Nu vangt het nieuwe leven aan!

Paasfeest - levensfeest!
In feite was ook het kerstfeest - levensfeest!
Daar waar een kind geboren wordt, waar naar Gods wondere scheppingswijsheid nieuw leven ter wereld komt, is feestelijke vreugde!
Toen Jezus geboren werd in Bethlehems stal was er feest.
Feest in de hemel waar de engelenkoren Gods lof zongen. Feest in verwondering voor de mensen die aanschouwers van het wonder en aanbidders van het Kind mochten zijn.
God heeft na lange en bange eeuwen gedacht aan Zijn genade en het licht der hoop, dat Hij meegaf in de nachtdonkere wereld buiten de paradijspoorten belovend dat het Vrouwenzaad eenmaal overwinnend komen zal, gaat stralend op.
Het Woord is vlees geworden en God die eeuwig Woord houdt gaat het heil voor een verloren wereld, voor schuldige mensen wier voeten hier vermoeid gaan op de weg naar de dood in zorg voor morgen en angst voor de toekomst, - werkelijkheid maken!
Kerstfeest-Gods Zoon-de Borg gaat Zijn voeten zetten op de weg van óns leven, maar dat is de weg naar de dood!
En toch feest, genade-feest, want op onze wegen gaat nu naar Gods welbehagen de Levende, die zeggen kan naar recht: Ik bén het Leven! De hoop gaat klimmen! Als Hij overwint dan is in en door Hem Zijn volk bevrijd! Vrij uit de banden van de dood!
En Hij heeft overwonnen!
Paasfeest - hét Levensfeest!
Hoger klinke nu de jubel boven die van de herders in de kerstnacht uit, van allen van wie in de hemel bekend is, dat zij op Paasmorgen Jezus zoeken op weg naar het graf!
Jezus, de Gekruisigde, die het al volbracht heeft wat bij God te doen was om de schuld van Zijn volk te delgen, is opgewekt uit de dood en leeft!
Zijn bloed is geplengd, het Paaslam is geslacht. Het is volbracht. De schuld is uit Gods boek gedaan en de oorzaak van de dood, de zonde, is weggenomen.
Nu zingen de engelen niet boven een aarde nog in nacht verzonken. Nu staan ze in de stralende morgenzon in de hof als dienaren van de levende Heiland, ook hun Koning en Heer. Ze openen de plaats van de dood. Ze rollen de steen weg, alle zegels van menselijke vijandige zekerheden verbrekend.
Jezus leeft - Hij is hier niet. Hij is opgestaan gelijk Hij gezegd heeft!
De dood heeft zijn macht verloren.
De Vader heeft het bloed van het offerlam door Hemzelf van eeuwigheid beschikt als volkomen verzoenend aanvaard.
Hij leeft en die in Hem gelooft zal leven ook al moeten wij nog eenmaal ons hoofd buigen voor die laatste vijand en zal hij over ons stof nog eens de schijnoverwinning vieren!
Feest-bevrijdend, verlossend, want nu vangt het nieuwe leven aan!
Een leven door geen dood bedreigd - een leven tot in eeuwigheid!
Hij heeft door Zijn opstanding de dood overwonnen (H. Catech. zondag 17). Zo belijden wij. Paasfeest - ook ons hart wil er met velen van horen en in grote en blijde dankbaarheid van zingen. Wie zou zich niet hoopvol verheugen als het weer verkondigd wordt van Gods wege, het is waar, het is een feit, Jezus heeft de dood overwonnen, de laatste vijand is verslagen want God is verzoend door de dood van Zijn Zoon.
En dan zit je daar op Pasen en je verheugt je, maar met beven!
Want... ja, heb je zelf wel deel aan die overwinning? Is het verworven heil je deel? Kun je zeggen: ik leef met Hem?
Als je je zelf niet alleen maar spiegelt aan anderen, maar geleerd hebt iets van jezelf te zien in het licht van Gods ontdekkende genade door Zijn Woord, - als je in al de drukte van het leven nog de stilte kent, waar je met je God onder vier ogen weet te verkeren, dan is de strijd en bestrijding je niet vreemd.
Wat steekt die wortel van de zonde nog diep in je leven en wat al onreinheid huist er nog in je hart! Ben je wel een nieuw mens geworden? Waar blijft nu het nieuwe van het leven met de Here, het leven dat uit God is en dat leeft door het geloof uit Hem die overwinnaar is in de strijd?
Als het zo was dat je zelf je kapitaaltje bijeen kon sparen en vergaren aan goede werken, verdienstelijkheden en deugd en het uit kon tellen bij God, zodat Hij je schuldbrief zou verscheuren of voldaan tekenen, dan zou je dat bevrijdend moment niet vergeten!
Maar nu moet je leven uit en door het geloof dat weet, al sta ik met lege handen. Hij heeft voor mij voldaan! Alle schuld is betaald, nu Hij het heeft volbracht. En op de Paasmorgen spreekt de Vader het „amen" uit op het werk van de Borg in Wiens doorboorde handen ik alleen maar met mijn schuldig hart kan rusten - Hij is opgewekt uit de dood en leeft!
En als ik nog dagelijks struikel in vele en Gods geboden niet volmaakt kan houden - dan weet ik, het is niet mijn gerechtigheid - de som van mijn vermeende goede en vrome werken vermeerderd met al wat anderen wél maar ik niet doe - die mij aangenaam kan of moet maken voor God!
Jezus leeft! Hij heeft de dood overwonnen, opdat Hij ons de gerechtigheid, die Hij door Zijn dood ons verworven had, kon deelachtig maken!
Ik heb niet meer te leven uit het vermoeiend pogen om zelf te blijven staan in alle verleiding en dreiging der zonde met stille angst voor de macht van de dood.
Pasen, ik mag leven uit de wetenschap: Hij deed het voor mij, het is voldaan en de levende Heiland doet geen half werk. Hij gaat van de Paasmorgen via Zijn kroningsfeest naar de Pinksterdag van Zijn onweerstaanbare overwinning in wel vreesachtige maar gelovig biddende harten, die het van Hem verwachten!
We hebben een levende Heiland, die door Zijn Geest en Woord niet alleen maar (hoe onuitsprekelijk groot dat wonder ook is!) ons van dood levend maakt en ons hart opent voor Hem, maar die ook door Zijn kracht ons opwekt tot een nieuw leven. Hij is het die niet alleen het leven doet geboren worden, maar het ook wil voeden en doen toenemen in genade en kracht uit Hem die ons met God verzoent en van het eeuwige leven verzekert.
Hij, de levende Overwinnaar van Pasen is het leven van al degenen die op Paasmorgen niet in het Jeruzalem der wereld of der eigengerechtige godsdienst kunnen blijven, maar wier hart en gang Jezus zoekt!
Pasen - levensfeest!
Zijn Geest is het die de liefde brandende houdt, die wel de droefheid kent over eigen onvolkomenheid, maar Zijn liefde ervarend, van harte willig en bereid is om Hem te volgen en te dienen.
Zijn Geest doet het geloof dwars door alle wankeling heen toch leven uit de zekerheid van Pasen: Hij leeft en wij met Hem.
Zijn Geest doet de hoop uitzien naar Zijn toekomst waarin eens de dood totaal en radicaal verslonden zal zijn tot overwinning.
Ook al is ons leven hier nog rouw-omrand. Ook al treden we hier nog gedurig aan de graven van hen die ons lief zijn en zullen straks anderen staan aan onze laatste rustplaats hier beneden, het was Pasen! Jezus leeft en aan Hem is de toekomst! Zijn opstanding is ons een zeker pand van onze zalige opstanding. Dood waar is dan uw prikkel en uw angstaanjagende kilheid? We hebben een levende Heiland! Ik geloof in Jezus Christus die ten derden dage is opgestaan uit de doden! Ik geloof de vergeving van de zonden! Ik geloof de wederopstanding van het vlees! Ik geloof een eeuwig leven!

de B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen