Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De G.O.S. van Kaapstad (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De G.O.S. van Kaapstad (5)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De verhouding van sabbat en zondag
Op de vergadering van de G.O.S. van Kaapstad waren een paar onderwerpen die bijzonder de aandacht trokken, niet alleen van de zuidafrikaanse, maar ook van de nederlandse pers. Die onderwerpen zijn al genoemd. Het waren de rassenproblematiek, de vraag naar de verenigbaarheid van het lidmaatschap van de G.O.S. met dat van de Wereldraad van Kerken en bepaalde theologische ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken in Nederland. Andere onderwerpen kregen geen grote publiciteit, terwijl ze toch voor het leven van de kerk van grote betekenis zijn. Zo werd op de synode ook gesproken over de betekenis van de zondag, toegespitst op de vraag naar de verhouding van de (oudtestamentische) sabbat en de (nieuwtestamentische) zondag.
De diskussie die gevoerd werd was bepaald geen theoretische zaak. Ze kwam direkt op uit de praktijk van een van de aangesloten kerken. De Gereformeerde Kerken van Australië hadden te kampen met interne moeilijkheden die de waardering van de zondag betroffen. In deze kerken kwamen twee stromingen met elkaar in botsing. Er was een stroming die de zondag beschouwde als de nieuwtestamentische sabbat en als een scheppingsordening. De voorstanders van deze stroming verdedigden een strikte en „puriteinse" zondagsviering. Een tweede stroming meende, dat het niet mogelijk is om direkt een lijn van de sabbat naar de zondag te trekken en stelde, dat de zondag als de dag van Jezus' opstanding ook een eigen karakter draagt. De voorstanders van deze stroming achtten het onmogelijk om de voorschriften voor de oudtestamentische sabbat zonder meer toe te passen op de nieuwtestamentische zondagsviering. Over de sabbat als scheppingsordening wilden zij evenmin spreken. Ze kwamen door deze opvatting wat de zondagsviering betreft tot een praktijk die een iets ander karakter droeg dan de praktijk van de zondagsviering van de voorstanders van de eerste stroming.
De synode van de Gereformeerde Kerken van Australië besloot in 1967 zich tot de G.O.S. te wenden met het verzoek een kommissie te benoemen die zich moest bezinnen op de verhouding van de sabbat en de zondag. Nader bepaald werd aan de G.O.S. gevraagd „om een kommissie te benoemen voor de studie van het vierde gebod in al zijn exegetische, leerstellige en pastorale aspekten om een basis van overeenstemming te verschaffen onder de verschillende gereformeerde tradities".

Toen de G.O.S. het jaar daarop bijeenkwam, besloot ze aan dit verzoek te voldoen. De gevraagde studiekommissie werd dan ook benoemd. Op de vergadering van de G.O.S. van Sydney in 1972 bleek, dat de kommissie niet met een gemeenschappelijk rapport kon komen. Er was een meerderheids- en een minderheidsstandpunt. De gevraagde basis van overeenstemming kon niet gevonden worden. De synode benoemde daarop een nieuwe studiekommissie met dezelfde opdracht als de eerste kommissie gehad had, maar tegelijk met nog nauwkeuriger instrukties. Tot de taak van de nieuwe kommissie behoorde: „1. het schetsen van de standpunten die binnen de verschillende kerken van gereformeerd belijden worden ingenomen; 2. het geven van bijzondere aandacht aan de hermeneutische vragen die ten grondslag liggen aan de verschillende opvattingen; 3. het verdiskonteren van de betekenis van de heilsgeschiedenis voor ons verstaan en onderhouden van het vierde gebod; 4. het geven van bijzondere aandacht aan de praktische toepassing van het vierde gebod in de situatie waarin zowel onze oudere als onze jongere kerken zich bevinden".
Ook deze kommissie kon niet met een gemeenschappelijk rapport komen. Er was een eigen rapport van het noordamerikaanse en van het nederlandse deel van de kommissie. Tegelijk was er op de synode-tafel in Kaapstad een studiestuk van de Free Church van Schotland over deze zaak. In de rapporten werden weer twee lijnen zichtbaar. Voor een deel sloten de rapporten duidelijk bij elkaar aan. Zelfs vulden ze elkaar in bepaalde opzichten aan. Toch werden in beide rapporten niet minder duidelijk verschillende accenten gelegd.
In het noordamerikaanse rapport werd vooral de lijn die de sabbat en de zondag aan elkaar verbindt naar voren gebracht. In het nederlandse rapport werd het eigen karakter van de nieuwtestamentische zondagsviering vooral onderstreept. In het noordamerikaanse rapport werden uit de verschillende Schrift-gegevens tal van conclusies getrokken. In het nederlandse rapport was de tendens aanwezig om niets meer te zeggen dan wat de Schriftgegevens zelf zeggen. Het noordamerikaanse rapport was meer synthetisch. Het nederlandse rapport was analytisch. In uitvoerigheid deden beide rapporten niet voor elkaar onder. Ze namen samen twee-derde van de gedrukte agenda voor de synode in beslag: 65 bladzijden tekst!
Waarschijnlijk zullen de verschillende accenten wat betreft de zondagsviering die in de Gereformeerde Kerken in Australië en ook in de verschillende rapporten gevonden werden, in de kring van onze kerken eveneens aanwezig zijn. Daarom is het besluit van de G.O.S. ook voor onze kerken van direkte betekenis. Besloten werd, „dat de synode, erkennend de verschillende standpunten die in deze zaak gedurende vele eeuwen in de kerken van gereformeerd belijden zijn ingenomen, pleit voor een broederlijke verdraagzaamheid bij de aangesloten kerken ten opzichte van elkaar, zonder een op dit punt veroordelende houding".
Bij deze aanbeveling aan de kerken liet de synode het niet. Op voorstel van de kommissie die de bespreking ter synode had voor te bereiden werd ook een „boodschap voor de kerken" over de betekenis van de zondag aanvaard. Graag geven we deze „boodschap" hier in haar geheel weer:

„De kwestie van de verhouding van sabbat en zondag waarmee wij vandaag te maken hebben is in onze complexe samenlevingen niet slechts een vraag die een louter academische aandacht opeist. Gekonfronteerd met een wereldwijde geest van secularisme, moeten de gereformeerde kerken - ook al ontkennen zij niet, dat er onderlinge punten van diskussie zijn - samen hun gemeenschappelijke overtuiging uitdragen, dat de dag des Heren gegeven is ten goede van de mens om evenals alle gaven van God gebruikt te worden tot verheerlijking van God. Daarom dringt de G.O.S. 1976 er bij de bij haar aangesloten kerken op aan om de wacht te betrekken bij de viering van de dag des Heren tegenover de aanval van de secularisatie en om die dag blijvend te onderhouden als een dag van rust, eredienst, goede werken en christelijke vreugde.

Met het oog op de praktische gevolgen van de dag des Heren als een dag van rust moeten de kerken zich ervan bewust zijn, dat zij de tegenkanting van de wereld te verwachten hebben. Niettemin moeten zij volharden in hun poging de arbeid op de zondag te beperken, niet alleen in het zakenleven en in de industrie, maar ook in het huiselijk leven, zodat ook het personeel in dienst van de gelovigen kan delen in deze zegen van de dag des Heren.

De dag des Heren roept ons ook op tot de gemeenschappelijke eredienst. Die dag komt niet primair als een dag voor ons persoonlijk of voor ons gezin tot ons. Veeleer behoort hij tot de kerk als het lichaam van Christus. De gereformeerde kerken moeten wegen zoeken om het mogelijk te maken, dat het volk van God voor de verheerlijking van de opgestane Here blijvend op Zijn dag kan samenkomen, ook waar deze kerken behoren tot een samenleving die andere rustdagen dan de dag des Heren kent.
Niet alleen de eredienst en de rust, maar ook „de werken van de Vader" dienen de dag des Heren te karakteriseren. Door de diensten van het bezoeken, bemoedigen en vertroosten van mensen in nood en het brengen van de boodschap van het evangelie aan verlorenen wordt op een juiste manier het gebod van God „om goed te doen op de sabbat" gehoorzaamd en wordt God als de schepper en herschepper, de verlosser van zijn volk uit de slavernij van de farao en van de zonde gediend.

Tenslotte roept de G.O.S. 1976 alle gereformeerde kerken op om opnieuw aan het element van de vreugde plaats te geven in de onderhouding van de dag des Heren. Bij de gemeenschap met de opgestane Christus van die God die „op de eerste dag" het licht en zijn Geest gaf past geen afmattende gestrengheid, maar een geest van „onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde", wanneer we water putten uit de fonteinen des heils. Dan zal de sabbat een dag zijn waarop we ons verheugen voor Gods aangezicht, een voorsmaak van die eeuwige sabbat die het volk van God wacht".

J.P. Versteeg

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1976

De Wekker | 8 Pagina's

De G.O.S. van Kaapstad (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 oktober 1976

De Wekker | 8 Pagina's