Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkelijk meeleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijk meeleven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Niet direct in aansluiting op maar wel in het verlengde van de artikelen over „Zonder kennis" stellen we deze week het onderwerp „Kerkelijk meeleven" aan de orde. Onlangs werd me verzocht over dit praktische onderwerp iets te schrijven. Aan deze wens wordt dan nu voldaan.

Omschrijving
Het is uiteraard zaak om te weten waar we het over hebben als we spreken over kerkelijk meeleven.
Het is zonder meer duidelijk dat het gaat over de houding die kerkleden innemen met betrekking tot het gemeentelijke en kerkelijke leven. Die twee noem ik afzonderlijk. We bedoelen er mee: het plaatselijke gemeentelijke leven, en het leven van het kerkverband. Het eerste is het meest voor de hand liggend; het tweede staat er ten nauwste mee in verband. Het is haast ondenkbaar dat men plaatselijk wel heel goed zou meeleven en dat niet doet met het kerkelijke leven in het algemeen. In de regel - uitzonderingen zuilen ook hier de regel bevestigen - zal het zo zijn: wie plaatselijk intens meeleeft zal dit ook doen met het landelijke geheel en wie landelijk niet op de hoogte is zal het ook plaatselijk vaak laten afweten. Kerkelijk meeleven impliceert verschillende zaken.
Allereerst heeft het betrekking op de mate waarin men zich kwijt van zijn verantwoordelijkheid en plichten als kerklid. Te denken is daarbij aan de kerkgang. Is die kerkgang trouw - komt men zoveel als mogelijk twee keer in de kerk? Gaat men aan het Avondmaal? Leeft men mee met het wel en wee van de gemeente? Laat men zich inschakelen bij gemeentelijke aktiviteiten? Bezoekt men eventuele samenkomsten als wijkavonden of bijzondere vergaderingen of is men alleen 's zondags maar kerklid?
Vervolgens behoort hierbij de betrokkenheid bij het gemeentelijke en kerkelijke leven. Weet men zich betrokken bij de plaatselijke gemeente of staat men op een afstand en laat men het alles maar over zich komen en vindt men wel goed wat er gebeurt? Heeft men een werkelijk gezonde - er is ook een ongezonde, nieuwsgierige vorm - belangstelling voor hetgeen er in gemeente en kerk plaats vindt? Of gelooft men het wel, zoals men dat noemt. Dat betekent in de regel in de praktijk dat men het eigenlijk niet gelooft en hoe langer hoe verder van alles komt af te staan.
En om nog een belangrijk element te noemen: kerkelijke meelevendheid heeft ook te maken met het op de hoogte zijn van het gemeentelijke en kerkelijke leven; een beetje kennis hebben hetgeen er te koop is; weten wie wie is en waar wat te vinden is.
Deze drie zaken komen bij het kerkelijke meeleven duidelijk aan de orde en zijn wezenlijk om te bepalen of iemand werkelijk kerkelijk meelevend is.

Praktijk
De vraag komt dan op: hoe staat het vandaag met het kerkelijke meeleven? Zijn al onze kerkleden meelevende kerkleden?
We denken aan de kerkgang. Het is moeilijk om daar heel concrete dingen over te zeggen. Er zijn gemeenten, waar de kerkgang in twee diensten nog goed is en een zeer groot deel van de gemeente getrouw ter kerke komt. Uiteraard zijn niet alle gemeenteleden in staat om dat te doen. Er zijn zieken, bejaarden, kleine kinderen, leden die noodzakelijke zondagsarbeid moeten verrichten enz. De kerkgang is goed wanneer men in een kerkdienst tweederde van het aantal „zielen" (belijdende en doopleden) heeft. Maar de praktijk leert dat dit aantal lang niet overal „gehaald" wordt. Generaal genomen mogen we niet klagen. Maar er zijn symptomen waaruit blijkt dat de kerkgang achteruit gaat. Geen enkele kerkeraad vindt het prettig om dat openlijk toe te geven. Maar wie een weinig thuis is in het kerkelijke leven en tussen de regels door leest en luistert weet dat er op dit gebied zorgen zijn. En de tweede kerkdienst is lang niet overal - en zeker niet in de mate als dat in de Geref. Kerken het geval is - maar toch in verschillende gemeenten duidelijk op retour wat de opkomst betreft. Sommige kerkeraden maken zich daar zorgen over. Die zorg is in ieder geval meer bewijs van pastorale verantwoordelijkheid dan de onverschillige Gallio-houding, gekenmerkt door een schouderophalen met het commentaar: tijdsverschijnsel en in het buitenland ga je toch ook maar één keer naar de kerk.
Een volgende norm voor kerkelijk meeleven in de praktijk is de betrokkenheid bij het plaatselijke gemeentelijke leven, en ook het bredere kerkelijke leven. Om eens iets te noemen: hoeveel procent van de gemeenteleden is ook in de week actief met betrekking tot het gemeentelijke leven? Ongetwijfeld: er zijn indrukwekkende voorbeelden van gemeentelijke activiteiten: verenigingsleven, bijbelkringen, wijkavonden en het werk van zusterkringen die zich belasten met ziekenbezoek en vaak waardevolle contacten in de gemeente leggen en onderhouden. Maar de praktijk leert ook dat dit vaak het werk van enkelingen is en dat de arbeid vaak op dezelfde schouders neerkomt. Als men in een gemeente met meer dan 500 leden een onderzoek instelt is het al verblijdend wanneer de helft van de belijdende leden iets doet in de week of ergens bij betrokken is. In kleinere gemeenten ligt het waarschijnlijk iets beter omdat men zich daar meer verantwoordelijk weet voor elkaar en voor het geheel van de gemeentelijke zaak.
En dan het op de hoogte zijn van het kerkelijke leven. Weten wat er te koop is en weten wat er gebeurt. Er zijn nog leden, oudere en ook hier en daar jongere leden, die niet alleen een Jaarboek in huis hebben, maar die het ook bestuderen en die het weten te gebruiken en benutten, maar er zijn ook hele rijen gemeenteleden die als ze al een Jaarboek hebben, zich de inhoud niet eigen maken. De rubriek „Beroepingswerk" in de dagbladen is voor vele gemeenteleden nog wel een interessante rubriek waar men graag kennis van neemt, maar in de praktijk blijkt ook vaak dat men er maar oppervlakkig in neust en niet weet waar de klepel precies hangt van het beroepingsklokje.
Zonder een pleidooi voor eigen zaak te houden mag hier toch ook wel genoemd worden ons eigen kerkelijk orgaan. Het aantal kerkleden dat ons blad leest of er zelfs maar kennis van neemt is beslist beneden het peil van goed kerkelijk meeleven. Als we het aantal kerkleden afronden op 75.000 en aannemen dat elk gezin gemiddeld vijf leden telt - dat is te hoog; ik weet het - dan zouden er 15.000 gezinnen of „eenheden" zijn, die ons blad zouden kunnen lezen, maar het aantal abonnees op ons blad is minder dan de helft van dit getal. Ik zou de stelling willen verdedigen dat ons blad hoogstens door een vierde van onze kerkleden wordt gelezen. Het zou interessant zijn om eens na te gaan hoeveel procent van onze ambtsdragers ons blad leest. Het spijt me voor de broeders, maar ik ben niet optimistisch op grond van allerlei ervaringen in de loop der jaren.

Gevolgen
De gevolgen van dit gebrek aan kerkelijk meeleven zijn niet moeilijk te noemen. Waar het kerkelijk meeleven daalt daar wordt de band aan plaatselijke gemeente en kerkverband losser en groeit langzamerhand een bepaald soort onverschilligheid, die gemakkelijk overgaat in randkerkelijkheid en uiteindelijk kan leiden tot een zich onttrekken aan de kerk. Wie kerkelijk niet meeleeft zakt hoe langer hoe verder weg in het moeras van onbekendheid. Men ontmoet andere gemeenteleden niet meer en die andere gemeenteleden verliezen juist de kerkelijke niet-meelevenden zo gemakkelijk uit het oog.
Een ander gevolg is ook dat op deze wijze het kerkelijk besef in waarde gaat dalen. Onbekend maakt onbemind. Wie het kerkelijke leven niet kent en er geen belangstelling voor heeft kan het ook niet liefhebben, zich er niet voor inzetten; er gaat van hem of haar geen wervende kracht uit.
En om niet meer te noemen: zonder kerkelijke meelevendheid wordt het individualisme bevorderd en meent ieder dat zijn visie de juiste is. Hij heeft niet geleerd zich te spiegelen aan anderen en heeft maar heel weinig van gedachten gewisseld met anderen zodat hij denkt: mijn mening is de juiste en mijn mening, als die dan al eens ten beste wordt gegeven, is doorslaggevend.
Een gemeente met een groot aantal niet meelevende kerkleden wordt van binnenuit uitgehold. Een kerk waar weinig kerkelijk meeleven is wordt overgelaten aan enkelen die de zaak moeten „runnen" - zo geheel in strijd met het echte kerk-zijn.

Roeping
Het kan voor ieder, die dit leest - en dat zou een teken van kerkelijke meelevendheid zijn! - duidelijk zijn dat het roeping is voor ieder kerklid om mee te leven. Elk kerklid is mondig en die mondigheid houdt in dat men zijn eigen plaats in de gemeente als lid van het lichaam duidelijk inneemt.
Dat is maar geen kwestie van karakter en aanleg, maar dat is een zaak van roeping. Kerkelijke meelevendheid is in de grond van de zaak een geestelijke aangelegenheid. Zoals niet-kerkelijk meeleven een teken is van een ongeestelijke levensinstelling, een instelling beheerst door allerlei materiële zaken en factoren. Dat is dan ook het ergste van dit gebrek aan kerkelijk meeleven. Het is een graadmeter voor de stand van het geloofsleven.
De Here vraagt het van ons; de gemeente als gemeenschap der gelovigen, heeft er recht op en u zelf vaart er wel bij wanneer u geen afstandelijk, maar een hartelijk meelevend kerklid bent.
Hartelijk meelevend - dat is biddend, belangstellend, opbouwend, positief-kritisch ook, maar altijd met begrip, met liefde en in trouw.
Zolang de Here ons het gemeentelijke en kerkelijke leven nog geeft in de vorm van nu - hoe lang nog? - is het onze dure roeping dit kerkelijke leven te bouwen elk op de plaats ons aangewezen en naar de mate van de gave, die we van Gods Geest hebben ontvangen.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1983

De Wekker | 8 Pagina's

Kerkelijk meeleven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 januari 1983

De Wekker | 8 Pagina's