Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof. C. Veenhof, Kerkgemeenschap en Kerkorde. Kort overzicht van de strijd, gevoerd in de Afgescheiden Kerken tussen 1836 en 1840 over de Kerkgemeenschap en Kerkorde. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1974, prijs ƒ 6,90.
In dit geschrift van 75 bladzijden met nog eens 20 bladzijden aan klein gedrukte aantekeningen biedt de schrijver met grote kennis van zaken een overzicht over de strijd die binnen de jonge afgescheiden kerken heeft gewoed over de vragen met betrekking tot de kerkorde.
Er heersten daaromtrent tussen de vaders der Scheiding volkomen verschillende en soms zelfs tegenstrijdige gedachten die in de praktijk tot de grootste spanningen en conflicten aanleiding hebben gegeven. De lezer krijgt van dit alles een zeer nauwkeurig verhaal, dat onmiddellijk uit de bronnen is geput. Het geschrift is in velerlei opzicht leerzaam. Het werpt een pijnlijk helder licht op de moeiten van de jonge kerken en neemt zo een mythe weg, die zo heel gemakkelijk ontstaat rondom de leidinggevende personen uit de begintijd van de Afscheiding. Tegelijk wordt duidelijk hoe actueel de problematiek is, die rondom de vragen van kerkelijke structuur ligt. Er staat zo heel veel op het spel. Van de diepe samenhangen die er zijn tussen de kerkordelijke vragen en de liggingsverschillen binnen de vroeg-afgescheiden kerken krijgen we bij het lezen van deze studie een vermoeden.
Daarom zou het goed zijn, wanneer dit geschrift een vervolg zou ontvangen van de hand van de kundige schrijver in een uiteenzetting van de conflicten over verbond en kerk, belofte en prediking die terzelfdertijd in de Afgescheiden kerken zulk een grote rol hebben gespeeld.

W. van 't S.


L. van Hartingsveld: Het huwelijk in het Nieuwe Testament. Uitgave: Boekencentrum B.V. te 's-Gravenhage. Omvang: 176 blz. Prijs: ƒ 19,90.
Zoals de schrijver zelf aangeeft is het doel van dit boek het verschaffen van informatie over wat het N.T. over het huwelijk zegt. Daarvoor wordt een nauwkeurige weergave gegeven van wat de evangelisten en apostelen over het huwelijk naar voren gebracht hebben.
Alles wat vanuit het N.T. over dit onderwerp te zeggen is krijgt in dit boek een - overzichtelijke - plaats. Het betoog is uiterst helder en ook bij ingewikkelde kwesties voor iedere belangstellende te volgen. Het lezen wordt nog vergemakkelijkt door de samenvattingen die telkens weer van een voorafgaand gedeelte gegeven worden.
Het eerste hoofdstuk is een inleidend hoofdstuk over „bruid en bruidegom". De Joodse gebruiken met betrekking tot de huwelijkssluiting in de tijd van het N.T. worden hierin op een boeiende wijze duidelijk gemaakt. De volgende hoofdstukken gaan meer direkt op de nieuwtestamentische gegevens in en handelen over: „man en vrouw", „ontucht en echtbreuk", „echtscheiding en hertrouw" en „huwelijk en eschatologie". Het laatste hoofdstuk draagt een bijzonder karakter. Het draagt dezelfde titel als die van het boek en bestaat uit twee gedeelten. In het eerste gedeelte wordt een terugblik gegeven. In het uiterst belangrijke tweede gedeelte wordt de lijn doorgetrokken van het N.T. naar onze eigen tijd.
Terecht wordt in dit laatste gedeelte van het laatste hoofdstuk gesteld, dat we hebben te verdisconteren, dat de tijd waarin het N.T. geschreven werd niet zonder meer te identificeren is met onze eigen tijd, zeker op het punt van het huwelijk.
Op grond hiervan kan b.v. gezegd worden: „Hoe gevaarlijk een star wettisch bijbelgebruik kan zijn, leert het feit, dat 1 Korintiërs 7: 21 vv als argument gediend heeft om de afschaffing van de slavernij tegen te houden" (blz. 160). Tegelijk wordt met niet minder recht vastgehouden aan het normatief karakter van het onderwijs van het N. T. ook op het punt van het huwelijk. Op grond hiervan komt het tot een pertinente uitspraak als: „De kerk zal ondubbelzinnig moeten opkomen voor de handhaving van het monogame huwelijk. Of de kerk de noodzaak daarvan nog zal kunnen uitleggen aan mensen, die door de voortgaande ontkerstening van het volksleven steeds verder buiten de lichtkring van de Openbaring geraakt zijn, is geen reden om een ander standpunt in te nemen" (blz. 151).
Het boek van dr. Van Hartingsveld is een goede gids om ons de betekenis van het huwelijk volgens het N.T. te doen verstaan en om vanuit het N.T. een antwoord te zoeken bij vragen rond het huwelijk.

J.P. Versteeg


In de hof der evangelische kerkmuziek. Bloemlezing van artikelen en voordrachten van Willem Mudde.
Bij de drukkerij van het Missiehuis te Sittard werd deze bundel met artikelen uitgegeven door een comité van de Stichting Werkgroep voor Kerkmuziek ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van Willem Mudde als Luthers kerkmusicus.. Een drietal kleinere opstellen zijn van de hand van leermeester en vrienden van de musicus. Het overige van dit 327 pagina's tellend geschrift komt voor rekening van de jubilaris zelf. Het is een waardevolle verzameling waarin ook theologisch wordt nagedacht over de betekenis van de kerkmuziek. Interessant is het eerste hoofdstuk in dit verband omdat vanuit Luthers standpunt de betekenis van de kerkmuziek wordt geschorst. Ook andere hoofdstukken trekken de aandacht, b.v. dat over het kerklied, over het kerkkoor in de eredienst en dat over het orgel in de eredienst. Lectuur, die muziek is ook voor onze organisten.
Het boek is verkrijgbaar door storting van ƒ 29,50 op gironummer 1058737 t.n.v. ds. A.J. Allan te Heeden, secr. van de Stichting Lutherse Werkgroep voor Kerkmuziek, met vermelding Jubileumboek.

W. van 't S.


Het hoge woord. Theologische bijdragen over het Schriftgezag van reünisten der Gereformeerde Theologen Studenten Vereniging „Voetius" te Utrecht ter gelegenheid van haar 75-jarig bestaan. Uitgeverij Ton Bolland, Amsterdam, prijs ƒ 18,90.
De titel die aan de bovengenoemde bundel gegeven is zegt genoeg over de oorsprong van het boek. We hebben een jubileumbundel voor ons liggen van uitnemende kwaliteit. Het thema raakt het hart van de theologie, het wil de gereformeerde theologie in haar wezen tekenen.
We lezen in het woord vooraf, dat „de centrale vragen naar de aard en de functie van het schriftgezag bij uitstek geschikt zijn om het gehalte te bepalen van een theologie die gereformeerd (zo u wilt: klassiek-gereformeerd, of zelfs: katholiek-gereformeerd) wil heten".
Van dit klassiek-katholiek-gereformeerde wordt gesproken in ieder opstel. Het zijn er in totaal zeven. Drs. Meyers: Gezag en uitzicht van het zelfgetuigenis der Schrift naar de confessie; drs. A. Noordergraaf: Schriftgezag en Schriftgebruik in de Handelingen der Apostelen; prof. dr. S. van der Linde: Schriftgezag en rede; ds. H.G. Abma: Schriftgezag en zede; prof. dr. H. Jonker, Schriftgezag en prediking; prof. dr. B.J. Oosterhoff; Schriftgezag en modern bijbelonderzoek en prof. dr. C. Graafland; Schriftgezag en toekomst.
In het laatste opstel wordt critisch de visie van Schillebeecx, Pannenberg, Kuitert en ook van Berkouwer bezien. Wat de laatste betreft meent Graafland met Berkhof, dat het gevaar niet geheel denkbeeldig is dat het z.g. correlatiedenken ruimte geeft voor de menselijke existentie als een beheersende factor. Dit hermeneutische principe blijkt vooral in het denken over de eschatologie van verstrekkende betekenis te zijn. Het eerste opstel trekt vanuit het gereformeerde belijden de lijnen door: wij willen vanuit de Reformatie verder. Maar niet ánders verder. Ook de andere opstellen verdienen zeker onze aandacht. Hier zou ik vooral willen wijzen op de bijdrage van prof. Van der Linde. Hij tekent met forse lijnen de relatie tussen openbaring en rede, zoals deze in de loop van de kerkgeschiedenis is te zien. Het verwondert ons niet dat centraal toch wel de betekenis van Calvijn wordt geschetst: hij verwijst van allerlei gespeculeer altijd weer terug naar de zekerheid van Gods beloften die in Zijn Woord tot ons komen. Daartegen steekt de tijd na Calvijn toch wel schraal af. Het is prof. Van der Linde toe te geven, dat de erfgenamen van Calvijn gemeend hebben geen goede gereformeerde theologen te kunnen zijn zonder in sterke mate terug te keren tot de scholastieke methode die de Reformatie zo fel had afgewezen. „We zijn overtuigd dat onder ons dit feit veel te weinig aandacht heeft gevonden, hoewel het van grote betekenis is op alle gebied". De feiten leren echter dat terugkeer van de scholastieke methode nimmer straffeloos kan geschieden. Het is tragisch, dat velen de gereformeerde theologie alleen vertegenwoordigd zien bij de mannen van de tweede of derde generatie en dat zo het tijdperk, dat we in de kerkgeschiedenis plegen aan te duiden als de orthodoxie normatief wordt geacht. Sommiger verontrusting van vandaag blijkt hier een wortel te vinden. Met het oog daarop is hetgeen prof. Van der Linde schrijft erg leerzaam.
Van de andere opstellen noem ik alleen nog dat van prof. dr. B.J. Oosterhoff. Zijn bijdrage gaat over de vraag in hoeverre het moderne bijbelonderzoek, dat de laatste honderd jaar beoefend is, bestaanbaar is met het gezag van de Heilige Schrift, zoals dit o.a. beleden wordt in de Nederlandse geloofsbelijdenis. Achtereenvolgens komen aan de orde het literair-critisch onderzoek, het historisch-critisch onderzoek, de overleveringsgeschiedenis en als laatste het godsdiensthistorisch onderzoek. De positieve betekenis van al deze methoden wordt duidelijk in het licht gesteld, maar tegelijk wordt duidelijk wat voor de gelovige het unieke karakter is van de Heilige Schrift. Daarom kan terecht gezegd worden dat de feiten niet los staan van het kerygma (de verkondiging), maar ook omgekeerd dat het kerygma niet los staat van de feiten. Ook blijkt het duidelijk, dat het in de geschiedenis zoals die in de bijbel gegeven wordt niet gaat om een geschiedenisbegrip, dat ontleend zou zijn aan de moderne geschiedeniswetenschap, die met haar critische methoden slechts één vraag kent: wat is er geschied?
In de Heilige Schrift gaat het, zoals de oude gereformeerde theologie het reeds wist te formuleren niet om een historisch geloof, maar om de openbaring van God in Christus. Op dat motief valt alle nadruk: het is het openbaringskarakter als het geheel eigene van Israëls religieuze leven, als de bron daarvan. Daarin ligt het grote verschilpunt met de oosterse godsdiensten, hoezeer de kennis daarvan ook licht kan werpen op de geschiedenis van Israël. In feite staat een geloofsvooroordeel op het spel in de confrontatie met de moderne methoden van bijbelonderzoek. Waar dit wordt losgelaten is er geen verschil meer tussen Israël en de volken, tussen kerk en wereld. Maar waar dit in het geloof wordt beleden, daar komt ook de weg vrij, om met gebruikmaking van alle middelen de Schrift te verstaan in haar boodschap voor ons. Oosterhoff heeft daarmee de lijn vastgehouden die straks 25 jaar geleden door hem werd getekend in zijn inauguratie over het Openbaringskarakter van het oude testament.
Ook de andere bijdragen zijn de bestudering ten zeerste waard. Zij kunnen het schriftuurlijk spreken over het gezag van de bijbel, zoals dit door de gereformeerde confessie bedoeld is tot een levende zaak maken voor het heden. Dat vergt een gelovig werkzaam zijn met de Schriften en zo ook een gelovig schriftgebruik. Over dit laatste dienst men drs. Noordergraaf te lezen, kortom de hele bundel, die we van harte aanbevalen.
Men behoeft geen theoloog in de technische zin van het woord te wezen. Arbeid aan deze literatuur besteed werpt vruchten af.

W. van 't S.


Dr. Otto J. de Jong: Nederlandse Kerkgeschiedenis. Tweede, herziene en uitgebreide druk. Uitgeverij G.F. Callenbach B.V. - Nijkerk 1978, prijs ƒ 49,50.
Dat het handboek van prof. dr. De Jong in een behoefte voorziet blijkt uit het feit dat een herdruk noodzakelijk was. Het werk is blijkens het voorbericht herzien. Het is ook uitgebreid met in totaal 16 bladzijden. Daardoor is het mogelijk geworden dat de geschiedenis van de laatste tijd is aangevuld. Tekenend voor die tijd is, dat het begrip polarisatie er een zo grote rol speelt: zij is er bij de Hervormde kerk, bij de Rooms-katholieke kerk en ook in de Gereformeerde kerken. Het literatuuroverzicht is nu duidelijker dan in de eerste druk per hoofdstuk geordend en het is bijgewerkt. Ook nu zal menige student het boek hebben door te werken terwijl het ook niet-theologisch geschoolde lezers belangrijke diensten kan bewijzen Voorlopig blijft dit werk de toon aangeven bij het onderwijs in de vaderlandse kerkgeschiedenis, en terecht.

W. van 't S.


Een kleine eeuw kleine Luyden, Grepen uit de geschiedenis van de ARP (opgericht 3 april 1879). Een uitgave van de stichting kader- en vormingswerk ARP, Dr. Kuyperstraat 3, 's Gravenhage.
Dit boekje van 132 bladzijden is bedoeld als hulpmiddel voor het kader- en vormingswerk van de Anti Revolutionaire Partij. Het bestaat uit een bundeling van artikelen die eerder in het ARP weekblad verschenen ter gelegenheid van het 95-jarig bestaan van de partij.
De inhoud is hoofdzakelijk van historische aard. De geschiedenis der partij wordt er in grote trekken in weergegeven. Daarna volgen o.a. een artikel van drs. A.J. van Dijk over Groen van Prinsterer en een stuk van H. Algra over mondigheid in de AR-partij. Veel foto's verluchten het geschrift. Goed dat het nu verscheen. Een gedenkboek oude stijl zit er volgend jaar niet meer in. Althans, zo lijkt het.

W. van 't S.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1978

De Wekker | 8 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 september 1978

De Wekker | 8 Pagina's