Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gouden "Reformatie"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gouden "Reformatie"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een jubileum
Vandaag twee weken geleden verscheen nr. 1 van de 51e jrg. van „De Reformatie", het kerkelijke blad, dat geredigeerd wordt in de kring van de Geref. Kerken (vrijgemaakt). Dat betekent dat dit blad vijftig jaar oud is en dus een gouden jubileum „viert".
We willen aan dit feit in ons blad aandacht besteden èn om het blad zelf èn om het feit dat de gebeurtenissen in en de verhouding tot andere kerken voortdurend nopen tot bezinning.
„De Reformatie" verscheen voor het eerst in het najaar van 1920, dat is vijf en vijftig jaar geleden. Maar in de bezettingstijd werd dit blad verboden en kon het niet verschijnen. Na de bezettingsjaren werd overeenkomstig de tekening, die het blad al die jaren door heeft gesierd, het blad vernieuwd en kon de arend zijn vleugels weer uitslaan, in de loop van deze jaren heeft het blad een bewogen geschiedenis gehad. Diverse redactiewisselingen vonden plaats, die te maken hadden met de koers, die men wilde varen.
Reeds vier jaar na de verschijning had een drastische wijziging plaats; een man als dr. B. Wielenga trad terug en ds. K. Schilder werd in de redactie opgenomen, waarin prof. dr. V. Hepp de leiding had. Maar Hepp en Schilder waren in menig opzicht elkanders antipoden. Dat kon niet goed gaan. In 1930 verdween Hepp uit de redactie en in 1935 prof. dr. J. Waterink. Schilder was toen onbetwist hoofdredacteur; „De Reformatie" werd zijn spreekbuis. Met ere moet genoemd worden, na vele polemische artikelen, de wijze waarop Schilder het nationaal- socialisme heeft ontmaskerd en in de mei- en juni-dagen 1940 leiding gaf aan het nederlandse volksleven - weken, waarin gegrepen werd naar de profetische artikelen van de Kamper hoogleraar.
Na zijn nog onverwachte dood - Schilder stierf ruim 60 jaar oud - werd het een strijd om de leiding. De Kamper hoogleraren Jager en Veenhof wilden de ene lijn van Schilder doortrekken - in het laatst van zijn leven zag Schilder heel scherp de gevaren, die de kerken gingen bedreigen - maar dit werd door een deel van deze kerken en dus ook van het lezerspubliek hen niet in dank afgenomen. Het exclusivisme ging zich duidelijker aftekenen. Na vele interne strubbelingen kwam de Reformatie onder hoofdredactie van prof. J. Kamphuis, die opnieuw het blad zette in het teken van de polemiek, vooral tegen de broeders van hetzelfde huis.

Enkele jaren geleden trad hij om gezondheidsredenen terug en kreeg prof. dr. J. Douma het roer in handen.
Hij vaart een gematigder koers, hetgeen de Geref. Kerken (vrijgemaakt) in deze jaren ten goede komt, nu er veel verontrusting is in de Geref. Kerken en in die kring het oog geslagen wordt op „de binnenverbanders". Bij de mijlpaal van „De Reformatie" willen we de redactie gelukwensen. Verschil van kerkelijke keuze met al de consequenties daarvan mag geen verhindering zijn om te erkennen dat dit blad een eigen plaats heeft ingenomen in de kerkelijke pers en een eigen bijdrage heeft gegeven aan de ontwikkeling van het gereformeerde leven.

Herinnering
Het zou niet juist zijn in dit artikel over „De Reformatie" voorbij te gaan aan de scherpe strijd, die in de dertiger jaren gestreden werd tussen dit blad en het onze. De polemiek die gevoerd werd tussen K.(laas) S.(childer) en A.(peldoorn) S.(chuit) is bijna berucht geworden. Het is beide hoogleraren niet in dank afgenomen door hun lezers. Nu we achter deze strijd staan kunnen we zeggen dat beide hoogleraren meer punten van overeenkomst dan van verschil hadden. Dat deed hen scherp tegenover elkaar staan. Principieel heeft prof. v.d. Schuit zeker gelijk gehad, al heeft prof. Schilder hem en zeker zijn leerlingen gedwongen over verschillende zaken dieper na te denken en niet te gaan rusten op eenmaal ingenomen standpunten. De toon, waarop gepolemiseerd werd had aan beide zijden, anders, broederlijker, milder kunnen zijn.
Toen de Vrijmaking kwam en samensprekingen geopend werden ontmoetten de Apeldoornse en Kamper dogmaticus elkaar. De opmerkzame toeschouwer moest toen wel constateren dat een persoonlijke ontmoeting voor de tweede oorlog misverstanden had kunnen wegnemen en de hele pennestrijd een andere aanblik had kunnen geven.
Prof. v.d. Schuit ging Schilder meer waarderen. Nooit vergeet ik zijn reactie op zondagmorgen 23 maart 1952, toen ik hem opbelde dat Schilder overleden was: „hij is mij voorgegaan naar de triumferende kerk en ik zit nog midden in het kerkelijk strijdgewoel; wat zijn de dingen hier toch maar betrekkelijk".

Kerk en krant
In het jubileumnummer van „De Reformatie", dat vanaf dit nummer in magazine-uitvoering verschijnt, zich aanpassend aan de moderne ontwikkeling, schreef prof. Kamphuis een interessant artikel over „De Reformatie - een halve eeuw temidden van de kerkelijke pers".

Een opmerkelijke zin citeren we: „Zo zou je de stelling kunnen wagen, dat maar niet alleen iedere kerk in Nederland haar eigen krant of krantje heeft, maar ook omgekeerd dat iedere krant een eigen kerk van de grond helpt komen".
Vanuit dit gezichtspunt gezien zou men kunnen beweren dat „De Reformatie" in ieder geval een grote bijdrage heeft geleverd aan de Vrijmaking en de geschiedenis van de Geref. Kerken (onderh. art. 31 K.O.), sinds 1958 Geref. Kerken (vrijgemaakt), zonder „De Reformatie" menselijkerwijs gesproken anders zou zijn verlopen.
In de dertiger jaren heeft het palet van kerkelijke bladen - behalve De Reformatie, De Heraut, Credo, Calvinistische Weekblad, Pro Ecclesia - de leerverschillen in de Geref. Kerken ongetwijfeld gestimuleerd.
Feit is dat in iedere kerk het redigeren van een kerkblad een verantwoordelijke zaak is. Wie een kerkblad heeft, heeft een podium, kan een kring van vrienden om zich heen verzamelen en onbedoeld de groepsvorming bevorderen. Daarom is kerkelijk denken een eerste vereiste voor elke kerkjournalist.
Gaat hij individualistisch of subjectief te werk, dan is het leed niet te overzien en werkt hij een kerkscheuring in de hand.

Verhoudingen
De verschijning en het lezen van dit jubileumnummer dringt onwillekeurig tot nadenken over de kerkelijke verhoudingen in Nederland in het algemeen en de verhouding tussen de Geref. Kerken (vrijgemaakt) en de onze in het bijzonder.
De eerstgenoemde kerken hebben door en na de Vrijmaking zich op duidelijke wijze opgesteld in kerkelijk Nederland. Zij hebben een positieve lijn gevolgd ten koste van miskenning van de buitenwacht en strijd naar binnen. Consequentie kan men deze kerken en dit blad niet ontzeggen.
De beschouwingen, die culmineerden in „de ware kerk"-theorie als m.i. eenzijdige uitleg van de art. 27-29 van de N.G.B., hebben deze kerken een zekere duidelijkheid gegeven en een strakke houding doen innemen in de gereformeerde gezindte - een begrip, dat onder hen afkeer opwekt: al weer ijzig consequent.
Het voordeel is dat men weet wat men aan deze kerken heeft. In confessionele trouw zijn zij onverdacht.
Het nadeel is dat bepaalde aspecten van de gereformeerde belijdenis - het werk van de Heilige Geest - in deze kerken niet die aandacht krijgen, zoals we menen dat ze moeten hebben. Daarom is er in deze kerken een ander geestelijk klimaat dan in het onze.
Het verzet in eigen kring tegen wat bijna een kerkideologie genoemd kan worden leidde tot een breuk ten gevolge waarvan „de buitenverbanders" zich presenteerden.
Plaatselijk zijn de verhoudingen met de buitenverbanders en onze kerken hier en daar goed. Zij als wij hebben bezwaren tegen „de ware kerk"-theorie. De gevolgen daarvan hebben sommigen van hen scherp ingezien. Intussen betekenen de contacten met de buitenverbanders niet dat we de binnenverbanders zonder meer mogen noch kunnen afschrijven. We zitten tussen hen in, kerkelijk gezien. Terwijl als het over de geestelijke benadering gaat ook met betrekking tot vele buitenverbanders nog vragen overblijven, al mogen we dankbaar zijn dat door de contacten sommigen onder hen meer kijk hebben gekregen op onze confessionele instelling en benadering dan vroeger.
Een jubileum als het genoemde markeert helaas weer eens de kerkelijke verdeeldheid. In de gegeven situatie zullen we op z'n minst telkens weer elkaar moeten zoeken waar we kunnen. We mogen elkaar niet loslaten in onze gedachten.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1975

De Wekker | 8 Pagina's

De gouden

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1975

De Wekker | 8 Pagina's