Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat doet de dominee?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat doet de dominee?

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De vraag
De vraag: Wat doet de dominee? zou bij het lezen van dit artikel op dit ogenblik lakoniek beantwoord kunnen worden met de opmerking: hij houdt vakantie.
De bedoeling van de vraag is: wat doen predikanten de hele dag, de hele week? Werken zij korter of langer dan hun gemeenteleden, die in het volle leven staan?
Er is een tijd geweest dat men in alle oprechtheid meende: een dominee heeft het maar gemakkelijk, want hij verdient het in één dag van de week en de overige dagen van de week kan hij het op z'n slofjes af. Wat een leven heeft die man! Benijdenswaardig is zijn positie; alleen om die reden al zou je dominee worden, werd door menige jonge man gedacht.
Die tijd is voorbij.
De afstand tussen dominee en gemeenteleden is veel kleiner geworden. De dominee woont in een bepaald opzicht nog wel in een glazen huisje, maar zijn gemeenteleden komen vandaag toch gemakkelijker met hem in gesprek dan zeg vijftig jaar geleden.
Zoals onlangs nog typerend werd gezegd door een oude zuster: vroeger hield je je mond en waarschuwde je je vriendinnen als de dominee voorbijkwam en vandaag zit m'n kleindochtertje met hem te praten alsof het een schoolkameraad is.

Gevolg daarvan is dat gemeenteleden er een beetje meer kijk op krijgen dat de dominee meer te doen heeft dan zij vroeger dachten; ja, dat hij het druk heeft. Maar hoe druk heeft hij het? Wat doet hij precies? Heeft hij het drukker dan iemand, die een verantwoordelijke kantoorbaan heeft? En ook: verdeelt hij zijn tijd goed? Hoeveel tijd besteedt hij aan het ene onderdeel van zijn werk en hoeveel tijd aan het andere?
Het zijn deze vragen, die voorwerp van onderzoek zijn geweest bij 24 hervormde predikanten.
Het resultaat van dit onderzoek is verwerkt in een vlot geschreven brochure*), die aan onze redactie werd toegezonden.
Naar aanleiding van dit boekje in deze vakantieweken een artikel over bovenstaand onderwerp.

Verschillende antwoorden
Op de vraag van dit artikel worden heel verschillende antwoorden gegeven. Het genoemde onderzoek richtte zich uitsluitend op hervormde predikanten. Hun situatie is niet geheel te vergelijken met die van predikanten van bv. onze kerken. Natuurlijk is er overeenkomst. Maar waarschijnlijk zal in onze kerken de prediking iets meer aandacht krijgen dan in de hervormde kerk, omdat daar vele gemeenten zijn, waar maar één dienst per zondag wordt gehouden. Het gebeurt niet vaak dat een hervormde dominee drie keer per zondag preekt en dat pleegt onder onze predikanten vrij regelmatig voor te komen.

Maar intussen is het werk en de werktijd plaatselijk en persoonlijk toch ook in de vaderlandse kerk verschillend.
Als het gaat om de werktijd zijn er interessante verschillen. Een predikant had een gemiddelde werkweek van 38¼ uur en een ander een van 80¼ uur. Dat wil dus zeggen dat de ene predikant tweemaal zolang werkt als de andere. En dat - aldus de auteur - is een wel erg groot verschil binnen één beroepsgroepering.

Negen van de vierentwintig predikanten hadden een werkweek van meer dan 60 uur. En dat vindt de auteur, die wetenschappelijk hoofdmedewerker godsdienst sociologie aan de Katholieke Theologische Hogeschool te Amsterdam is, wel verontrustend.
Gemiddeld werken de door hem „onderzochte" predikanten 56½ uur per week. Dat vindt hij wel wat aan de hoge kant. Hij pleit voor een vijftig-urige werkweek. Een veertig-urige werkweek vindt hij te weinig. Werknemers met een veertig-urige werkweek doen er gemiddeld zeker een half uur over om naar en van hun werk te komen en hebben dus in feite een vijf en veertigurige werkweek. Daarenboven is het in z.g. „geestelijke beroepen" beslist niet ongebruikelijk dat er ook buiten de strikte werktijden enige arbeid verricht wordt; deze „overvloeiende" arbeid kan men gemiddeld wel op vijf uur per week stellen. Daarom is een vijftig-urige werkweek (inclusief verplaatsingstijd) redelijk.
In de arbeid van de predikant worden zeven onderdelen onderscheiden: eredienst en prediking; onderricht en vorming; pastoraat; publiciteit; studie; bestuur en organisatie en tenslotte overige werkzaamheden. Een indeling, die in het algemeen juist is, al kan er verschil van inzicht zijn welke werkzaamheid tot een bepaald onderdeel behoort.

Interessant is ook de kwestie van de zichtbaarheid van het predikantswerk. De predikant heeft publiekscontacten (kerkdiensten, begrafenissen, grotere samenkomsten), groepscontacten (o.a. catechisaties, commissievergaderingen) en enkelvoudige contacten (pastorale gesprekken).
Het bleek dat van de onderzochte predikanten ongeveer tweevijfde van hun werktijd solitair dus op hun eentje werkten op de studeerkamer en drievijfde van hun werktijd in contact met anderen werkzaam zijn.
Bekend is dat een predikant zich zowel geestelijk als feitelijk nogal eens verplaatsen moet. De auteur noemt dit „versnippering in het predikantswerk". Uit het onderzoek bleek dat de middagen het meest en de avonden het minst versnipperd zijn. In ieder geval: predikanten krijgen niet al te veel gelegenheid zich enigszins langdurig met eenzelfde werkzaamheid op eenzelfde plaats bezig te houden. Een conclusie, die door alle predikanten zal worden onderschreven, vermoed ik.

Verantwoord antwoord
Heeft het zin een dergelijk boekje te doen verschijnen? Of eigenlijk: is het zinvol het predikantswerk zo onder de loupe te nemen? De schrijver pleit voor „tijdschrijven" en deelt mee dat er formulieren voor dit doel te verkrijgen zijn. Gedurende vier weken moet een predikant dan zijn dagelijkse arbeid van uur tot uur bijhouden en vastleggen en tenslotte aan het eind van de week nagaan hoeveel uren hij gewerkt heeft.

Ik zou me kunnen voorstellen dat predikanten en gemeenteleden zeggen: voor mij hoeft het niet, als er maar gewerkt wordt. Trouwens als je werkt met de bedoeling om na te gaan hoeveel uur je aan dit of dat onderdeel besteedt, ben je dan wel jezelf in je werk?
Maar misschien dat het voor predikanten, én kerkeraden goed kan zijn wanneer eens nauwkeurig wordt nagegaan hoeveel en wat er wordt gewerkt door de dominee.
Vermoedelijk zal de gemiddelde werktijd van onze predikanten boven de 50 uur liggen. Ook in onze kerken zal meer dan één predikant 80 uur per week halen.
Een moeilijkheid is bovendien - en de auteur wijst daar in het begin van zijn studie ook op - dat leven en werk elkaar wederzijds doordringen in dit geestelijk beroep: ook al is een predikant niet in strikte zin aan het werk, dan nog kan hij gemakkelijk in gedachten ermee bezig zijn.
Behoort het lezen van kerkelijke bladen, als hij in de huiskamer zit, tot het werk van een predikant? Zo zouden meerdere vragen te stellen zijn. Maar het is goed dat zowel predikant als gemeentelid nadenken over het werk, pok al behoeft dat werk niet per kwartier vastgesteld te worden. Heel belangrijk is dat iedere predikant z'n werk „plant" en in dat opzicht geen Abraham is, die uitging zonder te weten waar hij terecht kwam, al zal het iedere predikant wel eens overkomen dat hij op het pastorale pad in de loop van morgen of middag bij pastorale intuïtie ergens een bezoek brengt, dat hij zich niet voorgenomen had, toen hij zijn huis verliet. Maar een generale planning is het geheim van het werk; een planning, die zeker aan het einde van elke week voor de volgende week klaar moet zijn, liefst nog eerder.
Zeer belangrijk is dat elke predikant zichzelf onder tucht heeft doordat hij zich plaatst onder de tucht van zijn grote Opdrachtgever. Een predikant heeft een zeer vrij beroep, waarin hij - als hij wil - naar hartelust kan freewheelen. Hij kan gemakkelijk afgeleid worden of zichzelf afleiden op zijn studeerkamer of door z'n tuintje of door z'n vrouw of door wie en wat ook. Zonder deze tucht zal het niet gaan. Een tijdsklok heeft hij niet en hij wordt amper gecontroleerd.
Gelukkig is het een goede zaak dat het in steeds meer kerkeraden gewoonte wordt dat ook de predikant verslag uitbrengt van de door hem afgelegde bezoeken. Dat is verantwoording van althans een (belangrijk) deel van zijn werk. En voor het overige: predikant zijn is het mooiste en moeilijkste werk, dat er is. Het is een zegen wanneer de gemeente dat aan haar predikant merkt.

J.H.V.

* Dr. R.G. Scholten - Tijdsbesteding van predikanten. Uitgeverij Boekencentrum - 's-Gravenhage.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1976

De Wekker | 8 Pagina's

Wat doet de dominee?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1976

De Wekker | 8 Pagina's