Verslag van de vergadering van de Partikuliere Synode van het Oosten

Saamgeroepen door de kerk van Amersfoort, kwamen de afgevaardigden van de classis Amersfoort, Apeldoorn en Utrecht op woensdag 24 april te Amersfoort bijeen. Bij monde van ds. B. van Smeden werd gebeden om de leiding van de Heilige Geest. In het moderamen namen zitting als praeses ds. J. Brons, als scriba ds. J. Westerink en als assessor ds. J.H. Velema.
Instrukties.
Van de classis Apeldoorn:
a. Vraag 3 van het Reglement op de kerkvisitatie worde aangevuld met: „Denkt u hierbij bijvoorbeeld ook aan samenwerking met (een) genabuurde gemeente(n)?"
Deze werd aangenomen en doorgezonden naar de G.S.
b. In hetzelfde Reglement worde tussen vraag 20 en 21 gevraagd: „Onderhoudt u contacten met andere kerken van gereformeerd belijden ter plaatse, mogelijk contacten met andere kerken van gereformeerd belijden ter plaatse, mogelijk in COGG verband?" Na wijziging als volgt: „Onderhoudt u contacten met andere kerken van gereformeerd belijden ter plaatse, en van welke aard zijn deze contacten?", besloot de synode tot doorzending naar de G.S.
c. Daar in het huidig rechtsverkeer de scheidingsgrondslag dusdanig is verbreed dat veelvuldig scheidingen worden uitgesproken op grond van duurzame ontwrichting van het huwelijk, spreke de generale synode uit hoe de kerk in deze heeft te handelen (art. 70 D.K.O.). Deze instruktie werd als volgt veranderd: „Aangezien in het huidige rechtsverkeer ook de duurzame ontwrichting van het huwelijk als grond voor echtscheiding wordt aangemerkt a) overwege de Generale Synode of dit geen aanleiding geeft om bij de overheid een protest te laten horen, b) spreke de Generale Synode uit welke konsekwenties dit heeft voor onze kerkelijke gedragslijn ten aanzien van leden wier huwelijk op deze gronden ontbonden wordt."
d. In de concepten voor het Formulier van de ban of afsnijding van de gemeente worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1e. De aanhef zowel van de 1e, 2e als 3e afkondiging: „De kerkeraad is in de droeve noodzaak u bekend te maken", worde: „De kerkeraad is tot zijn droefheid genoodzaakt u bekend te maken".
2e. Pag. 4 regel 16 onderen: „Ieder moet zich door dit voorbeeld vermaand weten om de Here te vrezen", worde: „Ieder van ons moet dit voorbeeld ter harte nemen, dat ons vermaant om de Here te vrezen".
3e. Pagina 5 regel 8 van onderen: „Wek in onze harten een heilige ijver, zodat wij met christelijke vermaningen deze afgesnedene trachten terug te brengen", worde: „Wek in onze harten een heilige ijver zodat wij, door de liefde van Christus gedrongen, met woord en daad deze afgesnedene trachten terug te winnen".
4e. Op pag. 5 regel 10 worde „godzaligheid" veranderd in „vreze des Heren". In het concept voor het Formulier van de wederopneming worde gewijzigd:
1e. op pag. 8, de eerste vraag: „dat gij oprecht berouw hebt over uw zonde en hardnekkigheid" worde: „dat gij oprecht berouw hebt over uw zonde en het volharden daarin ondanks alle vermaan".
2e. op pag. 8 regel 13: „te richten naar" worde: „te leven naar het Woord des Heren". De voorgestelde wijzigingen in het concept voor het Formulier van de ban genoemd sub 1e en 4e werden niet aangenomen. De anderen ook die in het concept voor het Formulier van de wederopneming werden wel aangenomen.
e. „De generale synode bezinne zich op het lidmaatschap onzer kerken van de GOS, nu de Geref. Kerken in Nederland zich hebben aangesloten bij de Wereldraad van Kerken." Deze instruktie werd door de classis Apeldoorn teruggenomen. Wel kregen de afgevaardigden naar de G.S. de opdracht mee om de gedachten die ter vergadering naar voren kwamen ter G.S. te verdiskonteren.
f. De instruktie, betreffende art. 8 D.K.O., van de classis Apeldoorn, die op de vergadering van 1973 diende, werd na rapportering van de commissie die de opdracht had ontvangen deze instruktie nader uit te werken aldus gewijzigd:
De P.S. van het Oosten, overtuigd van de betekenis van het goed funktioneren van art. 8 K.O., constaterend: a. dat er een toenemende begeerte bestaat om langs de weg naar art. 8 tot het predikambt te komen; b. dat de huidige bepalingen een willekeurige hantering van art. 8 niet uitsluiten; van oordeel: dat de bepalingen bij art. 8 veranderd, verduidelijkt en verscherpt dienen te worden; stelt de G.S. voor de bepalingen bij art. 8 aldus te formuleren:
1. Aan oud 1 wordt toegevoegd: „en daar geëxamineerd is."
2. Bij het onderzoek volgens art. 8 dient door alle kerkelijke vergaderingen bij het beoordelen van de singuliere gaven gelet te worden op: a. bekwaamheid om anderen te leren (2 Tim. 2:2); b. bekwaamheid om een gemeente te stichten.
3. Aanhef van oud sub 2 blijft. a. Blijft zo. sub b. wordt: „De kerkeraad zal daartoe beginnen met een onderzoek in te stellen naar zijn verhouding tot de Heere, roeping, singuliere gaven en levenswandel, waarna hij de adspirant aan de classis zal voordragen onder overlegging van een zo volledig mogelijk schriftelijk rapport". Sub c. wordt: „De classis zal, gezien het rapport van de kerkeraad, daarna voorlopig onderzoek doen naar inzicht in en kennis van de Heilige Schrift, kennis van en zuiverheid in belijdenis, verhouding tot de Heere, roeping tot het ambt, algemene ontwikkeling en de overige in art. 8 genoemde gaven. Bovendien zal de classis de adspirant een preekvoorstel laten houden over een door haar opgegeven tekst." Sub 6 wordt: „Bij een genoegzame eenparigheid ten aanzien van de aanwezigheid van alle vereiste singuliere gaven draagt de classis de adspirant voor aan de Part. Synode, onder overlegging van een schriftelijk rapport met bijvoeging van een afschrift van het rapport van de kerkeraad onder b genoemd". Sub e. wordt: „Na de bespreking van de rapporten van kerkeraad en classis stelt de P.S. bij de adspirant ook zelf een onderzoek in, op gelijke wijze als sub c. voor de classis is aangegeven. Nadat ook de P.S. de vereiste singuliere gaven duidelijk gebleken zijn, verleent zij de betreffende classis toestemming tot het afnemen van het praeparatoir examen." Sub f. wordt: „Om zich voor dit examen te bekwamen zal door de classis voor de adspirant een studieprogramma worden opgesteld, waarbij het inwinnen van het advies van hoogleraren van de Theologische Hogeschool wenselijk is." Sub g. oud h. Sub h. oud i. Na opsomming van vakken wordt: „Ook zal hij een preekvoorstel houden over een tekst, hem 14 dagen van te voren opgegeven." Sub i. oud j. Sub j. oud k. Sub k. wordt: „Wanneer een jaar na de beroepbaarstelling geen beroep op hem is uitgebracht, zal de kandidaat zich opnieuw met de classis in verbinding stellen."
Van de classis Utrecht:
a. Betreffende het jeugdwerk. Met algemene stemmen werd besloten de volgende instruktie door te zenden: „De P.S. van het Oosten kennis genomen hebbend van de verontrusting met betrekking tot het jeugdwerk van de zijde van de classis Utrecht en de wijze waarop deze materie behandeld is door de classis Utrecht en door de deputaten kerkjeugd, verzoekt de G.S. genoemde deputaten opdracht te geven zich met de Jongerenbond in verbinding te stellen om overeenkomstig hun instruktie art. 3 sub a. te bevorderen, „dat aan onze jeugd schriftuurlijke leiding wordt gegeven en de verontrusting wordt weggenomen en voorkomen".
b. Betreffende het vergaderen van curatoren zonder hoogleraren. Medegedeeld werd door twee curatoren dat deze mogelijkheid er is. De instruktie werd daarop door Utrecht teruggenomen.
Verslag werd uitgebracht door de commissie voor kontrole boeken quaestor. Aan br. Hartog werd décharge verleend. Hij ontving de hartelijke dank van de P.S. inzonderheid ook voor het werk dat hij gedaan heeft als deputaat Buitenl. Zending.
De reeks van rapporten passeerde de revue. Vragen werden gesteld en beantwoord. De archivaris van de synode kwam met een voorstel om het archief te bewaren in de kluis van een bank. De vergadering ging akkoord met het voorstel van br. Van Vulpen.
Verkiezing afgevaardigden G.S. Primi de di. Blom, Brons, den Butter, Velema, Westerink, van Zonneveld. Secundi de di. Beekhuis, Roos, Bilkes, de Bruyne, van Smeden, Bijkerk. Primi de ouderlingen Th. van Dolderen, Arnhem, J.B. v.d. Ham, Meerkerk. C. Ippel, Utrecht, J. van Ledden, Culemborg, B. Versteeg, Veenendaal, A. de Vin, Wijnbergen/Doetinchem. Secundi ouderlingen Odijk, Apeldoorn, A. van Rossem, Ameide, B. Hartog, Bunschoten, C. de Weert, Almelo, H. Konijn, Soest, G. Verhoef, Nijkerk. Algemeen tertius voor de predikanten: ds. J. Kievit. Algemeen tertius voor de ouderlingen: Reesink, Doesburg. Primus de diaken Joh. van Vulpen, Zeist, sec. A. den Bleker, Utrecht, tertius H. Wubs, Zutphen.
Een tweetal bezwaarschriften tegen besluiten van de classis Utrecht waren ter tafel. Een kon worden afgehandeld. De ander niet. Een commissie werd benoemd. Besloten werd om ter afhandeling van het tweede appelschrijven de vergadering voort te zetten woensdag 21 augustus 7.30 uur te Amersfoort.
Roepende kerk voor de P.S. 1975 Apeldoorn-C. Vergaderdatum: 28 mei.

Van Zonneveld

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen