Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bijbel en sociale gerechtigheid (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijbel en sociale gerechtigheid (I)

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding
Men kan met de bijbel in de hand niet staande houden, dat godsdienst alleen maar privézaak is en slechts bedoeld voor het intieme persoonlijke leven. De bijbel laat zien dat de dienst aan God het hele leven omvat, het persoonlijke, maar ook het maatschappelijke en politieke leven. Als God zijn wetten aan Israël geeft of wanneer de profeten hun prediking laten horen valt daar geen enkel terrein van het leven buiten. En het is in het Nieuwe Testament niet anders.
Men kan, waar het om gaat, in één woord samenvatten, namelijk in het woord gerechtigheid. Het gaat èn in de wetgeving onder Israël èn in de prediking van de profeten steeds weer om gerechtigheid. Dat wil zeggen om de rechte verhouding van de mens tegenover God en vandaaruit om de rechte verhouding van de mensen tegenover elkaar in hun menselijke samenleving. Dat laatste noemen we sociale gerechtigheid.
Die sociale gerechtigheid is in de bijbel niet zoozeer dat ieder mens op grond van zijn persoon of van zijn mens-zijn rechten kan laten gelden ten opzicht van de ander. In het licht van de bijbel zal men eerder moeten spreken van zijn schepsel-zijn. Elk mens is schepsel Gods en heeft alszodanig recht op ontplooiing van zijn mens-zijn. De ene mens mag over de ander niet heersen, nog veel minder hem verdrukken, laten kreperen of omkomen. Gerechtigheid is in de bijbel dat we er zijn voor elkaar. We mogen elkanders ontplooiing van ons mens-zijn niet verhinderen of zelfs tegengaan, maar zullen elkaar daarin van dienst moeten zijn. Sociale gerechtigheid is volgens de bijbel, dat de ene mens er is ten nutte van de ander.
Dat is iets anders dan bedeling, waar men vroeger wel van sprak. Daarbij gaat de een staan boven de ander en bedient die vanuit zijn hoogheid, misschien vanuit zijn goedheid of goedaardigheid, maar dan wel zo, dat de ander daartegenover nederbuigend „dank-je-wel " kan zeggen. Het is zelfs iets anders dan christelijke barmhartigheid, waarbij de bewogenheid van de een met de ander de drijfveer is. Gerechtigheid, sociale gerechtigheid, is in de bijbel respect voor en dienst aan elkaar, waartoe wij van Godswege verplicht zijn. Het gaat ten diepste om de liefde, waarvan in de samenvatting van de wet der tien geboden sprake is. De liefde voor elkaar, die voortvloeit uit de liefde tot God. Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. Dat is geen zoetige sentimentele liefde, maar bereidheid tot dienst aan elkaar. Niet zó, dat de een rechten kan laten gelden ten koste van de ander. Maar zó, dat we rechten laten gelden tot heil van elkaar.

Gods gerechtigheid
Gerechtigheid als sociale gerechtigheid heeft in de bijbel alles te maken met de gerechtigheid van God. Gods gerechtigheid is er tot heil van de mens. Zijn gerechtigheid betekent, dat Hij zijn verdrukt en ellendig volk bevrijdt en de verdrukker verdelgt.
We lezen in ps. 98: de Here heeft zijn heil bekend gemaakt, zijn gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der volken. Hij heeft gedacht aan zijn goedertierenheid en aan zijn trouw jegens het huis Israël; alle einden der aarde hebben aanschouwd het heil van onze God.
Gods gerechtigheid blijkt alles te maken te hebben met zijn heil, zijn verlossende daden, zijn goedertierenheid en trouw.
Ps. 98 is waarschijnlijk een psalm door Israël gezongen bij de verlossing uit de babylonische ballingschap. God heeft zich over zijn verdrukt en verstoten volk ontfermd en het uitgered en de verdrukkers teniet gedaan. Daarin heeft Hij zijn gerechtigheid getoond. Hij heeft heil, verlossing geschonken. Daarin heeft Hij ook zijn goedertierenheid en trouw geopenbaard. Gods gerechtigheid komt uit in het heil aan zijn verdrukte volk, in zijn hulp en uitredding aan hen en daarin openbaart Hij zijn trouw aan zijn woord en zijn volk. De Here doet zijn volk recht (ps. 135:14).
Daarom doen ook psalmdichters in hun ellende een beroep op Gods gerechtigheid. Ze bidden: Red mij en bevrijd mij door uw gerechtigheid (Ps. 71:2). Of: Antwoord mij naar uw gerechtigheid (Ps. 143:1).
Toen Luther in zijn lezing van de psalmen aan deze woorden toekwam, begreep hij ze niet. Hij kende Gods gerechtigheid alleen maar als Gods straffende gerechtigheid. En hij vroeg zich af, hoe iemand dat nu bidden kan. Red mij door uw gerechtigheid. Luther dacht: die gerechtigheid van God zou nu juist voor mijn ondergang betekenen. Wie kan bestaan voor Gods gerechtigheid?
Totdat hij begreep, dat Gods gerechtigheid juist zijn bevrijdende gerechtigheid is, waarom ellendigen daar een beroep op doen. God is een rechtvaardig God, die belooft heeft ellendigen, die tot Hem komen, te bevrijden, uit de hand van hen, die hen verdrukken. En zo doet Hij ook naar zijn gerechtigheid.
Op dezelfde wijze kan de dichter van Ps. 119 bidden: Maak mij levend door uw gerechtigheid (vs. 40) en kan de dichter van Ps. 145 zeggen, dat Gods volk de eeuwen door jubelt over zijn gerechtigheid (vs. 7), want Hij verlost hen. In hun verlossing ervaren zij de gerechtigheid van God.
Gods rechtvaardige daden zijn dan ook zijn verlossingsdaden in de geschiedenis van zijn volk. Juist in de verlossing van zijn volk openbaart Hij zijn gerechtigheid. Het lied van Debora vertelt ons dat de herders bij de drinkplaatsen der schapen de rechtvaardige daden den Heren bezongen. Dat wil zeggen, dat ze liederen zongen waarin God werd groot gemaakt om de verlossingen die Hij zijn verdrukt volk geschonken had door hen te redden uit de macht van hun verdrukkers (Richt. 5:11). Tot die gerechtigheid worden ook wij geroepen in onze menselijke samenleving. Ons wordt voorgehouden gerechtigheid na te jagen (Deut. 16:20), want daarin ligt zegen voor de hele samenleving. En de Spreukendichter zegt: gerechtigheid verhoogt een volk (Spr. 14:34). En daar is de hele Schrift vol van.
We willen dat in volgende artikelen met elkaar bezien.

Oosterhoff

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1983

De Wekker | 8 Pagina's

Bijbel en sociale gerechtigheid (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 mei 1983

De Wekker | 8 Pagina's