Petrus
Ik heb U lief, mijn God en Heer,
ik heb U lief, o, vraag niet weer,
o, wil niet verder dringen
in dit, mijn allerdiepste zeer,
ik heb U lief, U weet het Heer,
U weet toch alle dingen?
Ik heb U lief. Ik was zo fout.
Toch weet U dat ik van U houd.
O, kon ik met mijn handen,
en met het allerfelste vuur
dat nacht'lijk, vreselijke uur
maar uit mijn binnenst branden.
Ik heb U lief en 'k ga verstaan
dat U dat voor mij hebt gedaan,
toen, na die bange uren,
toen U mijn zelfbeminnen vond
en U mij aankeek, zo verwond,
bent U 't al gaan verduren.
Ik heb U lief, en immer meer.
O, vraag mij wat U wilt, o. Heer.
Mag ik Uw schapen weiden?
Mag zelfs ìk nog een herder zijn?
O, zie hier voor U, zwak en klein,
dit schaap, en wil het leiden.
J. v. Veen-Nusmeijer
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 april 1983
De Wekker | 8 Pagina's