Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gearriveerd (II)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gearriveerd (II)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het vorige artikel signaleerden we het verschijnsel dat kerkleden geestelijk gearriveerd zijn. Verschillende vormen werden genoemd en een aantal kenmerken werd beschreven. Deze keer willen we op het verschijnsel nader ingaan om zo het kerkelijke leven een beetje te doorlichten en op zwakke punten te wijzen.

Uitingen
Hoe uit zich nu het geestelijk gearriveerd-zijn en dat dan bedoeld in de zin van: we zijn er en we hebben het?
Het gaat dan om een uitwerking van hetgeen bij „vormen" in het vorige artikel reeds werd aangeduid.
Dat komt allereerst tot uitdrukking in de kijk op en de verwerking van de zonde. Gearriveerde mensen hebben weinig last van de zonde, tillen niet zwaar aan de zonde, strijden weinig tegen de zonde, vinden de zonde eigenlijk een achterhaald stadium. O, zeker - ze belijden wel dat ze zondaren zijn en ze ontkennen ook niet dat ze elke dag zonde doen, maar het doet hen niets meer. Het kan geen wezenlijke invloed meer uitoefenen op hun christen-zijn. Ze zijn immers verlost? Dat feit staat als een paal boven water. Torn daar niet aan. En zo zullen gearriveerde mensen hun zonden niet brengen voor Gods aangezicht; hun dagelijkse zonden drijven hen niet uit naar de Here Jezus Christus met als gevolg dat er ook geen groei en geen opwas in de kennis van Gods genade en het werk van Christus is. Ze zijn er toch?
Vervolgens zal er bij gearriveerde mensen ook weinig op te merken zijn van strijd en bestrijding, van aanvechting en donkerheid. Langzamerhand worden dat onbegrijpelijke zaken, die niet meer passen in het leven van een christen, die de zaken goed ziet. Ze begrijpen hen niet, die wel strijd hebben en bestreden worden, die zich zelf afvragen: hoe kan iemand als ik zalig worden? Voor hen is Gods genade een wonder, dat steeds groter wordt. Maar gearriveerde mensen vinden zalig worden een vanzelfsprekendheid. Ze gebruiken vaak het woord „natuurlijk". Maar zondaar worden en geloven zijn geen natuurlijke zaken. Het is niet natuurlijk dat je je zonde ziet, vergeving nodig hebt, de toevlucht neemt tot de Here en door Hem verhoord wordt.
Dat heeft - het klonk reeds even door - gevolgen voor de kijk op de verlossing. Al is het duizendmaal waar dat de gemeente, waarvan wij lid zijn, de gemeente des Heren is, die als gemeente deelt in de verlossing door Jezus Christus, dat betekent niet dat nu ieder lid van die gemeente daarom automatisch ook deelt in die verlossing en zich daar geen zorgen om behoeft te maken. Schrift en belijdenis spreken een andere en duidelijke taal. Staande en levende op de basis van de gemeente komt het er des te meer op aan dat we nu ook persoonlijk delen in het heil dat aan de gemeente is gegeven. De rechte gemeente- en verbondsbeschouwing is in geding wanneer het gaat om deze belangrijke dingen. Immers het ligt voor de hand dat wanneer men uitgaat van het behoren tot de gemeente en zich daarom verlost noemt, men onder het etiket „verlost" onverlost leeft en als een zondaar zich gedraagt. De scheidslijnen verdoezelen dan. Zo kan de wereld de kerk binnendringen. Men noemt zich verlost en men leeft onverlost, gaat met alles mee, laat niet uitkomen dat de verlossing het hele leven doortrekt.
Het moet ook in onze kerken steeds meer voorkomen dat men 's morgens aan de Avondmaalstafel zit en 's middags eigen wegen gaat of gesignaleerd wordt in bos en strand. Dat kan een vorm van geestelijke gearriveerdheid zijn, die de kerk in wezen uitholt en verzwakt.
Om nog iets te noemen - zonder volledig te zijn - het is ook een vorm van geestelijke gearriveerdheid als men geen oog heeft voor de gevaren van de tijd, voor de bedreiging van de geest van de tijd en voor de strijd die we daarom vandaag hebben te strijden. Als een gemeente nergens warm voor loopt, alles goed vindt, bij voorbaat positief staat tegenover alles wat zich voordoet en niet waakzaam is op elk punt en bij elke te nemen beslissing, dan is dat een uiting van geestelijke gearriveerdheid.

Oorzaken
De vraag is alleszins gewettigd: waar komt die geestelijke gearriveerdheid vandaan? Hoe kan het toch dat dit verschijnsel hoe langer hoe meer doordringt?
We zullen allereerst bij onszelf moeten beginnen. Het ligt van nature ieder mens om de gemakkelijkste weg te gaan en er van uit te gaan dat het goed zit.
We zijn graag klaar en we hebben behoefte aan zekerheid en geborgenheid. Strijd ligt ons niet en zeker niet de strijd tegen onszelf. Niet gearriveerd- zijn betekent dat we dagelijks moeten sterven aan onszelf, onszelf moeten verloochenen, ons kruis op ons moeten nemen. En dat is voor niemand een aantrekkelijke zaak. Het betekent dat we altijd op gespannen voet staan met onszelf. En omdat we dat niet willen is een gearriveerde levenshouding veel gemakkelijker en meer voor de hand liggend.
Tegelijk moet de invloed genoemd worden van de achter ons liggende jaren, waarin we het allen goed gekregen hebben en waarin het levensniveau duidelijk is gestegen. Maatschappelijke verhoudingen spelen nu eenmaal een grote rol in het kerkelijke en geestelijke leven. Dat blijkt telkens weer. Anders gezegd: naarmate we het maatschappelijk beter hebben gekregen en persoonlijk wat zijn gaan meetellen voelen we ons geestelijk onafhankelijker en worden we gearriveerd. Wie had kunnen denken dat we het ooit zover konden brengen op de maatschappelijke ladder? Maar dan klim je geestelijk toch ook en dan gaat het toch niet aan om geestelijk op het vroegere peil te blijven? Zo wordt de stelling verdedigd: hoe groter in de wereld hoe hoger in het geloof. Hoe meer bereikt in het maatschappelijke leven, hoe minder is er nog te bereiken op het geestelijk vlak.
De jaren, die achter ons liggen hebben ons geestelijk geen goed gedaan. We hebben het te goed gehad. We konden zoveel en we hadden zoveel. Tijden van teruggang en inkrimping, kunnen ons geestelijk meer goed doen dan tijden van voorspoed.
Een derde factor is de invloed van anderen door de massa-media. We zullen goed voor ogen moeten hebben dat de geestelijke gearriveerdheid ook een theologische achtergrond heeft. De jaren door is door een bepaalde verbondsopvatting en verkiezingsvoorstelling (alle mensen zijn verkoren, maar ze weten het nog niet allen) een geestelijke gearriveerdheid gekweekt, die vrij algemeen is geworden en die overal doordringt. We moeten tegen de stroom ingaan wanneer we geestelijke gearriveerdheid afwijzen en dat is niet prettig. Het is veel prettiger en gemakkelijker om mee te gaan, mee te doen, ons te laten leiden door wat men wil en men doet en men zegt.
Het zijn deze drie factoren die in bond met elkaar de gearriveerdheid bevorderen en verklaren waarom we met dit onmiskenbare verschijnsel te maken hebben.

Gevolgen
Welke gevolgen heeft dit gearriveerd-zijn?
Allereerst is te wijzen op het feit dat waar deze gearriveerdheid goed doordringt en kenmerkend wordt, verschuivingen in de prediking optreden. De accenten worden anders gelegd dan voorheen het geval was en dan verwacht mag worden op grond van Schrift en belijdenis. Er worden geen onwaarheden verkondigd, maar de waarheid wordt eenzijdig voorgesteld. De preek wil de gemeente haar rijkdom bewust maken als gemeente des Heren zonder duidelijk op te roepen tot persoonlijke bekering en wedergeboorte. De gemeente moet wel denken dat het met haar in orde is en dat er geen vuiltje aan de lucht is. Wie dat regelmatig hoort gaat het geloven ook.

Deze verschuiving in de prediking, tenderend naar het bezit van het geloof, is het gevolg van de gearriveerdheid, die doordringt en die ook de prediker niet voorbijgaat. De prediker komt op uit de gemeente!
Een ander praktisch gevolg is dat door deze gearriveerdheid spanningen ontstaan tussen leden van een en dezelfde gemeente, die de gemeenschap der heiligen kunnen ontbinden. Gearriveerde gemeenteleden kunnen medelijdend neerkijken op hen, die niet gearriveerd zijn in hun geestelijk leven en die alle oog blijven hebben voor het „ik jaag er naar of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik ook door Jezus Christus gegrepen ben". En de laatsten kunnen de eersten maar niet begrijpen, niet volgen. Er komt verwijdering, er groeit vervreemding. Men beoordeelt een en dezelfde preek totaal verschillend omdat vaak onbewust het uitgangspunt anders is: gearriveerd of niet gearriveerd.
Ook tussen gemeenten onderling kan vervreemding groeien. Als het gearriveerd-zijn typerend gaat worden voor een gemeente en dat duidelijk in allerlei dingen uitkomt dan zal dat gevolgen hebben voor de verhouding tot andere gemeenten waar tegen deze gearriveerdheid wordt gewaarschuwd en waar het geloof in al z'n facetten veel breder wordt gepreekt.
Nog een gevolg: de strijd wordt verlegd van hoofdzaken naar bijzaken. Gearriveerde gemeenteleden zien vaak de eigenlijke strijd niet die vandaag woedt en die vraagt om duidelijke positiekeuze. Ze willen graag een gemeentelijke leven, dat het niet-gearriveerde aflegt, dat vlot en fris is en eigentijds. Maar dat gaat vaak ten koste van de hoofdzaak: de strijd tegen duivel, wereld en eigen vlees, de geest van de tijd, de antichristelijke machten. Wie die strijd heeft gezien en geroken verleert het om gearriveerd te zijn en zich zo op te stellen.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1981

De Wekker | 8 Pagina's

Gearriveerd (II)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 september 1981

De Wekker | 8 Pagina's