Boekbespreking

G. van Leeuwen: Zo leeft Hij bij de mensen. Over de manier waarop wij Jezus' persoon en boodschap beleven. Uitgave van uitgeverij Lannoo te Tielt/Utrecht en van uitgeverij Kok te Kampen. 190 blz. Prijs: ƒ 14,90.
Gepoogd wordt in dit boek te laten zien wie Jezus vandaag voor ons wil zijn. Zo wordt b.v. gevraagd naar zijn betekenis als de Zoon Gods, de Heiland en de Messias voor ons vandaag. Voortreffelijke dingen worden gezegd die duidelijk maken, dat we over Jezus niet kunnen spreken als iemand die slechts eens in een ver verleden geleefd heeft. De Jezus die destijds op aarde leefde, wil ook nu nog „bij de mensen" leven om ook nu nog het leven te bepalen.
De uitgave is ook voortreffelijk verzorgd. Tal van illustraties - foto's, tekeningen, kernachtige uitspraken van anderen - verduidelijken de tekst op een vaak treffende wijze.
Het bezwaar dat naar mijn gedachte tegen het boek in te brengen is, richt zich tegen wat reeds in de ondertitel tot uiting komt. Het boek handelt over „de manier waarop wij Jezus' persoon en boodschap beleven". Hoezeer het waar is, dat Jezus in het heden onder ons wil leven, in dit boek wordt aan ónze beleving van Jezus' persoon en boodschap een te grote waarde toegekend. Ik denk aan wat samenvattend aan het slot van het boek gezegd wordt: „Misschien ontdekken we de „ware Christus" waar we ons erover verwonderen dat Jezus zó, zó verschillend onder de mensen is. De een wordt bij hem een dichter, de ander een mysticus, een ingekeerde vrome, een felle strijder, een contestant" (blz. 185). Krijgt hier de eigen menselijke beleving van Jezus - wanneer het een authentieke beleving is - niet een waarde in zichzelf? Moet onze beleving van de in het heden aanwezige Jezus niet altijd haar norm vinden in het nieuwtestamentisch getuigenis omtrent Jezus? Dat onze beleving van Jezus' persoon en boodschap afhankelijk moet zijn van het nieuwtestamentisch getuigenis omtrent Jezus komt in dit boek niet zo duidelijk uit als mij noodzakelijk voorkomt.

J.P. Versteeg

J.A. Schep: Geestesdoop en tongentaal. Het standpunt van de calvinistische traditie getoetst aan de Heilige Schrift. Twee de, ongewijzigde druk. 130 blz. Uitgave van T. Wever te Franeker. Prijs: ƒ 7,90.
Bij de eerste druk van dit boek schreef een andere recensent in dit blad, dat dit boek bij alle vragen die het oproept waard is om ernstig overwogen te worden. Ik wil dat graag onderstrepen nu inmiddels een tweede, ongewijzigde druk is verschenen. Prof. Schep was destijds hoogleraar voor de nieuwtestamentische vakken aan de Theologische Hogeschool van The Reformed Churches of Australia - een kerk waarmee wij in correspondentie staan. In zijn boek worden dingen aan de orde gesteld die door de kerken van gereformeerd belijden veelszins verwaarloosd zijn. Het boek wil antwoord geven op de vraag wat de betekenis is van de Geestesdoop en van de gave van de tongentaal. Het antwoord wordt gezocht in een oprechte worsteling om de Schrift te mogen verstaan. Het antwoord waartoe prof. Schep dan komt is duidelijk positief. Volgens hem wordt in het Nieuwe Testament in verschillende zin over de doop met de Geest gesproken. We lezen over de doop met de Geest zoals deze op de eerste Pinksterdag plaatsvond als een unieke, niet herhaalbare gebeurtenis. We lezen evenwel ook over de doop met de Geest die bestemd is voor alle gelovigen. Ook de gave van de tongentaal was niet een gave die slechts voor de beginperiode van de kerk van betekenis was, maar in een gave die een betekenis blijft behouden door de eeuwen heen.
Ik zou de uitdrukking „doop met de Geest" sterker dan prof. Schep doet willen reserveren voor het unieke heilsfeit van Pinksteren. Het lijkt me met prof. Schep evenwel onmiskenbaar, dat het Nieuwe Testament spreekt van een volheid van de Geest die voor vele gereformeerde belijders vandaag grotendeels buiten de gezichtskring ligt. Wanneer we zien, dat binnen de Pinksterbeweging en binnen de Charismatische Beweging de vragen rond de Geestesdoop en de tongentaal op een eenzijdige wijze en binnen een verkeerd kader aan de orde komen, ontslaat ons dat niet van de verplichting ons af te vragen wat met het nieuwtestamentisch spreken over de Geestesdoop en de tongentaal dan wel bedoeld wordt en wat dit spreken ook voor ons vandaag betekent.
Van prof. Schep kunnen we daarbij stellig veel leren.

J.P. Versteeg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen