Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Henoch dan wandelde met God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Henoch dan wandelde met God

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genesis 5:24.

Onder de wandel met God hebben we te verstaan het vertrouwelijk met de Heere omgaan. Het ziet op Henochs godsdienstige gesteldheid.
Hij leefde in gemeenschap met de Heere. Hij leefde naar Gods welgevallen. Hebreën zegt: hij heeft Gode behaagd. Henoch wandelde in de vreze des Heeren. Hij diende God in waarheid. Dat wordt hier wandelen genoemd. In tegenstelling tot hard lopen, in tegenstelling tot rennen. Wandelen wijst op gemak. Het is een voortbeweging zonder inspanning, wandelen wordt gekenmerkt door òntspanning. We zulten het geheim moeten leren kennen dat het dienen en vrezen van de Heere een zaak is zonder krampachtigheid. Je wordt er niet overspannen van, je behoeft je er niet zenuwachtig bij te maken. Wandelen dat ziet op rust. Zij die met God wandelen die vinden rust aan Gods hart. Tijdens het wandelen kun je genieten van al het schone wat God doet in het rijk der natuur, en in het rijk der genade. Daar heb je dan oog voor. Als wij met elkaar wandelen dan geven we elkaar een hand of een arm. God hield Henochs hand vast en Henoch had zijn hand in de hand van God gelegd. Dat is veilig, vertrouwelijk, het spreekt van geborgenheid. Je kunt tijdens de wandeling nogal eens wat tegenkomen: moeite, zorg, gevaar. Gods hand is de veilige geleide. Als de Heere onze hand pakt dan geeft God ook de weg aan. Wij hebben zo onze eigen gedachten over onze weg. Wij denken dat wij bij voorbaat weten welke weg goed voor ons is en welke niet. Henoch kon denken wat hij wilde, maar de Heere bepaalde de route.
Henoch mocht alleen maar mééwandelen. God bepaalt ook het tempo. Als Henoch traag wordt neemt God hem wel mee. Als Henoch haast krijgt zal de Heere hem wel tegenhouden. Wandelen met God is rijk, maar het brengt zijn eigen moeite mee. We moeten wel aan Gods weg en aan Zijn tempo wennen. Als je Gods hand pakt moet eerst alles er uit, uit onze handen. Die hand moet helemaal leeg zijn, anders past Gods hand er niet in. Hoe eerder wij onze handen laten leegmaken hoe beter het is.
Weet u wat je al wandelend ook veel doet. Spreken. Dat hebben de Heere en Henoch dan ook veel gedaan. De Heere heeft gezegd: Henoch als ik jouw hand niet gepakt had dan was het met jou niet goed gegaan. Er waren er in die tijd heel wat die niet met God wandelden.
Die gingen hun eigen gang. Die hadden aan het verkeer met God geen behoefte. Henoch heeft zijn verwondering geuit. Heere dat U nu net mijn hand pakte, ik ben niet beter dan die anderen. Uit het geslacht van Henoch is Christus geboren. Hij kon met God wandelen vanwege Christus. Anders zou God hem hebben verteerd. Nu kan Henoch zo maar wandelen. De verzoening in Christus doet zich al gelden. Wandelen met God bij de gratie van Christus. Wandel met God. Wandel maar stillekens achter Hem aan. Hij wijst u de wegen. Zijn die niet altijd zo lieflijk gelegen als ge zoudt wensen, wil ze toch gaan. Hij gaat vooraan. Doordat Henoch met God wandelde is hij niet op allerlei verkeerde wegen terecht gekomen. Henoch zag heel wat kwaad om zich heen. Zijn hart was daar ook ontvankelijk voor. God bepaalde gelukkig Henoch zijn manier van leven en zijn wijze van werken. Henoch leefde zijn leven in alles met de Heere. Hij deed nooit iets alleen, hij deed nooit iets op zijn eigen houtje. Zo werd Henochs leven een bijzonderheid.
Wellicht wensen wij een leven als Henoch. Als we maar wat tijd hadden om met God te wandelen en als we er maar gelegenheid voor konden vinden. Hoe lag dat nu bij Henoch, had die man nu niets anders te doen. Van Henoch staat vermeld dat hij Methusalem gewon en daarna zonen en dochteren. Henoch was getrouwd en leidde een heel normaal leven. Henoch was man en vader. Vader van een groot gezin. Hij was geen asceet, geen kluizenaar. Hij trok zich niet terug uit het leven. Hij wist daar alles van. Henoch heeft veel tijd aan zijn gezin moeten besteden. Hij gewon zonen en dochteren.
Maar wat dacht u toen die groot werden. Toen had vader Henoch zijn handen vol. Hij was een zorgzame man en vader. Henoch heeft zijn gezins- en maatschappelijk leven niet op de koop toe genomen. Hij heeft dat niet gezien als een noodzakelijk kwaad. Hij heeft ook niet gezegd: als die jongens nu eerst maar eens de deur uit zijn, als die dochters eerst maar eens getrouwd zijn, als ik eerst mijn pensioen maar krijg, dan krijg ik wel tijd om met God te wandelen. Nee.
Terwijl Henoch man en vader was wandelde hij met God. Terwijl hij met God wandelde bleef hij zich ten volle geven aan zijn gezin en aan zijn werk. Dat gaat blijkbaar samen. Dat moet ook samen gaan. Je kunt niet pas met God gaan wandelen als je hier uitgediend bent. Dan is trouwens de lust om de Heere te zoeken ook wel vergaan. Henoch verkeerde voortdurend bij God en stond met beide benen in déze werkelijkheid. Hij had met zijn tijdgenoten gemeen om zonen en dochteren te gewinnen. Maar hij wandelde met God. Van die anderen staat: en hij stierf. Dat staat er van Henoch niet. Hij wandelde met God en God neemt hem niet weg. Hij leefde bijzonder en zijn einde was bijzonder. Hij werd door de Heere weggenomen. Opgenomen. Op Henoch zijn rouwkaart heeft gestaan, niet, omdat ze het eigenlijk niet wisten, maar omdat moeder en kinderen het zéker wisten, heden nam de Heere tot Zich. Henochs leven was anders dan van de anderen, zijn sterven ook. Zijn leven was Christus, zijn sterven winst. Hij heeft de dood niet gezien. De Heere had hem in liefde aangenomen en hem toen in heerlijkheid opgenomen. Toen was hij nog dichter bij God. Toen was de toenadering volmaakt. Henochs verscheiden was geen sterven in de eigenlijke zin van het woord, nog veel minder een doodgaan. Hij ging in in de vreugde des Heeren. En temidden van die vreugde wacht Henoch op de morgen der opstanding.
De grootste vreugde is niet om met God hier te wandelen, maar om straks bij de Heere thuis te komen. Het is goed om hier de Heere te dienen, maar er is een nog betere plaats. Dit soort wandelaars gaan naar het vaderland. Henoch is op een aangename wijze en op een blijde manier verhuisd, van hier naar de hemel. Zijn voeten werden niet nat van het water in de doodsrivier.

Wandelt u met God? Zo nee, dan moet het er wel spoedig van komen. Zo ja, dan hebt u reden om dankbaar en verwonderd te zijn. Als we hier mèt de Heere wandelen zullen we in de Heere sterven. Die zonder God wandelt, die gaat dood en wordt niet door de Heere tot Hem genomen. Door het geloof is Henoch weggenomen geweest, opdat hij de dood niet zien zou en hij werd niet gevonden, daarom dat God hem weggenomen had. Want voor zijn wegneming heeft hij getuigenis gehad dat hij, Gode behaagde.
Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt moet geloven dat Hij is en een BELONER is van degenen die Hem ernstig zoeken.

Aalten, A. Bijkerk

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1978

De Wekker | 8 Pagina's

Henoch dan wandelde met God

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 februari 1978

De Wekker | 8 Pagina's