U komt de belofte toe

Pinksteren is een belovend feest. Ja een zeer veel belovend feest.
Wij kunnen wel eens zeggen van een op handen zijnde gebeurtenis: het belooft heel wat te worden. Daarin spreken we uit dat we met grote verwachtingen de dingen tegemoet zien. Toch blijft er dan altijd een faktor van onzekerheid. Wij hebben de dingen niet in de hand. Op Pinksteren wordt ons verkondigd dat God alle dingen in de hand heeft. Wat op Pinksteren gebeurt is allemaal Gods werk. Er zijn geen mensen die God ook maar en handje helpen in heel het machtige gebeuren van Pinksteren, in het zaligmakende werk dat Gods Geest gaat uitwerken.
God gaf Zijn belofte en Hij vervult Zijn belofte.
Vanuit die vervulling van Gods belofte gaat Petrus preken. En wat is preken anders dan de beloften Gods verkondigen. Petrus mag eerst verkondigen dat God de belofte oudtijds aan Joël gedaan in vervulling heeft doen gaan. God heeft Woord gehouden. Nadat Jezus Christus heel het werk volbracht had dat de Vader Hem opgedragen had tot verlossing van zondaren, kon de Geest uitgestort worden om die verlossing ook te brengen in het hart van zondaren.
Pinksteren is wat God doet in het hart. De andere heilsfeiten verkondigen ons wat God voor Zijn kerk gedaan heeft. Christus is geboren, heeft geleden, is gekruisigd, begraven en opgestaan, ten hemel gevaren. Hij heeft de pers alleen getreden en niemand der volkeren was met Hem. De Heere Jezus bidt: Vader Ik heb volbracht het werk dat Gij Mij te doen gegeven hebt.
De Heere Jezus heeft door Zijn sterven en opstanding al Gods beloften geopend. Er waren geweldige beloften in het genadeverbond aan Israël gegeven. Maar hoe konden die werkelijkheid worden in ons leven? Het was alsof de wet er als een ondoordringbare haag voorstond. De wet zegt: er moet eerst voldaan worden aan Gods heilig recht. De wet zegt: God werkt niet over de zonde heen. God belooft de zaligheid, maar in de weg van het recht. Nooit zal iemand gebruik kunnen maken van Gods beloften of hij moet door die haag heen van de wet. Dat betekent omkomen.
En toch wilde de Heere een belovend God zijn. Daarom klonk de vraag: Wie is er die met Zijn hart Borg worde? De stem van de Zoon werd gehoord: Zie, Ik kom om Uw wil te doen. Hij is door die haag heengegaan. De vloek en de straf der zonde heeft Hij gedragen voor Zijn schuldig volk. Op Golgotha werd de jubel gehoord: het is volbracht. Zo mag Petrus op Pinksteren verkondigen dat Christus alles volbracht heeft. Dat betekent dat de weg naar de beloften Gods geopend is. Wat Christus volbracht heeft, moet nu verkondigd worden, opdat het volbrachte werk door Gods Geest in ons toegepast worde.
Daarom is nodig dat het in ons aller leven Pinksteren wordt. We moeten geestelijke mensen worden. De Geest moet Christus doen wonen in ons hart.
Pinksteren betekent dat God belooft in ons dat heil te werken.
Kan er ooit meer beloofd worden?
Toch zegt u: ja maar, wordt dat ook aan mij beloofd?
Weet u wat het voor mensen waren, aan wie de beloften op die eerste Pinksterdag toegezegd werden? Waren dat die mensen met wie Jezus tijdens zijn omwandeling op aarde was opgetrokken? Waren het misschien de wenende vrouwen van Jeruzalem?
Nee, weet u wat voor mensen het waren? Mensen die Jezus gekruisigd hadden. Petrus zegt: Die Jezus welke gij gekruist hebt. Dat is het heerlijke onvoorwaardelijke van de belofteprediking. Zij komt niet tot mensen die er rijp voor zijn, die vatbaar zijn voor de genade. Als dat zo was dan zou de genade geen genade meer zijn.
Daarom is het zo heerlijk dat u op Pinksteren in de kerk verwacht wordt. U die niets anders hebt dan uw vijandige hart. U die niet verlost wilt worden zoals God het wil. U die op één lijn staat met de moordenaars van Golgotha. Op Pinksteren worden jongens en meisjes in de kerk verwacht die liever in de disco zouden zitten.
Tot ons allen wordt gezegd: u komt de belofte toe. De H. Doop heeft dat nog eens extra onderstreept.
Het is nooit op grond van ons willen, maar alleen omdat God het wil. Daarom kan het alleen. Gods beloften van bekering en vergeving der zonden rusten alleen op de algenoegzaamheid van de offerande van Jezus Christus.
Daarom worden de beloften zowel aan ontdekten als aan goddelozen voorgesteld als een deur der hoop en als grond des geloofs (Erskine). In het verbond hebt u een verzegeld recht. Ja, maar mag ik die beloften wel aangrijpen? U mag niet alleen maar u móét, anders is het voor eeuwig verloren.
We kunnen nooit te snel de belofte aangrijpen. Wat is dat aangrijpen? Wel het is werkzaam worden met de woorden Gods. De Heere zegt: Ik zal u een nieuw hart geven op grond van Christus' werk. Pleit er dan op. Het is Pinksteren. De weg naar de hemel is open en de Heilige Geest wil ook de weg naar uw hart openen. U hebt nog geen last van uw zonde? Het is Pinksteren. Jezus Christus heeft de zonde verafschuwd, zodat de belofte luidt: Ik zal maken dat ze een walging van zichzelf krijgen. Bidt er om en de Pinkstergeest zal die hartelijke droefheid in u werken die tot zaligheid leidt. Wet en Evangelie staan beide onder Gods belofte: Ik zal en zij zullen.
Pinksteren is een zeer belovend feest. Waar we door Gods Geest werkzaam worden met de beloften gebeurt er wat. Verslagen harten en biddende mensen horen echt bij Pinksteren. Daar wordt gehoord: ik ben Uw belofte niet waard. Maar ook: wat moet ik doen om zalig te worden? Kijk heden nog in uw bijbel naar die belofte die u toekomt.

Sliedrecht, Wallet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen