit en voelde hij meer voor een federatie of verbondsgemeenschap. Maar daartegenover werd opgemerkt dat de brede keuze aan richtingen zeer wel past binnen een nieuw kerkverband. „Pluriformiteit is een kenmerk van de eenheid".
De verontrust-gereformeerden zijn niet gelukkig met de komende integratie. Maar wat gaan zij doen? Ze integreren mee waarschijnlijk, al zullen ze allerlei bezwaren blijven maken. Overigens is de hele strijd tegen de nieuwere theologie van Kuitert en Wiersinga dan een spiegelgevecht geweest.
En nog een andere vraag: hoe wordt de positie van de gereformeerde bond?
De gereformeerde dr. Wentsel beschouwde de bond als een blok waar je op stuit; de bond heeft veelal voor anderen afgesloten kansels. M.i. een caricatuurvoorstelling. Overigens typerend een dergelijke opmerking. In feite maakt een dergelijke opmerking al duidelijk dat door de integratie van beide kerken niet het confessioneel gereformeerde element in de Ned. Herv. Kerk wordt versterkt. De Geref. Kerken hebben weinig geestelijke verwantschap met de Geref. Bond. Dat is in het verleden in het C.O.G.G. wel gebleken; dat zal in een geïntegreerd kerkverband nog meer gaan blijken. Dat betekent dat de geref. bond in invloed achteruit zal gaan. Ik zou me kunnen voorstellen dat de bezwaren van verschillende geref. bonders groot worden en het hun moeilijk valt in een dergelijke vergrote middenorthodoxe kerk te werken. Of zal ook voor hen gelden: geleidelijk aan leer je ook daarmee te leven?
We zijn benieuwd.
Het is duidelijk dat er in de komende jaren veel gesleuteld wordt aan de kerkelijke verhoudingen. Zal in 1980 de kerkelijke kaart er anders uitzien dan in 1970, zoals in deze rubriek wel eens is betoogd?

Beschamende toepassing
Uit de gestelde critische vragen kan duidelijk zijn dat we dit „samen op weg" zijn van beide kerken niet geweldig bejubelen als een rijke zegen van de Koning der Kerk in het laatste kwart van deze eeuw, onderweg naar het magische jaar 2000.
Maar het zou bepaald onjuist zijn met deze constatering dit artikel te besluiten. Er moet m.i. een beschamende toepassing op volgen. We moeten - om een bekende ouderwetse uitdrukking te gebruiken - met dit „samen op weg" tot onszelf inkeren als kerken van gereformeerde belijdenis.
Als we dat niet doen is onze houding tegenover de combi-synode m.i. farizees.
Immers de hele verhouding tussen gereformeerd en hervormd gaat alle niet-hervormde en niet-gereformeerde kerkleden ook aan. Als we denken aan de Acte van Afscheiding, dan kunnen we de Ned. Herv. Kerk nooit vergeten en worden we telkens weer opgeroepen om te vragen; hoe ver is de Herv. Kerk en hoe ver zijn wij?
Afgedacht hiervan: de komende integratie van de twee grootste protestantse kerken zal z'n weerslag vinden in de kleinere kerken van gereformeerde belijdenis. Een bepaald contingent kerkleden zal dit prachtig vinden en daar niet alleen een voorbeeld in vinden, maar misschien zich aangetrokken voelen tot de éne geïntegreerde kerk. Het zal hoe langer hoe moeilijker worden om ons afzonderlijk kerk-zijn voor jongeren duidelijk te maken en te motiveren.
Tegen deze achtergrond is het een beschamende zaak dat we als kerken van gereformeerde belijdenis, die deze belijdenis ook voluit willen laten funktioneren, elkaar zo weinig vinden en zo weinig haast maken met echt kerkelijke eenheid.
Het is alleen maar koren op de hervormd-gereformeerde integratie-molen, wanneer in elke kerk de tegenstellingen scherper worden, de gemeenschap der heiligen niet alleen plaatselijk, maar ook landelijk maar slecht beleefd wordt; èn wanneer de kerken naast elkaar voortleven en zich die luxe blijven permitteren.
De hervormd-gereformeerde toenadering kan ik niet bewonderen, hoe belangrijk formeel de eenwording van deze twee kerken ook zou zijn. Maar de hunkering naar de éne nationaal-gereformeerde kerk neemt toe - een kerk, die wel verschillen zal kennen maar die één is in belijden en beleven; die de belijdenis onderschrijft en de religie van de belijdenis een zaak van levensbelang vindt; een kerk, waarin voorgangers en leden van verschillende kerken, die elkaar nu in de week ontmoeten en herkennen en waarderen, ook 's zondags één zijn, bedienend of beluisterend hetzelfde Woord, zittend aan de éne tafel en drinkend uit de éne beker. Ach wanneer?

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Hervormden en gereformeerden samen op weg

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juni 1973

De Wekker | 8 Pagina's