Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gabriël

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gabriël

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De bijbel verhaalt ons de gebeurtenissen die betrekking hebben op de geboorte van Jezus vrij sober. We horen hoe de geboorte wordt aangekondigd aan Maria, Jozef verneemt in een droom waaraan de zwangerschap van zijn verloofde te danken is, we lezen van keizer Augustus, van koning Herodes, van herders en van geleerden. Er worden niet zo veel namen genoemd. Wel blijkt dat er lijnen te trekken zijn naar eenvoudigen en naar machthebbers, naar vrienden en vijanden. Er is direkt bij de geboorte al grote vreugde, maar weldra volgt ook diepe smart als de kinderen in Bethlehem op bevel van Herodes worden gedood.
Er zijn vanuit het geboorteverhaal ook lijnen naar het verleden te trekken. De evangelisten Mattheus en Lukas doen dat zelf al door een geslachtsregister van Jezus op te nemen. Mattheus herinnert er de lezers (vooral Joden) aan dat met de geboorte van Jezus de Schrift wordt vervuld.
En bij dat alles treffen we ook nog de naam aan van een engel, Gabriël. Temidden van al het gebeuren wordt zijn naam bijna over het hoofd gezien. We zijn niet vergeten dàt het Gabriël was die zowel aan Zacharias de geboorte van Johannes en aan Maria de geboorte van Jezus bekend maakte. Maar het is voor ons zo vanzelfsprekend geworden dat het Gabriël is geweest die nieuwe daden van God aankondigde, dat er nauwelijks ruimte is voor de vraag waarom die hemelse boodschapper juist hier bij name wordt genoemd.
We lezen vaker van de dienst die engelen verrichten, maar hun namen komen we slechts bij grote uitzondering tegen. Judas bijv. vertelt in zijn brief dat de aartsengel Michaël in strijd gewikkeld was met de duivel over het lichaam van Mozes (Judas: 9) Verder komen we de naam van deze engel in het nieuwe testament nog tegen in Openb. 12: 7. De naam Gabriël komt in het NT alleen voor in Lukas 1: 19 en 26.
Zoals opgemerkt, er wordt in een groot aantal teksten gesproken van engelen. Na de verzoeking van Jezus dienen engelen Hem in de woestijn. In de gelijkenissen spreekt Jezus ook over hun werk. In bijna alle bijbelboeken van het nieuwe testament komen woorden over engelen voor. Waarom wordt dan juist bij de aankondiging van de geboorte van Johannes en van Jezus de naam van de boodschapper genoemd? Zou dat misschien meer inhouden dan alleen dat een hemelse boodschapper die nu „toevallig" Gabriël heet, met deze taak is belast?
Vanuit het NT kunnen we daaromtrent niets méér te weten komen. Daarom zullen we eens moeten kijken of we de naam Gabriël ook in het oude testament kunnen terugvinden. Ook daar komt hij sporadisch voor, slechts op twee plaatsen, die bovendien nogal „moeilijk om te verstaan" zijn, nl. Daniël 8: 16 en 9: 21.

In Daniël 8 lezen we dat Daniël een visioen krijgt. Hij was in de burcht Susan bij de rivier de Ulai. Het boek Daniël spreekt van de laatste periode van de ballingschap van de Israëlieten in Babel. Het babylonische rijk is veroverd door de Perzen onder bevel van koning Cyrus of Kores.
Daniël ziet een ram met twee horens, die de opperheerschappij weet te bemachtigen. „Er was niemand die redden kon uit zijn macht". Vanuit het westen nadert dan een geitebok met één hoorn tussen de ogen. Hij verslaat de ram. Vervolgens valt die ene hoorn af en groeien er vier nieuwe hoorns daarvoor in de plaats. Uit een van de vier hoorns groeit nóg een hoorn, die zó groot wordt, dat de bok zelfs de sterren ermee ter aarde doet vallen. Tegen de „Vorst van het heer des hemels" maakt hij zich groot. Diens heilige woning wordt neergeworpen. Er klinken stemmen en de vraag wordt gesteld: Hoelang zal dit duren? Als Daniël over dit gezicht nadenkt wordt het visioen voortgezet. Voor hem staat Gabriël en die krijgt opdracht het visioen aan Daniël te verklaren. Dan blijkt dat het visioen betrekking heeft op wat nabij is. Gabriël noemt de koningen der Meden en Perzen en van de Grieken. Maar even later blijkt dat het ook betrekking heeft op de verre toekomst. Het nabije is verweven met het verre. Gabriël treedt hier op om het licht van God te laten vallen op wat gaat gebeuren. Hij is geen hemelse profeet die de toekomst voorspelt maar een boodschapper van God die uitlegt wat God van plan is. Hij plaatst het gebeuren in het raam van strijd en overwinning. Het heilige volk wordt bijna bovenmate bedreigd, maar de overwinning is aan God en de verlossing is door Hem zeker. Misschien dat zelfs de naam Gabriël daarmee verband houdt. Meestal denkt men aan een betekenis als „Man Gods" o.i.d., maar men zou ook kunnen vertalen „Een krijgsheld is God".
De tweede tekst waar we Gabriël tegenkomen is Daniël 9: 21. Daniël denkt daar aan de verwoesting van Jeruzalem, die niet langer dan 70 jaren zou duren. Hij belijdt de schuld van Israël en van zichzelf en bidt, op grond van Gods grote barmhartigheden, om herstel. Dan komt Gabriël, die hem onderricht. Jeruzalem zal herbouwd worden. Er zal een gezalfde vorst zijn, maar die zal weer worden verslagen en het heiligdom zal te gronde worden gericht. Tot het einde toe zal er strijd zijn. Ook dit visioen heeft te maken met strijd tegen een bijna almachtige onderdrukker en met herstel van Gods heerschappij en verlossing van Zijn volk.

Nu kunnen we weer terug naar Lukas 1. De engel Gabriël moet opnieuw iets gaan uitleggen. Hij verklaart wat Gods werk bedoelt, waar het op uitloopt. Zijn verschijning aan Zacharias houdt veel meer in dan dat de oude kinderloze priester de boodschap krijgt dat hij en zijn vrouw eindelijk hun gebed om een kind verhoord zullen zien. Er wordt een opening naar de toekomst gegeven. De geboorte van Johannes wordt door Gabriël gezet in de lijn van die geweldige worsteling van God om het leven van Zijn volk. Hij zal uitgaan in de geest en de kracht van Elia.
Bij de ontmoeting tussen Maria en Gabriël is er ook veel meer aan de hand dan alleen een aankondiging van een geboorte. Niet Maria, maar het werk, de strijd en de overwinning van God, staan centraal. Natuurlijk mag Maria, net als Elisabeth blij zijn dat ze een zoon zal krijgen. Maar belangrijker is dat die Zoon als koning zal heersen tot in eeuwigheid. De Here God zal Hem de troon van zijn vader David geven".
In het lied van Maria blijkt dat zij dat aspekt niet over het hoofd heeft gezien. Ze is blij met Gods werk. Even lijkt het erop dat Maria gaat zingen van het geluk dat zij zélf heeft ontvangen. Maar dan komt sterk het koninklijke van de nieuwe Vorst naar voren. Ze bezingt Zijn werk met woorden van overwinning en leven: Hij heeft machtigen van de troon gestort en eenvoudigen verhoogd, hongerigen met goederen vervuld en rijken ledig weggezonden. Dát is het werk van een koning.
Zacharias zingt niet minder van verlossing en nieuwe koninklijke heerschappij: want Hij heeft omgezien naar Zijn volk en heeft het verlossing gebracht en heeft ons een hoorn des heils opgericht... om ons te redden van onze vijanden.
Gabriël verkondigde het overwinnend werk van God, de eindoverwinning.
En geen woord dat van God komt zal krachteloos wezen.

„en zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef en het Kind liggende in de kribbe"

J. Kruis

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1978

De Wekker | 8 Pagina's

Gabriël

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 december 1978

De Wekker | 8 Pagina's