Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven; niemand komt tot den Vader, dan door Mij. Joh. 14:6

Dit is één van die diepzinnige en tegelijk zo troostvolle „Ik-ben"-woorden, zoals we er van Jezus verscheidene vinden in het Johannesevangelie. Het is ook het antwoord van Jezus op de vraag van Thomas: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; hoe weten wij dan de weg?
In de ziel van de discipelen is alles zo verward, nadat Jezus nu onomwonden Zijn naderend lijden en sterven voorzegd heeft. Zij willen er ook niet aan, dat het met hun Meester naar de dood toe moet.

Toen Johannes de Doper hen op Jezus gewezen had als „het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt", hadden ze zich met de warmte en de spontaniteit van hun eerste liefde aan Hem overgegeven als hun Zaligmaker, die hen tot God zou brengen en de vrede in hun ziel zou doen dalen door de verzoening met God. Dàt was het wat ze nodig hadden en waar ze naar verlangden. En dat kon Jezus, hun Meester, hun schenken!

Maar telkens als Jezus hen in Zijn onderwijs op de noodzaak van het offer wees, als de enige weg tot verzoening en vergeving, dan stuitte dat af op het onbegrip en de onwil van de discipelen. En vooral wekte het weerstand bij hen op, als Jezus op Zichzelf wees als het Offerlam, dat de dood in moest gaan, om voor de zonde te betalen. Want als hun Meester hen verliet, dan kwam er immers van hun zaligheid niets terecht! Dan zouden ze nooit de vrede met God vinden! Dat de weg naar het hart van de verzoende Vader voor Jezus door lijden en dood voerde, dat verstonden de discipelen niet en ze wilden het ook niet verstaan.

Er klinkt dan ook eigenlijk een verwijt door in Thomas' woord: Heere, wij weten helemaal niet, waar Gij heengaat; het is voor ons allemaal raadselachtig en onbegrijpelijk. Als het moet gaan langs de weg, die U bedoelt; als U Zich door de Joden laat gevangen nemen en ter dood brengen, dan begrijpen wij er alleen maar van, dat onze zaak verloren is en dat alles op een totale mislukking moet uitlopen. En wij moeten het er dus op houden, dat U ons in de steek laat, waar het de weg tot het heil betreft. Dan weten wij niet meer, hoe we ooit tot God zullen komen!

En dàn, in deze sfeer van onzekerheid en spanning en verwijt, klinkt dat geweldige woord van de Heiland: Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven; niemand komt tot den Vader, dan door Mij.
Ik bèn - Ja, daarmee komt Jezus met heel de heerlijkheid van Zijn Persoon en met heel de warmte van Zijn Hart vóór ons staan! Ons geloven behoeft zich niet tevreden te stellen met een - misschien wel schone en verheven - gedachte, maar die intussen toch kil en bloedeloos is, - nee, maar Jezus wijst ons op Zichzelf als de levende, Goddelijke „IK"! Hij, de Zoon Gods, kàn en màg het zeggen, zoals Gòd het alleen kan zeggen: „Ik bèn"!
En wat Jezus daarachter dan aan Namen en Titels en Eigenschappen invult, dat is Hij allemaal in absolute zin, in Goddelijke diepte en intensiteit! Dè Weg, dè Waarheid, hèt Leven, met hoofdletters!

Thomas meende genoeg te hebben aan een Jezus, die Weg-wijzer was. Als die Weg-wijzer zou wegvallen, dan konden ze geen weg meer vinden. Maar Jezus laat hem hier iets van Zijn plaatsbekleding zien, „Ik voor u". Zijn weg door lijden en dood heen gaat naar het Hart van Zijn Vader, en op die weg draagt Hij de Zijnen mee in Zijn hart. En zo báánt Hij niet alleen de weg voor Zijn kerk naar de verzoende God, maar Zijn gang is ook de garantie, dat die kerk er zeker ook uitkomen zal. Zo is Hij in Zijn Persoon zèlf de Weg voor de Zijnen tot God. En nooit anders, dan alleen in Hem, zullen wij de weg tot de Vader vinden.
Hij is immers ook dè Waarheid! In Hem staat de volle levende Werkelijkheid van de Vader vóór ons. In het vervolg (vs. 9) zegt Hij tot Filippus: „Wie Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien!" Heel de Goddelijke volheid en weelde van gerechtigheid en genade is door Jezus Christus geopenbaard. Hij onderwijst ons maar niet alleen omtrent de „waarheden" van God, maar in volle klaarte staat dè Waarheid in Zijn Persoon vóór ons. Wie zich aan Hem overgeeft, zal het ervaren, dat Hij de ware, betrouwbare en zekere Weg tot de Vader is. Op deze „Weg" kan zelfs de dwaas niet dwalen, omdat Hij, die de Weg is, tegelijk ook de Waarheid is. In Hem ontdekken we de verrassende Waarheid van Gods heil voor zondaars.

En dat betekent „Leven"! Daarom móét Jezus in deze reeks Zelfbenoemingen als het ware wel laten volgen: „Ik ben hèt Leven." Wie in Christus de Waarheid, de bevrijdende werkelijkheid, van Gods eeuwige vrede-gedachten ontdekt, die voelt zich opgenomen in de Levensstroom van de eeuwige God. Als Johannes, die deze „Ik-ben"-woorden uit Jezus' mond heeft opgetekend, hierover na-mediteert, dan zingt hij in zijn 1e brief: „Het Leven toch is geopenbaard en wij hebben gezien en getuigen en verkondigen u het eeuwige leven, dat bij de Vader was en aan ons geopenbaard is. En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in Zijn Zoon! Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, die heeft het leven niet."
Begeert u dit leven? U behoeft er niet voor ten hemel op te klimmen of ter helle neer te dalen. Hier, in dit Woord, staat Jezus vóór u, en Hij zegt: „Ik bèn het! Het èchte Leven, dat vrijheid en vrede inhoudt en uitzichten opent op de eeuwige heerlijkheid. Ik ben ook de Weg er heen en de Waarheid er van en de Warmte en Weelde er in! Wie in Mij gelooft, zal léven, ja, stromen van het levende water zullen uit zijn binnenste vloeien. Tot in eeuwigheid!"

Sliedrecht, C. den Hertog

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1977

De Wekker | 8 Pagina's

Ik ben de Weg en de Waarheid en het Leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 augustus 1977

De Wekker | 8 Pagina's