Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

God - gemeente - wereld (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

God - gemeente - wereld (7)

Notities over kerk en samenleving

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eigentijds
Het is niet zo eenvoudig om de belofte van het laatste artikel waar te maken en de lijn van denken over kerk en samenleving vanuit de Reformatie nu in kort bestek weer te geven.
Dat heeft uiteraard verschillende oorzaken.
Om te beginnen moet ook nu duidelijk zijn, dat theologie-bedrijven steeds een eigentijdse zaak is. Anders gezegd: geen enkele theologie ontkomt aan „de kleur van de eigen tijd".
In de dagen van Calvijn lagen nu eenmaal de politieke, sociale en economische verhoudingen anders dan in onze tijd. Je kunt daarom de lijnen ook niet direkt doortrekken naar vandaag. Bovendien is het niet zo, dat Calvijn een soort blauwdruk heeft ontworpen voor de samenleving van alle tijden. Hij heeft juist getracht in zijn tijd en tegen de achtergrond van zijn situatie naar de Schriften te luisteren. En hij is ook een echte Schriftgeleerde. Dat zal in het vervolg van dit artikel wel duidelijk worden. Eerst moet ik nog wat dieper ingaan op die eigen tijd van de Reformatie, waarin Calvijn zijn gedachten heeft ontwikkeld. Hij heeft zich in zijn denken namelijk ook - en dat kan ik begrijpen - afgezet tegen stromingen in de kerk van zijn dagen, die samenhangen met de gedachten over kerk en samenleving.

Rome: kerk = koninkrijk
Allereerst waren daar de opvattingen van de kerk van Rome uit die tijd, voor wie kerk en koninkrijk Gods praktisch samenvallen. God oefent Zijn genade-heerschappij uit over alle dingen. En voor de kerk van Rome betekende dat toen heel concreet dat alle dingen in deze wereld feitelijk onderworpen waren aan de kerk, met name aan de paus, het hoofd der kerk. De kerk stempelt niet slechts de samenleving, de kerk overheerst ook de samenleving. De samenleving was gebonden aan de ruimte, die de kerk er aan gaf.
Daartegenover heeft Calvijn juist gepleit - wellicht misschien uit reactie ook wel wat eenzijdig geaccentueerd - voor wat hij noemt de theocratie: God regeert. Het Rijk van Christus, naar haar diepste wezen een geestelijk Rijk (Joh. 18, 38), bedoelt het rijk van zonde en duivel te niet te doen. En nu heeft niet slechts de enkeling, maar nu hebben ook de volken en overheden naar het Woord van God te luisteren.
Daarmee bedoelde Calvijn niet aan te geven, dat nu de kerk alle macht moet hebben. De kerk is niet het Gods Rijk op aarde. De kerk leeft van „wachten en werken", een typische uitdrukking van hem. Juist vanuit de verwachting van het Koninkrijk heeft Calvijn de kracht ontvangen om èn in de kerk èn in de samenleving „tekenen van het Rijk" op te richten.

Anabaptisme: het nieuw Jeruzalem hier en nu!
Naast de kerk van Rome had Calvijn in zijn tijd te maken met de Anabaptisten of Wederdopers.
Eenvoudig gezegd komt hun gedachte hierop neer, dat de gelovigen alles moeten en mogen doen om zo snel mogelijk het nieuwe Jeruzalem hier en nu op aarde te vestigen, desnoods langs de weg van uitwendige sociale, en politieke revolutie. De bestaande orde moet daarvoor desnoods worden omvergeworpen om zo op de puinhopen van het oude de samenleving van de nieuwe orde te bouwen. Ze typeerden de Reformatoren dan ook als halfslachtig, omdat die niet bereid waren heel radicaal de consequenties uit het evangelie te trekken. Hun enthousiasme voor de nieuwe wereld leidde er tegelijk toe, dat ze zich in werkelijkheid onttrokken aan hun verantwoordelijkheid voor de samenleving en dat ze zich distantieerden van die zondige wereld die in feite niets voorstelde.

Luther: twee rijken
En tenslotte kreeg Calvijn te maken met de gedachten van Luther, over het Koninkrijk van God. Bij deze reformator krijgt dat vorm in de leer van de twee rijken, of zoals hij ze zelf graag noemt: de twee regimenten. Er is een rijk van Christus en een rijk van de wereld. Luther stelt duidelijk dat in beide God heerschappij voert en hij gelooft ook dat het uiteindelijk gaat om het rijk van Christus, maar voor de realisering van dat rijk is het rijk der wereld, de burgerlijke overheid nodig. Terwijl in de kerk van Christus uitsluitend gewerkt wordt met het wapen van het evangelie, hanteert de overheid de zwaardmacht, maar dan ten dienste van Christus' rijk. Luther heeft zich op zijn wijze afgezet tegen het anabaptisme, waar in feite geen plaats was voor de aardse, burgerlijke overheid, maar is zelf vervallen tot een dualisme: de relatie tussen de twee rijken werd zeker door zijn volgelingen geheel verbroken.

Calvijn: spanning tussen wachten en werken
Ik denk dat bij velen ook vandaag nog een verkeerd beeld leeft van Calvijns gedachten. Ontegenzeggelijk is op hem kritiek te oefenen. Hierboven noemde ik al even de eenzijdige aksenten op de theocratie. Maar hier geldt voor iedere theoloog, zeker wanneer diens gedachten na vele eeuwen nog gehonoreerd worden - en dat kan niet van iedereen gezegd worden! - dat hij aan kritiek bloot staat. Soms is dat m.i. niet steeds gerechtvaardigd, wanneer er als het om Calvijn gaat een te direct verband gelegd wordt tussen het calvinisme en het kapitalisme. Ik meen dat men dan Calvijn onrecht aandoet, ook al omdat men zijn woorden leest door de gedachten van zijn volgelingen, die verder dan hij gingen, heen en ik doel dan in het bijzonder op de Nadere Reformatie.
Hij geeft overigens wel zelf aanleiding tot kritiek. Ik heb dezer dagen weer eens gelezen wat hij geschreven heeft over het toekomende leven. (Institutie, boek II, hfdst. 9) Daar vraagt hij bijv. „Want indien de hemel ons vaderland is, wat is de aarde dan anders dan een oord van ballingschap? Indien het verhuizen uit de wereld de ingang tot het leven is wat is de wereld dan anders dan een graf?"
Toch ligt het in de werkelijkheid niet zo simpel, als uit deze citaten zou kunnen blijken. Calvijn heeft duidelijk kritisch gestaan tegenover mensen die helemaal in dit tegenwoordige leven opgaan. Het leven van de gelovigen was voor hem een pelgrimstocht met veel moeite en pijn. Trouwens - en ik denk dat we daaraan niet mogen voorbijgaan - zo zag deze reformator het ook om zich heen. Het leven had mensen in zijn tijd niet veel te bieden. Ze werden niet oud, kindersterfte was groot en ongetwijfeld hebben de sociale omstandigheden invloed gehad op zijn theologisch denken. Toch was zijn mediteren over het toekomende leven niet gegrond op een maatschappij analyse. Hij was voluit Schriftgeleerde. Maar de samenleving om hem heen heeft uiteraard zijn aksenten verzwaard. Betekent dit alles nu dat Calvijn niet de goede kant van het leven zag? Integendeel, letterlijk zegt hij zelf: „Immers dit leven, ook al is het vervuld van talloze ellende, wordt toch terecht gerekend tot de niet te versmaden zegeningen. En ivoor, goud, rijkdommen zijn goede schepselen van God, tot gebruik door mensen toegestaan. En lachen, zich verzadigen, nieuwe bezittingen aan oude toevoegen, in muziek behagen scheppen en wijn drinken is nergens verboden."
Calvijn trekt zich niet terug en zoekt de kracht niet in een isolement, ver van de wereld, die te mijden is. Hij verstaat wel degelijk zijn verantwoordelijkheid. Hij protesteert fel tegen de idee, dat het van grote, diepe en echte vroomheid zou getuigen, als je het leven hier geheel op liet gaan in het verlangen naar de eeuwige heerlijkheid. Midden in zijn meditatie over het toekomende leven roept hij mensen op te leven als op een „wachtpost". Dat is de taak van de gelovige hier en nu. Die wachtpost mag je niet verlaten. Dat is desertie en daarop staat de doodstraf. En in zijn commentaren op de bijbel en in zijn preken geeft deze reformator allerlei aanwijzingen van een goede inrichting van de samenleving. Hij was bepaald niet bang voor politiek op de preekstoel. Volgens Calvijn had het woord van God wel zeker te maken met politieke en sociale zaken. Daarbij gaat het dan niet om de privé-ideeën van de predikant. Hij moet Gods Woord uitleggen. Maar wie Gods Woord uitlegt komt terecht bij de konkrete situatie in de samenleving. Met name in de Tien Geboden ziet Calvijn dan ook de basis voor alle sociaal en politiek handelen. Dit leidde ertoe, dat hij kritisch stond tegenover de samenleving van zijn tijd. Hij kon fel uitvallen tegen misstanden. Want het ging hem in alles om de gerechtigheid, die ook sociale gerechtigheid is, en daarin om de eer van God - het grondthema van Calvijns denken - en het heil van mensen. Het diepste motief van Calvijns geloof en theologie ligt niet in de mens, maar in God. Het gaat daarom ook niet primair om het eeuwig geluk van de mens, maar om de eer van God. Dat weerhield hem er niet van om ook voortdurend bezig te zijn met de goede inrichting van de samenleving. Het slot van zijn Institutie handelt dan ook over heel konkrete richtlijnen voor overheid en burgers. Over politiek gesproken!

Maatschappij-kritisch
Hoewel ik me best realiseer, dat het begrip onder ons op z'n minst nogal verdacht en besmet is, komend vanuit de hoek van een niet direct christelijk denken, meen ik toch dat je van Calvijn mag zeggen, dat hij maatschappij kritisch zich opstelt en handelt. De samenleving zal hem wel een zorg zijn, een grote zorg zelfs.
Overigens blijft voor hem bij dit alles recht overeind staan dat we op de weg zijn naar het Rijk van God, maar daarbij gaat het èn om deze wereld èn om de toekomst. De onder ons veel gehoorde tegenstelling horizontaal-vertikaal was hem vreemd en past niet in zijn denken. Wel maakt hij - en ik denk terecht - duidelijk, dat dat rijk van God er niet komt via onze inspanningen voor een betere samenleving. Het komt in de wederkomst van Christus. Maar het gebeuren in de' samenleving staat niet los van het gebeuren Gods. Anders gezegd: de kerk blijft in de samenleving een heel konkrete taak houden. Daar komen we niet onder uit.

Waarom?
Ik kan me goed voorstellen, dat iemand, die de moed gehad heeft tot op dit moment mee te lezen en mee te denken, nu toch wel vraagt: waarom moet dit alles hier herhaald worden?
In alle bescheidenheid zou ik daarop willen antwoorden: omdat ik geloof, dat ook hier de geschiedenis zich herhaalt. Trekken van het denken waartegen Calvijn zich vanuit de Schriften heeft verzet, zijn in onze tijd en in onze kerk niet verdwenen. De wereldmijding is onder ons niet vreemd. De manier waarop er over „die wereld" gepraat wordt, verraadt wel het een en ander. Het afschrijven van wat toch voorbijgaat kom je in het denken van veel kerkmensen tegen. De trek om zelf voor eeuwig gelukkig te worden en dat als het hoogste goed te zien is herkenbaar. En anderzijds ontdekken we vandaag ook de idee, dat wij het met onze inspanningen allemaal moeten maken. Daarom is luisteren naar de stem van de Reformatie als vertolker van het Woord goed. Het brengt ons via een eerlijke maatschappij-analyse in het typische spanningsveld van wachten en werken, verzetten en verlangen.

th/afrt. (Amersfoort)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1980

De Wekker | 8 Pagina's

God - gemeente - wereld (7)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 november 1980

De Wekker | 8 Pagina's