Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Naar Rotterdiam (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Naar Rotterdiam (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu over ruim 14 dagen, bij verschijning van dit nummer, de generale synode van onze kerken 1983 door de praeses van de roepende kerk van Rotterdam-C. zal worden geopend willen we proberen in een tweetal artikelen onze lezers bij dit belangrijke gebeuren in onze kerken te betrekken.

De tijd
Het lijkt nog maar even geleden sinds de synode van 1980 in Amersfoort werd gehouden. De toen aanwezige afgevaardigden zullen zich verschillende momenten van deze synode nog goed kunnen herinneren - ik denk aan het bezoek aan de synagoge en aan de bespreking van het geestelijk lied in de eredienst in zeker vier phasen - en als een deel van hen weer afgevaardigd is onwillekeurig denken: wat gaat het alles vlug! wij vliegen daarheen.
In artikel 50 van de Kerkorde staat: De generale synode zal naar de regel eenmaal in de drie jaar vergaderen, tenzij er gewichtige redenen zijn om eerder bijeen te komen.
Overeenkomstig deze regel komt dit jaar de generale synode onzer kerken weer bijeen - voor de dertiende keer na het einde van de tweede wereldoorlog.
In deze na-oorlogse jaren is het niet nodig geweest om eerder bijeen te komen, dus binnen drie jaar na sluiting. Dat is het wel het geval geweest voor de oorlog in de dertiger jaren, toen na de synode van Rotterdam in 1931 de synode in 1932 door de in Rotterdam aangewezen roepende kerk, die van Zwolle, werd samengeroepen in verband met de zaak-Berkhoff. Deze synode werd pas gesloten in 1933 terwijl in 1934 de gewone drie jaarlijkse synode ook weer in Zwolle werd gehouden.
Het feit dat er geen gewichtige redenen waren om eerder bij elkaar te komen zou kunnen wijzen op een rustig kerkelijk leven en op gspaard worden voor bijzondere calamiteiten. Als bv. een hoogleraar van de Theol. Hogeschool vlak na de sluiting van een synode zou worden weggenomen zou er een gewichtige reden zijn om de synode vervroegd bij elkaar te roepen. We zijn daarvoor bewaard.
De roepende kerk in samenwerking met het Kerkelijk Bureau in Schiedam heeft kans gezien vier weken voor de opening van de synode de synodestukken aan de afgevaardigden toe te zenden. Het zijn enkele honderden pagina's die door hen zullen moeten worden gelezen om beslagen op het synodale ijs te komen. Twee multomappen van het grootste formaat bevatten de gegevens die beoordeeld, besproken en behandeld zullen worden.

De plaats
De generale synode vergadert deze keer weer in Rotterdam - dat is voor de derde keer in deze na-oorlogse periode. In 1931 werd voor het eerst vergaderd in Rotterdam. Praeses was toen de nog in leven zijnde ds. S. van der Molen.
In de vergaderplaatsen van de synode zit een duidelijke orde.
De eerste generale synode na 1945 werd nog in Utrecht gehouden, in 1947. Toen werd besloten voortaan te gaan „reizen" - elke particuliere synode zou een beurt krijgen. We begonnen met het Westen zodat in 1950 de synode in Den Haag bijeenkwam; daarna het Noorden, het Oosten en tenslotte het Zuiden. Het was inmiddels 1959. Toen begon een nieuwe ronde. Twaalf jaar later was het Zuiden weer aan de beurt en ook in 1971 werd Rotterdam weer de plaats waar de generale synode vergaderde. In 1974 waren we weer in het Westen nl. Amsterdam, in 1977 in het Noorden in Hoogeveen, in 1980 in het Oosten in Amersfoort. Dus was in 1983 het Zuiden weer aan de beurt. Nu zou ook een gemeente in een andere classis aangewezen kunnen zijn bv. Dordrecht of Middelburg. Maar Middelburg is erg excentrisch. Dordrecht riep weer andere bezwaren op. Rotterdam-C heeft het grote voordeel dat het beschikt over een kerkgebouw dat uitnemend geschikt is voor een synode. Een kerkgebouw met diverse lokalen - ruim. Als zelfs de maaltijden in de kerk zelf kunnen worden gebruikt dan betekent dit dat dat men beschikt over een niet veel voorkomende outillage, die het vergaderen vergemakkelijkt en het werken op de synode tot een vreugde kan maken. Het enige nadeel is de parkeergelegenheid die niet al te ruim is.

De samenstelling
Ieder kerklid kan weten hoe een synode wordt en is samengesteld. Maar in de praktijk blijkt dat telkens weer tegen te vallen.
Elke kerk ressorteert onder een classis. Elke kerkeraad zendt twee afgevaardigden (soms drie, als het de beurt is om ook een diaken af te vaardigen) naar de vergadering van de classis. De classis zendt zeven afgevaardigden - drie predikanten, drie ouderlingen en een diaken naar de particuliere synode, die eenmaal per jaar vergadert. We kennen in ons kerkelijk leven vier particuliere synodes - Zuiden, Westen, Noorden, Oosten (onder elke part. synode ressorteren drie classes behalve in het Noorden waaronder vier classes ressorteren. Deze vier particuliere synodes zenden elk 13 afgevaardigden naar de generale synode: zes predikanten, zes ouderlingen en één diaken (diakenen waren voor het eerst in 1965 afgevaardigd naar de generale synode). Dat betekent dus dat de generale synode 52 afgevaardigden telt (4x13) plus vijf prae-adviserende leden, de hoogleraren aan de Theol. Hogeschool, die overigens geen stemrecht hebben.
Men is dus ter generale synode als afgevaardigde van een particuliere synode, niet als afgevaardigde van een plaatselijke kerk. Laatst las ik een kerkbode een ontboezeming van de volgende aard: wat fijn dat onze kleine kerk op de synode vertegenwoordigd is door een ouderling, de enige ouderling uit heel onze classis. We begrijpen de bedoeling, maar de opmerking is niet juist. Ook al zou die ouderling niet aanwezig zijn is die kerk toch vertegenwoordigd - die 52 afgevaardigden vertegenwoordigen alle kerken.
Daarom wordt er op een particuliere synode ook geen rekening gehouden met het feit: waar komt die broeder vandaan en is die classis of die gemeente wel voldoende vertegenwoordigd bij de afvaardiging naar de generale synode.
Een voorbeeld: de part. synode van het Oosten vaardigde alle zeven afgevaardigden van de classis Amersfoort af naar de generale synode; van de overige zes afgevaardigden komen er twee uit de classis Apeldoorn en vier uit de classis Utrecht.
Nog een voorbeeld: uit de lijst van afgevaardigden blijkt dat drie kerkeraadsleden uit de kerk van Groningen ter synode zijn; drie kerkeraadsleden uit Nunspeet en drie uit Sliedrecht-C (bij de laatste twee: predikant, ouderling en diaken). Hebben andere kerken waaruit geen broeder ter synode is, reden om zich te beklagen? Neen, want die broeders zijn niet gekozen op grond van het feit dat ze uit die bepaalde kerken komen.

De afgevaardigden
Het is altijd interessant om de lijst van afgevaardigden na te gaan.
Uit deze lijst blijkt dat 21 van de 48 afgevaardigden voor het eerst afgevaardigd werden naar de generale synode. Dat betekent dat ruim 43% van de afgevaardigden geen synodale ervaring heeft. Meer dan de helft wel. Dat is een vrij goede verhouding.
Verder blijkt dat 18 afgevaardigden die in Amersfoort waren ook in Rotterdam zullen zijn - dus bijna twee derde van de afgevaardigden was niet op de vorige synode.
De gemiddelde leeftijd van de afgevaardigde predikanten in Rotterdam is 47 jaar. De gemiddelde leeftijd van ouderlingen en diakenen zal daar waarschijnlijk iets onder liggen.
Vergelijken we de lijst van afgevaardigden naar deze Rotterdamse synode met die van 1971 dat blijkt dat 11 afgevaardigden die 12 jaar geleden in Rotterdam waren ook nu door de kerken zijn afgevaardigd terwijl de praeadviseurs van nu ook toen aanwezig waren zij het dat een van hen in 1971 nog assessor van de synode was en toen als hoogleraar werd benoemd. Zeven afgevaardigden uit 1971 zijn gestorven.
Een vergelijking met 1959 maakt duidelijk dat de helft van de toen aanwezige afgevaardigden niet meer dient in de strijdende kerk en dat slechts drie afgevaardigden van 24 jaar geleden ook nu in Rotterdam zullen zijn plus twee prae-adviseurs. Zo is er in binnen een kwart eeuw toch vrij veel verandering.
Gaan we terug tot de eerste synode na 1945, die van 1947 dan blijkt dat slechts één afgevaardigde naar die synode ook in Rotterdam zal zijn terwijl de adviseur van die Utrechtse synode nu praeadviseur van de Rotterdamse synode zal zijn.

1959 en 1971
Nog even terug naar de vorige Rotterdamse synoden.
Aan de synode van 1959 ging zoals gebruikelijk op de vooravond een bidstond vooraf waarin dezelfde predikant voorging die dit ook in 1983 zal doen - in 1956 als ex-praeses van de Apeldoornse en in 1983 als ex-praeses van Amersfoortse synode.
In 1959 werd de pastor van Rotterdam tot praeses gekozen: ds. I. de Bruyne; ds. M. Drayer en ds. G. Bilkes werden eerste en tweede scriba en ds. J.H. Velema werd assessor.
In 1971 werd ds. I. de Bruyne, nog te Rotterdam, weer praeses; alleen in de laatste zittingsweek van de synode werd de synode gepresideerd door de assessor omdat ds. De Bruyne inmiddels het ressort van de part. synode van het Zuiden had verlaten. Dr. W. van ' t Spijker leidde toen de vergaderingen. Ds. K.J. Velema was eerste en ds. G. Bilkes was ook van deze Rotterdamse synode tweede scriba. Tenslotte zouden we kunnen nagaan welke besluiten op vorige Rotterdamse synoden zijn genomen.
Uiteraard komen op elke synode de rapporten van de verschillende deputaatschappen aan de orde en worden op grond van die rapporten allerlei besluiten genomen. Daarnaast kunnen er belangrijke instructies zijn. Zo werd in 1959 het rapport aanvaard over de kerkelijke houding inzake echtscheiding en tweede huwelijk. De conclusies van dit rapport werden aangenomen en opgenomen in de Kerkorde art. 70. Rotterdam 1959 trof ook een regeling m.b.t. de bediening van het Heilig Avondmaal in inrichtingen. In 1959 werd ook besloten dat de engelenzang voortaan in de kerkdienst zou gezongen mogen worden. Dat heeft overigens heel wat voeten in de aarde gehad. Reeds toen kondigde zich het verschil van mening over de wenselijkheid van het zingen van gezangen aan, een zaak waarover ook nu weer gesproken zal worden. Deze synode benoemde ook een nieuwe hoofdredacteur en redactie-secretaris voor ons blad.
In 1971 was er in Rotterdam ook veel aan de orde. Behalve de reeds gereleveerde hoogleraarsbenoeming werd uitvoerig gesproken over de nieuwe psalmberijming, die toen werd „vrijgegeven" De behandeling van de bezwaarschriften die ingebracht waren tegen het besluit van de Hilversumse synode met betrekking tot het kiesrecht van de gemeente nam veel tijd in beslag en is zeer consciëntieus afgewerkt. Ook werd de tekst van diverse herziene formulieren vastgesteld en het kort formulier voor het avondmaal ingevoerd.
We deden maar een greep.
Volgende keer D.V. iets over de zaken die in Rotterdam 1983 aan de orde komen.

J.H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1983

De Wekker | 8 Pagina's

Naar Rotterdiam (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1983

De Wekker | 8 Pagina's