Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Droefheid - vanwaar? (Blijdschap en droefheid IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Droefheid - vanwaar? (Blijdschap en droefheid IV)

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe is het mogelijk, dat er droefheid is, onstuitbaar veel pijn en verdriet in de wereld? Hoe is het toch mogelijk, dat er zoveel tranen geschreid (moeten) worden in onze wereld, die Gods wereld is?
Die aarde, dat kleine onderdeeltje van Gods onmeetbare „wereld", het mateloos heelal met zijn miriaden van hemellichten, melkwegen vol van zonnestelsels, sterren en planeten.
Het zijn evenzovele getuigen van de onmetelijke grootheid en mateloze rijkdom van onze God!
't Juicht al voor 't aangezicht des Heren!
Want: . . . God die van ons wordt beleden
is ' t die de heem'len heeft gesticht;
en voor Zijn godd'lijk aangezicht,
zet eer met majesteit haar treden!
(ps. 96. ber.)
In der schepping morgenstond ging Gods bijzondere zorg over die kleine planeet aarde in dat éne zonnestelsel. De Drieënige formeerde een woonplaats, een daartoe geheel geëigende leefruimte voor het wezen waarmee Hij Zijn schepping kronen zou.
Met de scheppende almacht van zijn Vaderhand, de „logische" wijsheid van de alles zin en vorm gevende Zoon en de levensbroedende en bevruchtende arbeid van de Geest, schiep Hij een „wereld" waar leven mogelijk zou zijn!
Leven, het geheim van de Eeuwige zelf!
Organisch leven zou zowel in het wonder van het microscopisch kleine als in het imponerende van het grote en majestueuze zich ontwikkelen in kleur en geur, in klank en vorm en schoonheid, in een paradijselijk feest tot lof en eer van de Schepper.
En daarin formeerde Zijn ondoorgrondelijke wijsheid het uit de aarde genomen en aan het stof verwante lichaam van de mens. Zijn mens! Hem gaf Hij, als de kroon op al het geschapene en het levende, niet alleen het organisch leven van de aarde, maar ook het geestelijk leven van de hemel.
Hij blies Zijn beelddrager de adem des levens in de neusgaten en zo werd de mens tot een levend wezen, die het loflied van heel de schepping zou kunnen vertolken tot eer van de Schepper!
Een levende ziel geschapen naar Gods evenbeeld, dat is in ware rechtvaardigheid en heiligheid, opdat hij God zijn Schepper recht kennen, Hem van harte liefhebben en met Hem in de eeuwige zaligheid leven zou, om Hem te loven en te prijzen. (Catech. antw. 6).
Die mensen, samen en ieder voor zich leefden in Gods paradijs en in vervulling van hun opdracht zouden ze in koninklijk beheer over al de werken van Gods handen in gehoorzame liefdedienst zijn lof zingen als blijde kinderen! De mens, Gods beeld, verbonden door de levensband aan God zijn Schepper vond zijn levensvreugde, zijn levensdoel en levensbestemming in het leven met en dienen van zijn God.
Die mens, verbonden aan de naaste, in waarachtige liefde samen één naar geest en lichaam, zou Gods aarde vervullen met zangers van Gods glorie.
Die mens, genomen uit en verbonden met de aarde, doorziende met wijsheid en kennis het werk van zijn Schepper en het wezen der dingen, benoemde niet alleen de dieren, maar zou al de schatten die God daarin gelegd had en al de mogelijkheden die daarin besloten lagen in voortdurende voortgang van leven en levensontwikkeling bouwen, uitbouwen, bewaren en doen functioneren.
Het zou al rijker lofzang worden op Gods wereld tot Gods eer, zodat het één harmonisch loflied zou worden tot eeuwige glorie van de Schepper.
In de volle harmonie met zijn God, zijn naaste en zichzelf en heel de natuur, (al de werken van Gods handen) lag het levensfeest!
En God zag al wat Hij gemaakt had en zie . . . het was zeer goed! Maar het levensfeest van God op Zijn aarde ging niet door! Het loflied van Zijn glorie in de hemelen gezongen en pas gehoord op Zijn aarde werd schril verstoord. In onvoorstelbare dwaasheid, luisterend naar de duivelse stem van de verleiding brak de mens die wondere rijke levensband der liefdegehoorzaamheid stuk. Hij geloofde meer de duivel, dan zijn God aan wie hij elke vezel van zijn bestaan dankte!
Hij begeerde meer dan hij was in de hoge adeldom van het kind van God zijn. Hij wilde als God zelf zijn kennend goed en kwaad . . . Ze vielen in de ongehoorzaamheid der zonde en hun val was diep! Uit de gemeenschap van het liefdefeest van goddelijk leven in de verschrikkelijke macht van de duivelse tirannie. Omdat hij meent, dat het hem uiteindelijk dan toch gelukt is. Hem die op de troon zit, te schaden en Hem de eer te ontroven, lacht de satan duivels als straks ons verderf definitief komen moet. Uit het licht van Gods vriendelijk aangezicht in de bange eenzame nacht van de dood.
Geen uitzicht meer op de feestzalen Gods in eeuwige harmonie - maar op weg naar de krochten der hel waar geen glimp van Gods aangezicht meer schijnt in eeuwige disharmonie van de dood die alle verhoudingen ontregelt en kapot maakt. Droefheid in Gods wereld - waarom?
Omdat wij door ónze zonde de blijde levensharmonie met God verbroken hebben en nu kinderen van de toorn zijn die bij Hem in het Rijk van God nimmermeer komen kunnen . . . (Gode zij dank volgt er dan in ons belijden: 'tenzij . . . wij . . . vannieuws geboren worden').
En het resultaat is de vloek over Gods wereld om onzentwil! Elke levensharmonie ligt in wezen gebroken. Het is onvrede met God, met de naaste, met de natuur en niet het minst met onszelf! Reden tot droefheid. Waren er geen zonden, er waren ook geen wonden! Een niet te stuiten stroom van tranen, leed, rouw, ellende, ziekte, honger, kommer en eenzaamheid - een wanhopen aan alles, aan God, de naaste en zichzelf, het is de vrucht van de breuk met God.
Ten dage als ge daarvan eet zult ge de dood sterven. En we vechten er tegen van het eerste levensuur tot het laatste, wetend dat de dood toch woelt en doorwerkt!
Geen feestzaal meer - een tranendal is Gods wereld, één groot slagveld van de dood. Er is zoveel en velerlei droefheid.
Droefheid omdat we de vrede met God missen en Hem vijand zijn.
Droefheid omdat we de vrede met de naaste missen en botsen zelfs in de kring van hen die ons het meest nabij staan.
Droefheid omdat we de vrede met de natuur missen. De dierenwereld belaagt ons en wij hen! Hitte en kou, droogte en springvloeden, orkanen en wervelstormen - wie kan ze keren? Droefheid omdat we de vrede met onszelf missen in teleurgestelde wensen, in zovele onvervulde begeerten met een hart dat rusteloos blijft in stille angst voor de dood en dan . . .?
Droefheid omdat de harmonie van de liefde en de vrede met het recht verstoord is en wordt in disharmonie.
Het gezondheidsevenwicht wordt verstoord en ziekte en kwaal bedreigen ons in pijn en moeite; onze huwelijken gaan stuk aan hard egoïsme; de gezinnen vallen uit elkaar in onbegrip en zelfhandhaving van oud tegenover jong en jong tegenover oud. De samenleving in breder verband brengt bergen conflictstof met haat en nijd.
Ik noem u niet meer. Lees uw bijbel en uw krant en u weet genoeg! Het is - hoe groot de lankmoedigheid Gods nog is en Zijn goedertierenheid over ons in eindeloos geduld - geen feest meer om te leven en . . . te moeten sterven! Droefheid in een wereld vol zorg en leed. Maar u, wat vindt u nu het ergste? Wat is uw diepste droefheid waar u in stilte over weent en onder gebukt gaat?
Want Jezus zegt: Zalig die treuren, zij zullen vertroost worden. Maar niet alle tranen worden in Gods fles bewaard!

de B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1983

De Wekker | 8 Pagina's

Droefheid - vanwaar? (Blijdschap en droefheid IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 april 1983

De Wekker | 8 Pagina's