Verslag Particuliere Synode van het Oosten, te Utrecht-Centrum op 19 mei 1976

De praeses van de roepende kerk Utrecht-Centrum ds. H. van Mulligen opent de vergadering, in zijn openingswoord wijst hij op de Here Die vanwege Zijn trouw Zijn werk voleindigt. Alle primi-afgevaardigden zijn present. Na verkiezing wordt de praesidiale hamer overhandigd aan ds. J. Brons, wordt ds. J. Westerink met het scribaat belast en verkrijgt ds. I. de Bruyne de taak van assessor. Br. M. Hartog wordt in de plaats van zijn vader, wijlen br. B. Hartog, benoemd als quaestor. De brs. Van Ledden en Ploeg ontvangen de opdracht om de boeken der financiën na te zien. Verslag van de controle dient op de volgende vergadering gegeven te worden. Ds. P. van Zonneveld moet de vergadering verslaan voor de kerkelijke pers.
Ter tafel is een schrijven van deputaten voor kontakt met de kerkjeugd. Dit in verband met het door de P.S. van 1975 niet ingewilligd verzoek om geïnformeerd te worden over de verontrusting ten aanzien van het jeugdwerk. Er wordt door de afgevaardigden op gewezen, dat het op de G.S. erom ging dat de jeugddeputaten meer armslag zouden hebben. De synode ziet het niet als haar roeping om de dingen te formuleren. In een antwoordschrijven zal verwezen worden naar de acta van de G.S. 1974 en naar andere mogelijkheden. Van de Stichting Nes Ammim Nederland kwam een brief met verzoek om als samenwerkende kerken een „Utrecht-huis" in Israël te bouwen. De synode ziet voor haar hier geen taak en roeping. Besloten wordt dit epistel ter hand te stellen van de kerk Utrecht-Centrum.
De brief van deputaten voor financiële zaken inzake predikantshonorering wordt voor kennisgeving aangenomen. Desgelijks herziene tekst van de bizondere belijdenisgeschriften. Dit laatste is slechts ter tafel om op de hoogte te brengen. De kerkeraden moeten er hun oordeel over uitspreken. De ontvangen Acta G.S. 1974 zullen opgeborgen worden in het archief.
In behandeling wordt genomen een appèlschrijven van br. J. Diepeveen te Veenendaal tegen het besluit van de classis Amersfoort betreffende het wel of niet herkiesbaar stellen van aftredende ouderlingen en diakenen. De synode spreekt allereerst uit dat art. 27 D.K.O. het verplichte aftreden stelt. Elke gemeente zal daarheen moeten werken. Evenwel de synode kan niet uitmaken wat de toestand en het belang is van een plaatselijke kerk. Bovendien de verantwoordelijkheid berust bij de gemeente. Zij kiest. Uit een toelichting blijkt dat Veenendaal (Pniël) in een overgangsfase verkeert. Men wil niet anders dan heenwerken naar de bedoeling van art. 27. Op grond hiervan besluit de synode het bezwaarschrift af te wijzen. Bericht met de motivatie zal gezonden worden aan appellant en aan de classis Amersfoort. Er is nog een appèl; en wel van de Bethelkerk te Veenendaal tegen de uitspraak van de classis Amersfoort met betrekking tot een door haar ingediende instructie, voorstellende een wijziging van art. 69 D.K.O., met verzoek van doorzending naar de G.S. De vergadering gaat er mee akkoord om appellant toestemming te verlenen ter synode te komen om zonodig toelichting te geven.

Het blijkt dat geen der afgevaardigden de stukken betrekking hebbende op deze appèlzaak heeft ontvangen. Van grondige voorbereiding en beoordeling kon daarom geen sprake zijn. Derhalve besluit de synode een commissie samen te stellen. Ds. I. de Bruyne wordt aangewezen als samenroeper; ds. J. van Amstel als rapporteur, en br. Van Ledden en ds. P. van Zonneveld als leden. Aan de commissie wordt de opdracht gegeven de stukken te bestuderen; uit het rapport zal moeten blijken of de argumentatie van de Bethelkerk al of niet weerlegt de argumentatie van de classis.
De vorige synode benoemde een commissie tot samenspreking met de deputaten voor de Evangelieverkondiging onder Israël. De rapportering geschiedt in comité. De commissie blijft gehandhaafd, en krijgt opnieuw de opdracht om met deputaten over bepaalde zaken te spreken.
De rapporten van diverse deputaatschappen hebben de volle belangstelling. Vragen worden gesteld. Soms gaat de vergadering in comitee. Opdrachten worden meegegeven aan deputaten die ter vergadering zijn. Het ongenoegen van de synode is groot als blijkt, dat een vertrouwelijk stuk aan de openbaarheid is prijsgegeven. Dit doet de synode besluiten om aan ds. De Bruyne de opdracht te geven een concept-instructie voor het samenroepen van de P.S. bestemd voor de roepende kerk samen te stellen.
De volgende vergadering wordt vastgesteld op 20 april 1977 te Amersfoort. Als samenroepende kerk wordt aangewezen Amersfoort.
Na Schriftlezing en gebed sluit de assessor deze kerkelijke vergadering.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen