Aan 's Heeren zegen is 't al gelegen
Zo de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan; zo de Heere de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter. Het is tevergeefs, dat gijlieden vroeg opstaat, laat opblijft, eet brood der smarten; het is alzo, dat Hij het Zijn beminden als in de slaap geeft. Psalm 127: 1 en 2
Psalm 127 is een van de liederen Hammaäloth.
Deze psalm van Salomo heeft dezelfde strekking als het boek Prediker. Gewezen wordt op het ijdele van een wereldse levensinstelling. Het is noodzakelijk in alles van het leven rekening te houden met God. Wij moeten opzien tot de Heere en er op vertrouwen, dat Hij in alles zal voorzien. Zonder dat helpen geen wijsheid, zorg en ijver.
Dat is de beste les, die wij aan het begin van het jaar kunnen meekrijgen. Aan 's Heeren zegen is alles gelegen. Het geloof richt zich daarom op Hem.
De mens die leeft en werkt, heeft behoefte aan een woonplaats. Hij bouwt zich een huis (vrs. 1). Hij zoekt beschutting tegen wat dreigt, het onbekende.
Veiligheid, zekerheid.
Dat is betrekkelijk. Daarom moet de bouwer ook een wachter zijn. Soms is er ineens een ramp, die verwoest of een vijand die overrompelt.
In bredere zin zijn er tevens bouwers en wachters. Om het leven te beschermen is de overheid ingesteld. Gevolg van de zonde. De mens kan niet zonder gezag. Hij kan de vrijheid niet aan. Zij die regeren zijn ook bouwers. Zij moeten de maatschappij rechte vorm geven. De bouwers moeten echter ook wachters zijn. De zonde is overal, werkt overal. Zelfs zij die bekleed zijn met gezag en het recht hebben te handhaven kunnen de zonde niet tegenhouden. Erg is het als overheid en overheidspersonen geen rekening houden met God en Zijn Woord. Dan geldt: wel geroepen, maar geen besef van de eigenlijke roeping.
Bij het begin van een nieuw jaar denken wij mede aan de kerk van Christus en aan wat zij heeft te doen. Er moet gebouwd worden in geloof en liefde voor de Heere en Zijn rijk.
Hoe staat het in de gemeenten?
Hoe is het in de gezinnen? Is ons huis, ons gezin, een vesting tegen alle bedreiging en verleiding? Helpen wij onze kinderen hun huis en leven bouwen?
De ambtsdragers staan, als het goed is, vooraan in de opbouw van de kerk. Zij zijn bouwers. Mede wachters op Slons muren. Mensen met grote verantwoordelijkheid.
Ons hart moet vol liefde zijn voor 's Heeren kerk. Uit liefde voor de Heere, de komst van Zijn rijk en de eer van Zijn Naam. De kerk neemt bij de gelovigen van Oud en Nieuw Testament een grote plaats in. Daar kan niemand voorbij. Met name de ambten wijzen op de grote betekenis van de kerk. Christus stelt de Zijnen in het ambt der gelovigen. De Schrift kent geen ambtloze, kerkloze gelovigen.
Eén woord valt in de tekst bijzonder op. Drie keer komt het voor, namelijk: tevergeefs. Het gaat er om een goede kijk op het leven te hebben. Alles is tevergeefs, als God Zijn hand terugtrekt. Alleen wanneer de Heere Zelf bouwt, waakt, werkt, is het niet tevergeefs. Nooit.
Ook dan zult u vroeg op moeten; laat opblijven; hard werken; soms brood der smarten eten, maar niet tevergeefs. Het heeft volle zin als dienst aan de Heere en Zijn rijk. Het heeft resultaat. Daar kunt u zeker van zijn. De Heere moet het huis bouwen; de stad bewaren; de arbeid zegenen. Dat maakt het leven tot leven. U voelt er zich blij en gelukkig bij. Velen begrijpen het niet. Zij begrijpen niet dat de grootste last de zonde is. En dat als die last wegvalt door het geloof in Christus, het leven totaal anders is. Dan leeft u met God. Hij doet het alleen goed.
In de tekst staat het opmerkelijke: Het is alzo, dat Hij het Zijn beminden als in de slaap geeft. Versta dat niet verkeerd. Het betekent niet: neem het er maar van. God maakt het wel in orde. Het is alzo: de Heere geeft rust en maakt dankbaar. Hij doet u blij zijn met wat Hij beschikt en wekt vertrouwen voor wat komt.
U moet werken en dienen. Een goed christen is een goed werker. Het is een zaak van geloof. Volg de Heere in Zijn weg en heb vrede in uw hart. De rust van het geloof is als de rust van de slaap. U kunt rustig slapen wetend, dat uw hemelse Vader voor u zorgt. De Heere, de trouwe Verbonds God. Hij weet wat u nodig hebt, zelfs voor u Hem bidt. Ik zal in vrede nederliggen en slapen, want Gij, o Heere, alleen zult mij doen zeker wonen. En als u geen werk hebt of tobt met andere dingen, dan moogt u toch vertrouwen dat de Heere voor u zorgt. Zonder de Heere gaat het niet in 1979 en nooit.
Dat moet iedereen inzien, bij groeiende onzekerheid. Mensen-wijsheid schiet te kort. God kan Zijn kerk, Zijn wereld helpen. Dan moet men Hem vragen en met Zijn Woord te rade gaan. In Christus hebben wij een vrijmoedige toegang tot de troon van Gods genade.
De kerk vooral moet er van doordrongen zijn, dat het zonder God beslist niet gaat. Tweemaal staat er de Naam Heere. U kunt volledig op Hem aan. Zijn rijk komt. Laat ons bouwen, werken, waken en dienen, afhankelijk van de Heere, trouw op onze post, vertrouwend op Hem alleen.
Bennekom, G. Bilkes
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1979
De Wekker | 8 Pagina's