Verslag van de vergadering van de P.S. van het Westen, gehouden op 21 april 1983 te Den Haag

1. Opening. Namens de roepende kerk van Den Haag Zuid opent ds. B. van Smeden de vergadering; laat zingen Ps. 92:3 en 7, gaat voor in gebed en leest Deut. 33:13-17. Het geheim van de braamstruik zit in het vuur, dat niet verteert en heenwijst naar het welbehagen van de Here voor Zijn volk. Alleen door dat welbehagen kunnen we ons kerkelijk werk doen. Gememoreerd wordt het overlijden van de di. W. van Dijk en R. Kok en de jubilea van di. J. van Dalen en H. Toorman.
2. Aan de hand van de geloofsbrieven wordt de wettigheid van de vergadering vastgesteld.
3. Tot praeses wordt verkozen ds. B. van Smeden, tot assessor ds. P.N. Ribbers, tot scriba ds. J. van Mulligen.
4. Na enkele benoemingen en het vaststellen van de acta P.S. 13 mei 1982 komt een instructie van de Classis Amsterdam in bespreking. De instructie luidt:
Gezien het feit dat in ons kerkverband in principe de plaatselijke kerk een zelfstandige kerk is, met een eigen taak en verantwoordelijkheid, dient elk deputaatschap zijn jaarlijks rapport niet alleen naar de afgevaardigden naar de P.S. en de G.S. te sturen, maar ook naar elke plaatselijke kerk. Deze rapporten kunnen - naar analogie van de G.S. en haar acta - als bijlagen toegevoegd worden aan de acta van de P.S., die aan alle kerken worden toegezonden.
Toelichting: de classis is van mening dat niet alleen de afgevaardigden naar de P.S. recht hebben op inzage in de rapporten van de verschillende deputaten, maar ook de plaatselijke kerkeraden. Door het huidige systeem van getrapte verkiezingen kan het gebeuren dat slechts uit één of twee classiskerken afgevaardigden naar de P.S. worden gekozen. Dezen krijgen dan wel de rapporten van de deputaten onder ogen, maar de andere kerkeraden blijven daarvan geheel verstoken. De acta van de P.S. vermelden alleen wat in de bespreking van de rapporten waard is vermeld te worden. Deze instructie is bedoeld om de plaatselijke kerkeraden niet buiten spel te zetten, maar haar verantwoordelijkheid t.a.v. het geheel van de kerken te laten dragen, om op die manier te voorkomen dat de top te ver van het plaatselijke draagvlak komt te staan.
In de bespreking komt naar voren dat de k.o.bepaling art. 50, sub 12, waarin is vastgelegd dat de deputaatschappen een jaaroverzicht aan de kerkeraden hebben te sturen, niet functioneert. De vergadering acht naleving van art. 50 zonder meer gewenst. Als voorbeeld wordt het curatorenverslag genoemd. De vergadering besluit de instructie te wijzigen en door te zenden naar de G.S.:
Gezien het feit dat in ons kerkverband in principe de plaatselijke kerk een zelfstandige kerk is, met een eigen taak en verantwoordelijkheid, dringt de P.S. van het Westen er bij de G.S. op aan de deputaatschappen op te dragen art. 50, sub 12 van de k.o. na te leven. In de toelichting wordt erop gewezen dat in verschillende gemeenten het verlangen leeft om met het werk dat namens de kerken gedaan wordt, mee te leven in offer en gebed. Met het oog hierop willen de kerkeraden goed geïnformeerd zijn om aan hun gemeenten verantwoord leiding te geven. Dat kan alleen door ruime informatie van de kant van de verschillende deputaatschappen i.o.m. art. 50, sub 12.
In de loop van de middag komt een instructie aan de orde van de classis Den Haag. Deze instructie luidt: De classis 's-Gravenhage, in vergadering bijeen op 13 okt. 1982, verzoekt de P.S. vriendelijk om voortaan de notulen van de P.S. te doen toekomen aan de roepende kerk van de najaarsclassis.
Met de inwilliging van dit verzoek heeft de vergadering geen moeite.
5. Bespreking rapporten.
a) Evangelieverkondiging onder Israël: De vergadering onderstreept het belang van een duidelijke stellingname in het overleg orgaan van joden en christenen (OJEC). Er kan nog niets concreets meegedeeld worden over het werk in Israël.
b) Buitenlandse zending: Het wordt ten zeerste betreurd dat er (weer) geen financieel verslag is. Uitvoerig wordt aandacht geschonken aan de politieke implicaties, die vooral in Zuid-Afrika een rol kunnen spelen bij het zendingswerk. Waarom wordt hierover niet duidelijk gerapporteerd? Hoe worden de zendingswerkers geïnstrueerd?
c) Rapport van de quaestor (br. G.G. van Wijngaarden): voorlopig wordt de omslag voor 1983 gesteld op ƒ 1,50 per lid/dooplid.
d) Kas onderlinge bijstand: Het is niet onmogelijk, dat in de toekomst meerdere kerken een beroep op deze kas zullen gaan doen. Daardoor zal de omslag dan moeten worden verhoogd.
e) Emeritikas: Vragen worden gesteld over schijnbare verschillen in uitkering en over de bepalingen inzake de reserveringen.
f) Curatorenrapport: Het is een onbevredigende situatie, dat er gemeenten zijn, die niet aan de door de G.S. vastgestelde omslag voldoen, maar toch wel door het curatorium beroepbaar gestelde kandidaten beroepen.
g) Evangelisatie: Gevraagd wordt hoe dep. staan t.o. de Evangelische Alliantie. Dit ligt binnen de kring van dep. nogal gevoelig omdat men onderling in oordeel en visie verschilt. Namens de P.S. zal geschreven worden, dat de P.S. het op prijs stelt als nieuwe wegen en middelen worden gezocht om de bezinning op de verhouding tot de E.A. op gang te brengen en te stimuleren.
h) Deputaten art. 49 k.o.: Meerdere afgevaardigden zijn van oordeel, dat de dep. moeten waken om werkzaamheden te verrichten, die meer tot de competentie van de classis behoren.
i) Steun kerken polders: Het werk in de polders heeft veel meer een evangelisatorisch karakter dan een diaconaal.
j) Kerkbouwaangelegenheden: Wat de omvang van allerlei toezeggingen betreft: De laatstgehouden G.S. heeft hiervoor meer ruimte gegeven. Op de komende G.S. zal dit opnieuw aan de orde komen.
6. Verkiezingen en benoemingen: Zoals altijd moeten verschillende deputaten benoemd/herbenoemd worden. Dit geschiedt.
Tot afgevaardigden naar de G.S: te Rotterdam worden verkozen: Primi predikanten de di. J.H. Carlier, A.W. Drechsler, J. van Dijken, G.C. den Hertog, J. van Mulligen, B. van Smeden.
Secundi: di. Th. Rutters, D. Quant, W. van Sorge, P.N. Ribbers, G. J. Buijs, W. Steenbergen.
Primi ouderlingen: de brs. J. Broer, D. Koole, M.I. de Vries, R. Westerhof, P. IJskes, Z. Zwiep.
Secundi: de brs. A.K. van de Vegt, G.T. van de Wal, E.H. de Jong, G.C. van Wijngaarden, G.F. van der Beek, P.C. van Eek.
Primus diaken: br. D.M. van der Leeden; secundus br. D. Frelink; tertius br. A.F. Kiljan.
7) Regeling P.S. 1984. Roepende kerk: Haarlem Noord; datum 24 mei 1984.
8) Censuur naar art. 43: De praeses stelt met dankbaarheid vast, dat de vergadering een broederlijk karakter heeft gehad. Op niemand van de afgevaardigden behoeft censuur te worden toegepast.
9) Sluiting: De praeses leest 1 Cor. 15:54-58 en gaat voor in dankgebed. Nadat Ps. 90:9 gezongen is sluit de voorzitter de vergadering.

De verslaggever: ds. J.H. Carlier

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen