Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Synode van 1574 (VIII, slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Synode van 1574 (VIII, slot)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Alleen kerkelijke zaken op kerkelijke vergaderingen
Met betrekking tot het werk van de kerkelijke vergaderingen deed de synode van 1574 een principiële uitspraak toen zij bepaalde dat op de kerkelijke vergaderingen alleen kerkelijke zaken mogen behandeld worden, art. 5. Sindsdien is deze bepaling van kracht gebleven, hoewel ze dikwijls overtreden werd. Het is niet zonder reden dat de synode tot dit besluit kwam. In de tijd van vervolgingen in de 16e eeuw werden op kerkelijke vergaderingen meermalen politieke en militaire zaken behandeld, omdat de strijd om religieuse vrijheid en om politieke vrijheid nauw met elkander samenhingen. Ook in Frankrijk was dit het geval maar dit is tot grote schade van het protestantisme in dit land geweest. Hoewel een en ander volkomen te begrijpen is, moet toch worden erkend dat men door deze vermenging van kerkelijke en politieke zaken in strijd kwam met wat Christus zegt in Joh. 18:36: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld. De synode van Emden, 1571, ging daarom terecht niet in op het verzoek van de Prins van Oranje om behulpzaam te zijn bij het werven van soldaten. De synode van 1574 ging in deze lijn verder. Zij handhaafde het eigen karakter van de kerk en de zelfstandigheid van de kerk tegenover de staat door te bepalen dat kerkelijke vergaderingen zich alleen met kerkelijke zaken mogen bezig houden. Ten aanzien van gemengde zaken, dus de zaken die èn de kerk èn de overheid raken, bijv. huwelijkszaken, moest de kerk zich verstaan met de overheid, art. 5. Wij laten nu de gehele problematiek die met de synodale uitspraak samenhangt rusten. Hier liggen talrijke vragen die lang niet altijd gemakkelijk op te lossen zijn. Men vergete bij alle problemen echter nooit dat het altijd de eerste en voornaamste taak van de kerkelijke vergaderingen is de geestelijke belangen van de kerk en haar leden te behartigen naar de maatstaven van het Woord Gods en dat deze behartiging door andere zaken nooit naar de achtergrond mag worden gedrongen.

Kerk en overheid
Nog één zaak brengen wij even onder de aandacht namelijk de zelfstandigheid van de kerk ten aanzien van de overheid. Wij komen hier tot de verhouding van kerk en staat, door iemand eens terecht het brandende vraagstuk van alle eeuwen genoemd. De synode van 1574 handhaafde de zelfstandigheid van de kerk tegenover de overheid. Zij duldde op haar eigen erf geen inmenging noch zeggenschap van de staat, en daarin is deze synode te prijzen. Om iets te noemen. In de acta van de synode is nergens sprake van de approbatie door de overheid van verkiezingen en beroepingen van de dienaren der kerk, iets wat later wel door de kerken werd gedoogd. Er is evenmin sprake van het toelaten van gecommitteerden van de overheid op kerkelijke vergaderingen. En, om nog één punt te noemen, in artikel 90 zegt de synode uitdrukkelijk dat de afgevaardigden naar een meerdere vergadering „getuigenis brengen zullen van de konsistorie en de classe en niet van de overheid." De synode wilde dus niet dat de staat heerschappij zou voeren over en in de kerk, iets wat Beza indertijd reeds een „duivels bisdom" noemde. Later is men, helaas, van dit heilspoor afgegaan, zij het onder de druk van allerlei omstandigheden. Het is te betreuren dat de kerk der reformatie in ons land voor een groot deel onder de voogdij van de staat kwam te staan. De overheid speelde de baas over en in de kerk van Christus, en dat was niet een Roomse overheid maar dat was een overheid, die, zoals men toen zei, professie van de gereformeerde religie deed. Deze gereformeerde overheid gedroeg zich soms meer dan schandelijk tegenover de kerk, waarvan de overheidspersonen lid waren. Zij gunde, om iets te noemen, de kerk geen zeggenschap in de opleiding van de predikanten; zij weigerde meermalen haar goedkeuring te hechten aan beroepingen; zij verhinderde in vele gevallen de uitoefening van de kerkelijke tucht over leden en ambtsdragers, ja eens, het was in 1598, plaatsten de Staten van Holland de gemeente Beijerland onder de ban door de viering van het Avondmaal te verbieden, net eender ongeveer als de pausen die gewoon waren plaatsen of landen onder de ban (interdict) te stellen! Meer noemen wij niet. Deze verhouding tussen kerk en staat is funest geweest voor de kerk in ons land. Een ere-saluut dient gebracht aan de synode van 1574 die de zelfstandigheid van de kerk ten aanzien van de overheid uitsprak. God geve dat wij in dit opzicht in haar spoor blijven!
Wij hebben zo maar een greep gedaan uit de vele zaken die de synode behandelde. Er zou nog veel meer te noemen zijn, maar wij laten het hierbij. Het vermelde moge ons een indruk geven van het vele en belangrijke werk door de synode van 1574 verricht met geen ander doel dan de bevordering van de welstand van Gods kerk in ons land. Haar gedachtenis blijve in ere!

A.[Apeldoorn], H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1974

De Wekker | 8 Pagina's

De Synode van 1574 (VIII, slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 juli 1974

De Wekker | 8 Pagina's