Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Iets over het beheer van de kerkelijke goederen (III)

Bekijk het origineel

Iets over het beheer van de kerkelijke goederen (III)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na een vluchtige blik in de historie geworpen te hebben wil ik in dit slotartikel nog iets zeggen over het beheer zelf. Het zijn opmerkingen van meer algemene en kerkrechtelijke aard.

1. Het principiële uitgangspunt is dat de stoffelijke goederen (geldmiddelen, gebouwen enz.) van de gemeente haar geestelijke belangen en die van het kerkverband moeten dienen. De doelstelling van een onderneming is geheel anders, want deze is uit op het maken van materiële winst. Dit verschil tussen een kerk en een onderneming moet o.m. tot uiting komen in de terminologie die gebruikt wordt in de kerkelijke administratie of boekhouding. Het is bijv. onjuist om in de kerkelijke boekhouding te spreken van winst- en verliesrekening of van een staat van baten en lasten, zoals men dat bij ondernemingen doet, men spreke gewoon van jaarrekening „die in feite niets anders is dan een samentrekking van het kasboek".

2. De kerkeraad als het enige bestuur van de gemeente is ook de enige beheerder van haar goederen, zoals reeds in het vorige artikel werd opgemerkt. Het is jammer dat dit niet met duidelijke woorden in de Kerkorde is uitgedrukt. Terecht hebben m.i. de Gereformeerde Kerken in haar nieuwe Kerkorde dit beginsel, dat trouwens wel altijd door de rechterlijke macht werd geaccepteerd, opgenomen (art. 99).
Nu kan een kerkeraad zelf dat beheer uitoefenen al zal hij toch altijd een gedeelte ervan aan één persoon (de penningmeester!) moeten overdragen, die echter zijn instructies van de kerkeraad ontvangt en immer aan de kerkeraad verantwoording schuldig is. In kleine gemeenten gebeurt dit praktisch bijna altoos en kan dit ook wel, al zijn er verschillende bezwaren aan verbonden waarop wij nu niet verder ingaan.

3. In grotere gemeente waar de werkzaamheden aan het beheer verbonden veel tijd en ook nog al wat deskundigheid vereisen wordt het beheer door de kerkeraad, die meestal met het meer geestelijke werk overladen is, ja daarvoor dikwijls al tijd te kort komt, opgedragen aan een commissie van beheer, ook wel financiële commissie of nog anders genoemd.
Deze commissie verricht dan hulpdiensten aan de kerkeraad. Zij heeft geen eigen zelfstandige macht maar staat in dienst van de kerkeraad, zodat zij geen bevoegdheden bezit buiten de bevoegdheden haar door de kerkeraad verleend aan wie zij verantwoording schuldig is.

4. Zulk een commissie van beheer dient niet door de leden der gemeente, al of niet uit een voordracht van de kerkeraad, worden gekozen, omdat dan heel gemakkelijk de indruk kan worden gevestigd dat deze commissie een tweede bestuur van de gemeente is en als zodanig als zelfstandig lichaam een eigen bestaan kan gaan leiden onafhankelijk van de kerkeraad. Altoos houde men vast aan het beginsel dat de kerkeraad de commissie benoemt als een hulpdienst aan de kerkeraad.
Men make niet de bepaling dat alléén kerkeraadsleden en ook niet dat géén kerkeraadsleden benoembaar zijn, want door zulk een bepaling zou een kerkeraad zich te veel binden. Een kerkeraad moet altoos volkomen vrij zijn om de meest geschikte personen te benoemen. Naar mijn mening is het gewenst, dat zo mogelijk een paar kerkeraadsleden in de commissie zitting hebben omdat dit van groot belang is voor het contact tussen commissie en kerkeraad.

5. Van groot belang is ook een goede regeling voor het beheer der kerkelijke goederen. Tussen haakjes zij opgemerkt dat het woord regeling verre te verkiezen is boven het woord reglement, dat ook wel eens gebruikt wordt. In zulk een regeling moeten de plichten en bevoegdheden van de commissie goed omschreven worden. Van de vele punten noem ik er slechts één, namelijk de verplichting van de commissie om voor een bepaalde datum een begroting voor het volgend jaar in te dienen. Dit is géén formaliteit maar een zeer essentiëel punt, want een kerkeraad mag bijv. geen begroting goedkeuren die niet sluitend is. Is zij niet sluitend te krijgen dan moeten gezamenlijk wegen en middelen gezocht worden om wel een sluitende begroting te krijgen. Aan de verplichting tot het indienen van een begroting is nauw verbonden de verplichting tot het indienen van een jaarrekening. Wordt deze door de kerkeraad goedgekeurd dan betekent dit het dechargeren van de commissie en heeft de kerkeraad de volle verantwoordelijkheid op zich genomen, hetgeen o.m. betekent dat hij in een vergadering met de leden der gemeente begroting en jaarrekening moet verduidelijken en eventuele vragen en opmerkingen uit de gemeente moet beantwoorden, waarbij de kerkeraad natuurlijk wel de hulp van bijv. de voorzitter van de commissie van beheer kan inroepen.

6. Ik zal nu niet verder op de kwestie van het beheer der kerkelijke goederen ingaan. Een doelmatig (d.w.z. op het geestelijk welzijn van de gemeente en van het kerkverband gericht) en deskundig beheer is van het grootste belang. Graag wil ik nog even de aandacht vestigen op het prachtige werkje van de heer G. Verrij getiteld Kerkelijk Beheer, en uitgegeven in 1955 bij J.H. Kok N.V. te Kampen. Misschien is het nog verkrijgbaar.

7. Tenslotte wil ik de hoop uitspreken dat de e.k. generale synode een ontwerp-regeling voor het beheer van de goederen, inkomsten en fondsen van een plaatselijke kerk vervaardigt en als model aan de kerkeraden aanbiedt, zoals in 1893 de generale synode van de Gereformeerde Kerken ook gedaan heeft, welk concept, volgens prof. dr. D. Nauta, nog altijd kan worden beschouwd als een model dat verdient geraadpleegd te worden. Verklaring van de Kerkorde van de Gereformeerde Kerken in Nederland, Kampen 1971, 336 v. Onze synode zou de gemeenten een grote dienst bewijzen door zulk een ontwerp-regeling aan te bieden. Zij zou daarmee trouwens geheel werken in de lijn van vroegere synoden.

A. (Apeldoorn), H.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1978

De Wekker | 8 Pagina's

Iets over het beheer van de kerkelijke goederen (III)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 augustus 1978

De Wekker | 8 Pagina's