Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Omstructurering van de gemeente?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Omstructurering van de gemeente?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De diakonale gemeente
Met bovenstaande ondertitel gaf de aan het instituut voor practische theologie der Vrije Universiteit verbonden socioloog dr. J. Hendriks een cahier uit in de serie Gemeentetoerusting.¹) De titel „Overal waar mensen zijn" geeft het werkterrein aan van de diakonie nieuwe-stijl.
Het geschrift van dr. Hendriks, indertijd (1971) gepromoveerd op een proefschrift over de Emancipatie van de Gereformeerden, laat zich gemakkelijk lezen. Het is vlot geschreven. Het zit overzichtelijk in elkaar. De indeling is logisch en helder. En de portee van de zaak komt duidelijk uit de verf: Mensen komen in actie, omdat zij de Heer hebben leren kennen en Hem willen volgen (blz. 8). Dat is wat dr. Hendriks wil beschrijven. „En dan kom je inderdaad uit bij de dienst. Dan word je de bondgenoot van de zwakke, de niet-geachte, de underdog. En waar dát het geval is manifesteert zich het diakonaat."
De bedoeling van de schrijver is om aan te wijzen wat dit in de praktijk impliceert. De diakenen doen het werk. Zij kunnen hoogstens helpen om te helpen. Maar zij zijn er om zichzelf overbodig te maken. Want heel de gemeente moet een diakonale gemeente zijn. Heel de gemeente is tot dienst geroepen. En heel de gemeente moet dus ook geactiveerd worden. Zelf vat de schrijver zijn bedoeling als volgt samen: De gemeente moet achter de Heer aan en ruimte scheppen voor hen die onder druk staan, zodat zij op adem kunnen komen en opleven. Het gaat om dienen en gediend worden, handelen vanuit de barmhartigheid en gerechtigheid, solidariteit met de geloofsgenoten en anderen, aandacht voor individu en samenleving, om aktie, maar vooral om een bepaalde gezindheid. De gemeente kan niet blijven staan bij de nood in een bepaalde sektor van de samenleving maar moet present zijn overal waar mensen zijn. Met het oog op deze opdracht moet de gemeente worden toegerust en georganiseerd. En dat heeft weer vergaande consequenties voor de taak van de ambtsdragers, in het bijzonder de diakenen, (blz. 108). Een model voor de reorganisatie van de gemeente wordt gegeven en toegelicht. Door middel van een wijksgewijze indeling van de gemeente, compleet met contactpersonen, kwartierraden, geïncorporeerd in de diakonie moet de gemeente geactiveerd houden. Dit organisatieschema is een goed voorbeeld van de mogelijkheden die men kan scheppen ter activering van de gemeente. Maar het is alleen maar een middel. De gezindheid moet ook veranderd worden. Zij moet van een gerichtheid naar binnen vooral veranderd worden in een openheid voor alle noden, werkelijk alle noden van werkelijk alle mensen. Overal waar mensen zijn heeft de diakonale gemeente een taak. Alle aspecten van de totale mondiale samenleving moeten voor de diakonale gemeente worden opengelegd opdat die gemeente er in zou gaan staan.
De positieve betekenis van deze publicatie van Hendriks schuilt in de mogelijkheden die worden gewezen, om de gemeente te activeren. Menigeen zou hier winst kunnen doen met veel, dat wordt opgemerkt. Maar hier zitten ook de zwakke plekken. Zij kunnen aangeduid worden met drie woorden: verbreding, versmalling, en verdieping. Dat laatste moet met een vraagteken.

Verbreding
Terecht wijst de schrijver een aantal oneigenlijke tegenstellingen af. Bijvoorbeeld die tussen horizontalisme en verticalisme. Die tussen dienen en getuigen, die tussen de „eigenlijke" opdracht van de kerk en de vervulling van dienst aan de naaste. Men kan deze serie uitbreiden. Een hele serie óf-óf uitspraken moet worden omgezet in én-én. Niet alleen getuigen, maar ook dienen. Niet alleen de inspiratie in het verticale vlak, maar ook de inspanning in het horizontale. Dáár vloeit het heil des Heren uit. Maar het vloeit daar uit als heil des Héren. Het is gekwalificeerd. Het is niet neutraal, algemeen menselijk. Maar het is door de regeneratie heengegaan en het bedoelt mensen Góds.
Op dit punt valt in het geschrift van dr. Hendriks een verbreding waar te nemen, die onmiddellijke consequenties heeft voor de gemeente en haar structuur. De grenzen tussen burgerlijke en kerkelijke gemeente worden vloeiend.
Nu kan een gereformeerd mens daartegen niet het minste bezwaar hebben omdat in de geschiedenis der gereformeerde traditie een totale doorzuring van de samenleving met het evangelie niet zelden opzettelijk is beoogd. De verbreding van het evangelie in de samenleving, het doorwerken van de gemeente in de staat en maatschappij lag dan in het theocratische vlak. Dat was een waagstuk. Dat mislukte meestal of gelukte in de meeste gevallen slechts tijdelijk. Maar deze verbreding van het evangelie en van de gemeente ging gepaard met een autoritaire eis van het evangelie, van bekering en vernieuwing. Het was 't mikken op de théocratie.
Daartegenover maakt de verbreding in de visie van dr. Hendriks de indruk van een mikken op de democratie. Algemene instituten nemen de plaats van de kerkelijke in. De gemeente moet de eigen samenleving, en vooral de politieke sektor daarvan, critisch volgen en evalueren (blz. 65). De diakonale gemeente wordt zelfs in het brede mondiale verband gezet van wereldstructuren. Daarin moet, 't kan haast niet anders, ze wel verdwijnen, niet opgaan, maar ondergaan.

Versmalling
De versmalling van deze visie kan men duidelijk aanwijzen in wat men zou kunnen noemen het diakonologisch monisme. Van de drie ambten, die er naar gereformeerde opvatting zijn wordt het diakenambt er uitgelicht. Wat de functie van de ouderling in het geheel is, is niet duidelijk. En wat de taak blijft van de dienaar van het Woord van God blijft ook in de mist. Of men moet misschien zeggen, dat alles samengetrokken wordt in het diakenambt, dat dan aan de gehele gemeente wordt toegeschreven. Dit laatste is duidelijk de bedoeling van de bijbel. Ef. 4 leert dat de heiligen moeten worden toegerust tot dienstbetoon. Iedere christen moet een diaken zijn. Maar iedere christen moet ook een bedienaar zijn van de tucht. En ieder christen wordt geroepen om het woord van God, waar hij ook maar een kans krijgt, te brengen. Men zou met de reformatoren kunnen zeggen: een ieder moet de priester van de ander zijn. Wederzijdse troostreiking moet er zijn. Daarom lijkt het een versmalling van de diakonia in de gemeente wanneer alles gezet wordt onder het aspect van de diakonie. Is er geen Woord te spreken? Is er geen vrucht te zoeken? Is de diakonia aan de tafel niet onlosmakelijk verbonden met de diakonia van de verzoening, niet maar in de alternatieve zin van het woord maar in de bijbelse zin van de verzoening met Gód. Daarom lijkt het wel, dat het organisatieschema door dr. Hendriks geboden ter organisatie van de diakonale gemeente, geen plaats laat voor het werk tot bestuurlijke figuren, die slechts tot taak hebben alle arbeid te coördineren. Het wordt in ieder geval niet duidelijk hoe er naast deze organisatie ook nog plaats zou blijven voor een even efficiënt georganiseerde zielzorg. Wanneer zo de diakonale schouders alles te dragen krijgen wat in de loop der eeuwen was toebedacht aan een wél-functionerende coöperatie van het drievoudige ambt, zouden zij in de werkelijkheid té smal kunnen zijn. Wat er dan niet opkomt glijdt er langs en niemand vangt het dan op.

Verdieping?
Het is een ondragelijke last die de gemeente op de schouders wordt gelegd. De hele wereld. De hele structuur van de wereld. De hele economische problematiek. Wordt op deze manier niet een gigantisch juk van onbarmhartige dienstbaarheid aan de gemeente opgelegd? Wordt de gemeente al niet genoeg iedere week in een neurose gejaagd door alles wat er over haar heengaat vanwege en vanuit de wereld en wordt in het beeld van de diakonale gemeente dat nog niet eens dubbel overgedaan? Waar is hier de beker koud water, die gereikt zou worden aan hen die er op de een of andere manier er achter komen dat hun barmhartigheid niet toereikend is, maar die toch op een onbarmhartige wijze voortgejaagd worden. Waar is hier de bevrijding van hen, die gevangen zijn onder een slavenjuk van: ik moet er iets aan doen en ik kan er niets aan doen. Het kon een dienst der barmhartigheid worden, die wreed is. Niet omdat de gemeente niets zou kunnen doen. Niet omdat zij niet zou moeten zeggen: het heeft ons nog geen bloed gekost. Maar omdat in het hier aangereikte model de gemeente de illusie zou kunnen gaan voeden: wij organiseren als we 't goed aanpakken onszelf tot een verbazingwekkend stuk barmhartigheid in de wereld . . . en dán gebeurt er wat.
Is dit optimisme? Idealisme? Activisme?
Een van de regels die dr. Hendriks geeft is: Wees niet te perfektionistisch (blz. 110).
Met andere woorden laat er ruimte blijven voor barmhartigheid van God over onszelf. Een perfectionist heeft deze barmhartigheid niet nodig. De diakonale gemeente zal ze altijd weer opnieuw nodig hebben: Gods barmhartigheid, die onze dienst dep barmhartigheid inspireert en motoriseert. Omdat dit er niet dik boven op ligt in het boekje van dr. Hendriks zette ik een vraagteken achter verdieping.

W. van 't S.

¹) Dr. J. Hendriks, Overal waar mensen zijn, De diakonale gemeente. Serie Gemeentetoerusting. Uitgave J.H. Kok B.V., Kampen. 1973 115 blz. prijs ƒ 7,90.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1973

De Wekker | 8 Pagina's

Omstructurering van de gemeente?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1973

De Wekker | 8 Pagina's