Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Gereformeerde Kerken en een Wereldraadrapport

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Gereformeerde Kerken en een Wereldraadrapport

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Toen de Gereformeerde Oecumenische Synode in 1980 in Nîmes vergaderde, was één van de moeilijke punten, waarover geen overeenstemming bereikt kon worden, het zgn. dual memberschip, het dubbellidmaatschap van de Gereformeerde Kerken in Nederland zowel van de G.O.S. als van de Wereldraad van Kerken. Binnen de G.O.S. is altijd het dringende advies gegeven, dat aan de G.O.S. deelnemende Kerken niet aan de Wereldraad zouden meedoen. In 1980 is afgesproken, dat een studiecommissie tot een advies zou komen, waardoor in 1984 op de G.O.S. in Chicago een definitief besluit genomen moet kunnen worden, om deze netelige kwestie hopelijk tot een goed einde te brengen.
Dit is niet de enige kwestie, waardoor de Gereformeerden het in de G.O.S. moeilijk hebben. Er zijn er nog twee andere: er komt een studierapport over homofilie en over de Heilige Schrift, dit laatste naar aanleiding van het geschrift „God met ons". Van hun kant stellen de Geref. Kerken de vragen rondom de apartheid, in Zuid-Afrika genoemd eigensoortige ontwikkeling, heel scherp. De vergadering van de G.O.S. dit jaar moet daarom ongetwijfeld een heel moeilijke genoemd worden.
In de werkvergaderingen betreffende de kwestie-Wereldraad, die de beslissing van 1984 moesten voorbereiden, werd wel duidelijk, dat de Geref. Kerken, die in 1969 het lidmaatschap van de Wereldraad van Kerken aanvroegen, hun positie daarin sinds die tijd wel verschillend zijn gaan zien. In 1969 waren er, die aansluiting bij de Wereldraad belangrijk vonden, om hun gereformeerde getuigenis daar te laten doorklinken. Steeds meer kwamen er, die vonden dat ze het aan hun status van tweede Protestantse kerkengroep in Nederland verplicht zijn om lid van de Wereldraad te zijn. In het eerste geval zit en werkt men er getuigend en eventueel kritisch, in het tweede geval als normaal meewerkend lid.
In 1982 werd van Geref. zijde al in de bedoelde werk- en studievergaderingen medegedeeld, dat er wel degelijk een gereformeerde inbreng binnen de Wereldraad aan te wijzen is. Sinds de Assemblee van 1975 in Nairobi is er een Wereldraadrapport in de maak over doop, eucharistie en ambt. Van Geref. zijde is op dit rapport kritiek geleverd.
In „Trouw" van 7 februari j.l. wordt vermeld, dat vier gereformeerde theologen dr. G.W. de Jong en de professoren Hartvelt, Runia en Weijland, kritische commentaren op het betrokken rapport hebben gegeven. Er was in 1982 in de kring van de Wereldraad overeenstemming bereikt over een oecumenische visie op doop, „eucharistie" (bij ons Avondmaal genoemd) en ambt. Aan deze commissie is ook volledig deelgenomen door theologen uit de Rooms-Katholieke kerk.
De gereformeerde theologen constateren nu, dat er een overschatting van de doop heeft plaatsgevonden, die past bij het rooms-katholieke en oosterse denken. Wat het Avondmaal betreft, wordt geconstateerd, dat de invloed van orthodoxe en rooms-katholieke tradities zo sterk is, dat verder commentaar in dit opzicht overbodig wordt, en hetzelfde geldt ook voor het hoofdstuk over het ambt, waar inzichten uit de tijd van de Reformatie nauwelijks aan bod komen. Op historische gronden wordt gekozen voor een bisschoppelijke manier van kerkregering. Ook de terminologie is sterk katholiserend.
Dankbaar voor de kritische opmerkingen, moeten we ons tegelijkertijd afvragen, welke betekenis er in de kringen van de Wereldraad aan deze kritiek zal worden toegekend, anders dan dat er wellicht in de termen, die gebruikt worden, enige bijsturing zal zijn, zonder dat er in feite iets veranderd wordt. In een oecumene, zoals die in de Wereldraad wordt voorgestaan, kan men niet verwachten, dat een gereformeerde visie, dat is een bijbelse visie, zodanig tot haar recht zal komen als op grond van Schrift en belijdenis verwacht mag worden.
Het hoeft er ons niet om te gaan om een gelijkhebberige kerk te willen zijn, om toch wel vast te houden, dat alleen een bijbelse overtuiging op het punt van doop, avondmaal en ambt ons echt helpen kan. Want dan gaat het niet maar om een visie en nog minder om een theorie, maar om de kracht en de overwinning van het Woord en de Geest van Christus.

K.B.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Wekker

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1984

De Wekker | 8 Pagina's

De Gereformeerde Kerken en een Wereldraadrapport

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1984

De Wekker | 8 Pagina's